Vorige week kwam Dorna, de promotor van de MotoGP-competitie, met het nieuws dat ze vanaf 2027 volledig op duurzame brandstof willen racen. Wij zochten uit wat deze brandstof precies is.

De bedoeling is om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken of zelfs te elimineren. De MotoGP wil een voortrekkersrel spelen en in een stappenplan de fossiele brandstof terugdringen. Vanaf 2024 moet 40 procent van de gebruikte brandstoffen van non-fossiele afkomst zijn en tegen 2027 wil de MotoGP (ook Moto 2 en Moto 3) helemaal overstappen naar 100 procent duurzame brandstof.

 

 

Maar wat is eigenlijk duurzame brandstof?

Dat is een brandstof waarvan de oorsprong niet-fossiel is en die toch kan gebruikt worden in conventionele verbrandingsmotoren. Ze worden ook wel synthetische brandstof of e-Fuel genoemd. Het gebruik van e-Fuel is CO2-neutraal en heeft dus geen negatieve invloed op onze planeet.

De vervaardiging is erg ingewikkeld en momenteel nog erg duur. Synthetische brandstof wordt gemaakt in een e-Fuel fabriek. Hierin worden waterstof en CO₂ samengevoegd en omgezet tot een synthetische brandstof. Naast koolstofdioxide (CO₂) en waterstof (H2) is hiervoor ook elektriciteit nodig. Bij voorkeur is deze elektriciteit afkomstig van wind- of zonneparken.

 

 

Het principe van een e-Fuel is dus dat wat je uit het milieu haalt om het te kunnen produceren er ook weer inpompt bij het gebruik (zeg maar verbranden). De MotoGP wil het platform zijn waar deze brandstoffen verder zullen worden ontwikkeld en getest. Elke constructeur in de koningsklasse zal met zijn leverancier samenwerken om zijn eigen brandstof te ontwikkelen. De ontwikkeling van meerdere brandstoffen zal ervoor zorgen dat de technologie en kennis de consumentenmotorfietsen en tankstations op straat zullen bereiken.

Motorcross op e-Fuels?

Als de MotoGP op deze synthetische brandstoffen kan rijden zal dat ook in de motorcross kunnen. Infront Moto Racing heeft daaromtrent nog geen standpunt ingenomen, althans niet openbaar. Specifiek voor de nabije toekomst kan er gekozen worden om elektrisch te rijden of op synthetische brandstof. De tweede optie lijkt een rationele keuze als overgangsfase naar elektrisch rijden.

 

 

Ook in de F1 koos men voor e-Fuel

In 2026 zal de F1 rijden op een 100 procent synthetische brandstof. Het was trouwens een voorwaarde voor merken als Porsche en Audi om toe te treden tot deze competitie. Het is o.a. de nationale oliemaatschappij van Saoedi-Arabië die wil investeren in de ontwikkeling omdat de Formule 1 een verkoopbare e-brandstof voor productiemotoren wil ontwikkelen. Op deze manier wordt de belangrijkste autocompetitie ter wereld met een klap koolstofneutraal.

 

 

Niet verwarren met bio-brandstof of alkylaatbenzine

Een synthetische brandstof of e-Fuel is niet het zelfde als een bio-brandstof. Vloeibare en gasvormige biobrandstoffen worden verkregen uit (vaste) biomassa, zoals bijvoorbeeld dode planten of dierlijke mest. Biomassa kan ook direct omgezet worden in groene stroom. De makkelijkste manier om biobrandstoffen in auto’s te gebruiken is om er een vloeistof van te maken. Denk maar aan bio-diesel op basis van koolzaadolie. Tegenwoordig is er een tweede generatie bio-diesel op basis van dierlijk afval en frituurvet en concurreert dus niet met de voedselproductie.

De basis van alkylaatbenzine is nog altijd van fossiele aard. In een traditionele kraakinstallatie wordt ruwe aardolie verwerkt tot diverse soorten brandstof zoals benzine, petroleum, kerosine en dergelijke. Het restproduct is gas dat werd verbrand. Dit gas wordt tegenwoordig samengeperst tot een vloeibare vaste brandstof (alkyleren). Het is één van de zuiverste producten die men kan maken uit ruwe aardolie en bevat in verhouding met gewone benzine erg weinig kankerverwekkende stoffen.