De positie van de gasnaald is een klein maar belangrijk onderdeel van de afstelling van een tweetaktmotor. De monteurs gebruiken vaak de term P1, of P2 of P3 van de naaldclip maar wat betekent dat precies?
In elke carburateur zit een naald die in en uit de hoofdsproeier schuift bij het gas geven of bij het dicht draaien van het gas. De naald bepaald dus tot op een bepaalde hoogte de toevoer van de hoeveelheid brandstof. Het is net de positie van de clip bovenaan de naald die de hoogte van de naald regelt t.o.v. de hoofdsproeier.
Om te beginnen is de naaldclip de kleine “e”-vormige clip die in de groeven van een meegeleverde naald klikt. Deze heeft 5 groeven, zoals de Keihin-naald. De bovenste groef van de gasnaald is altijd P1, oftewel Positie 1. Op een gasnaald tellen we af vanaf de bovenkant: P1, P2, P3, enzovoort.
Als we zeggen: ga één stap naar beneden, dan verlaag je de clip één groef. De bovenste positie P1 is dus de afstelling waarbij de naald het diepst wegzakt in de hoofdsproeier en dus de armste afstelling. Steek je de naaldclip op de onderste groef, dan kies je voor de rijkste afstelling.
Een carburator werkt in drie stappen:
- gashendel tot 25% open = stationaire sproeier
- gashendel van 25% tot 75% open = gasnaald
- gashendel van 75% tot 100% open = hoofdsproeier
Het is duidelijk dat een gasnaald dient om het middengebied van het toerentalbereik te bedienen. Wanneer het gashendel volledig openstaat zit de punt van de gasnaald een stuk boven de opening van de sproeier. Dus is het dan de sproeier die de hoeveelheid brandstof bepaald die wordt aangezogen vanuit de vlotterkamer.
Tekst: Danny Hermans
