Published On: 12/08/2023

Sommige motorcrossers kopen voor het seizoen begint een hoeveelheid bougies alsof het een gezinsverpakking Melo-cakes betreft en anderen rijden al jaren met hetzelfde exemplaar. Hoe zit dat nu eigenlijk?

Er is een verschil tussen tweetakt- en viertakttechnologie. Bougies in een tweetakt zijn onderhevig aan olievervuiling en koolstofafzetting omdat overtollige premix olie omgezet wordt in koolstof. Viertakten hebben dit probleem niet, maar hun bougies slijten nog steeds, meestal door afstandserosie.

 

 

Wat is afstandserosie?

De vonk springt over in de kloof tussen de scherpste rand van de centrale elektrode van de bougie naar de tegenoverliggende scherpe rand van de massa-electrode. Helaas, elke keer als er een vonk is, vreet het een stukje weg van de centrale elektrode en de massa-elektrode. Wanneer de scherpe rand is afgesleten, wordt het moeilijker voor de vonk om over te springen.

Dus gaat hij naar de volgende scherpe rand, die natuurlijk verder weg ligt. Als die rand wordt weggevreten, moet de vonk naar een nieuwe locatie springen. De erosie van de scherpe randen is moeilijk te zien, maar ze is er wel degelijk. De centrale elektrode zal het snelst slijten. Als het brandstof/lucht mengsel, de timing en de carburatie van uw motor correct zijn, zou uw bougie moeten meegaan tot de randen van de elektrode worden afgerond. Als competitierijder – die elke week traint en wedstrijden rijdt – vervang je best om de zes maanden je bougie.

 

 

Bougies van een tweetakt kunnen sneller kapot gaan dan die van een viertakt wanneer de carburator en de timing van de ontsteking niet goed zijn afgesteld. Teveel olie bij de benzine, een te rijk of te arm mengsel zorgen voor falende bougies. Dat komt door koolstofafzetting of een kernbreuk hogerop in de isolator van de bougie. Stel je tweetaktcrosser dus op de juiste manier af.