Door ons West-Europees klimaat kan er in de winter niet of nauwelijks gereden worden waardoor uw crossmotor best een winterbeurt krijgt. Dit om te vermijden dat uw grootste goed aftakelt, zowel technisch als visueel.
Eerst was je de crossmotor grondig om daarna vijf minuten rond te rijden. Dat helpt om het vocht te laten opdrogen. Zodra elk onderdeel van de motor perfect droog is, spuit je de ketting in met een vocht verdrijvend middel zoals bv WD40 terwijl je met het achterwiel draait. Veeg het overtollig product af. Spuit ook op de scharnierpunten van de voetsteunen, de schokdempers, het schakelvoetje en alle andere inklapbare, bewegende of buigbare onderdelen.
Tap geen vloeistoffen af maar vul olie, lucht en koelmiddel bij. Pomp de banden op tot 2 bar druk. Vervang de versnellingsbakolie en eventuele motorolie indien je een gescheiden smeersysteem hebt (de oudere Honda’s). Hoewel dit geen must is, is het slim om het koelwater van de motor af te tappen en te vervangen door verse koelvloeistof. Watergekoelde motoren moeten een juiste hoeveelheid antivries in het koelsysteem hebben. Remvloeistof trekt vocht aan en dat vermijd je door de er voor te zorgen dat de hoofdremcilinders vol zijn. Als het oudere vloeistof is, vervang deze dan door de aanbevolen kwaliteit (meestal DOT4).
Zet de motor op een standaard en zorg ervoor dat de banden de vloer niet raken. Indien dit niet lukt kan u dat manipuleren door een houten blok onder het frame te steken op de juiste plek. Zo ontlast je de vering omdat deze niet onder druk wordt gezet. Het kan geen kwaad om de wielen wekelijks te laten draaien om het smeermiddel van de ketting en het vet in de wielen te verspreiden.
De motor afdekken met een stuk plastic is niet goed omdat je zo condensatie vasthoud. Gebruik in plaats daarvan een oud deken of doek om stof weg te houden. Wanneer u de kans krijgt om uw motor te starten in het holst van de winter, doe dit dan. Maar laat hem zo lang mogelijk draaien om de afdichtings- en smeringseffecten te bereiken die u wilt. De enige reden om een motor in de winter te starten is om er voor te zorgen dat de smeerolie voldoende opgewarmd alle delen van de motor bereiken en daar een laagje achter te laten. Zo zit er overal een beschermend laagje en blijven de rubberen afdichtingen soepel. Als u de motor niet door en door kan laten opwarmen doe je het beter niet.
Heb je een elektrische startmotor dan verwijder je best de accu en zet deze op een houten blok (en niet op naakte beton). Vul in geval van een loodzuurbatterij het elektrolytniveau bij en maak de polen schoon. Investeer ook in een druppellader om de batterij onder spanning te houden. Dit toestel heeft een intern onderhoudsprogramma waar bij sulfatering van batterijplaten wordt tegengegaan. Bewaar de batterij op een plek waar het niet kan vriezen.
Vul uw benzinetank tot aan de rand met verse benzine en voeg een brandstofstabilisator toe. Door deze tot aan de rand te vullen is er geen ruimte om condens te vormen. Laat de motor lang genoeg draaien om de stabilisator door het volledige brandstofsysteem te laten lopen. De luchtfilter vervang je best maar olie deze niet in. Dat doe je pas bij de start van een nieuw seizoen. Tot slot spuit je royaal je motor in met siliconenspray maar vermijdt uw remschijven en remblokken. Vergeet ook de bedrading niet onder de benzinetank. Klaar!