Futuristisch project uit Birmingham eindigt in tranendal.
Na de twee wereldtitels van BSA in 1964 en 1965 beslist de race-afdeling om een crossmotor te maken “zoals de mensheid nog nooit zag”. Een uniek project met nieuwe technieken en ultralichte materialen moest er voor zorgen dat BSA zonder verpinken voor de derde keer wereldkampioen motorcross kon worden.
De firma Birmingham Small Arms beter bekend als BSA wou onbekende technieken uit de ruimtevaart en vliegtuigindustrie gebruiken om van het GP-model van 1966 een topper te maken. Net als voorgaande jaren werd Jeff Smith betrokken bij het project. Het lijstje bestond vooral uit materialen zoals aluminium, magnesium en ………… titanium. Dit project was toen het meest ambitieuze ooit in de motorcross.
Het was BSA dat in 1965 heerste over de motorcrosswereld. In de loop van dat jaar waren het de bazen van het merk uit Birmingham die in een geheime ruimte de koppen bij elkaar staken en een groots plan bespraken. De bespreking was tussen de bazen, de boekhouders en aandeelhouders waren niet uitgenodigd en wisten zelfs van niks. Op deze vergadering werd er beslist dat BSA de lichtste en snelste crossmotor ooit ging bouwen. Alles was uitgetekend op een grote tekening die uitgerold op tafel lag. Ook werd er beslist dat de sportafdeling van het merk beter moest worden uitgerust om dit project tot stand te brengen. Er moesten nieuwe machines komen, meet-instrumenten en veel andere dingen die eerder nooit nodig waren geweest bij de productie van hun crossmachines. De boekhouders kregen dan uiteindelijk te horen dat er “no limits” waren uitgevaardigd op de benodigde budgetten. Alle middelen waren goed om een derde keer wereldkampioen motorcross te worden.
Het Frame
Dan was er het frame. De bedoeling was om het frame volledig uit titanium te vervaardigen. Soms vielen er verrassingen te noteren. Zo was de standaard achternaaf vervaardigt uit magnesium. Ondanks dat magnesium lichter is dan titanium werd toch voor het laatste gekozen. De velgen werden gemaakt uit een hoogwaardig staal, de spaaknippels waren uit aluminium en de spaken zelf uit titanium. Al deze onderdelen kwamen verspreid over deze periode binnen in de montagehal van hun race-afdeling. Het laatste onderdeel dat klaar raakte was de motor. Die had het meeste tijd nodig voor de ontwikkeling en de productie. Deze was uitgerust met een nieuwe krukas, nieuwe versnellingsbak, cilinder en cilinderkop. Deze onderdelen waren extreem moeilijk om te gieten en werden maar matig getest op duurzaamheid.
We beseften dat titanium een materiaal was dat kon “stretchen” en zijn oorspronkelijke vorm weer kon aannemen. Dat was uiteraard niet goed voor een swingarm op een crossmotor. Niemand in de motorcross had ervaring met deze materialen en dat was een nadeel. Heel wat dingen aan de BSA moesten worden overdacht vanuit het besef dat het gedrag van titanium nog niet voldoende was gekend in die jaren. We reisden weer af naar Engeland om één en ander te wijzigen en de machine klaar te stomen voor het volgende drieluik in Scandinavië. De eerste wedstrijd was in Denemarken.
Achter het ijzeren gordijn.
Kort na de GP in Rusland liep het helemaal verkeerd. Jeff Smith maakte een horrorcrash in een lokale race in Engeland en kon een kruis maken over de rest van het seizoen. Op de gevaarlijke omloop raakte Smith een collega BSA-rijder (Jerry Scott) na een blinde sprong. Scott liet het leven en Jeff Smith brak een pols en een sleutelbeen. Lees hier het eerder verschenen artikel van Jan Forier. Het seizoen was voorbij voor de onfortuinlijke Brit en ook kon de titanium-BSA niet verder worden ontwikkeld.
Het speciale BSA-project dat met de beste bedoelingen was geïntroduceerd was nu afgelopen. Er kwam geen gouden FIM-beker om de derde wereldtitel te vieren. Jeff Smith: Ik voelde al heel het jaar dat dit project “gedoemd” was te mislukken. Dat ongeluk zou sowieso zijn gebeurd en mijn kansen op een titel vergooien.
Jeff Smith wordt nog tweede in de eindstand van het WK500cc van 1967. In 1968 werd hij achtste. BSA kon nooit meer het niveau van voordien halen en kwam nooit verder dan de twee titels van 1964 en 1965.
Bron: motorsportretro.com