De vraag is heel simpel en lijkt zelfs belachelijk. Uiteraard staat uw gaskraan tot de nok open wanneer u optrekt vanuit een bocht. Maar weet je dat wel heel zeker?

Er zijn namelijk twee soorten “open”: de gaskraan staat effectief tot de nok open en de psychologische versie ervan. Bij de tweede stand zegt uw brein dat de gas volledig open staat maar in werkelijkheid zit je nog een eind verwijderd van dat nokje. Wil je je rondetijden wat aanscherpen dat is dit het eerst wat je dient te analyseren.

Geloof het of niet, het eenvoudigste wat je kunt doen om sneller te worden is de gashendel wijd open te draaien. Nu dat steeds meer teams op eenvoudige wijze de positie van de gasklep kunnen weergeven op een laptop komt het euvel aan het licht. Het blijkt dat de tragere rijders hun gashendel niet helemaal open draaien. Ze denken dat ze dat doen, maar ze doen het niet.

 

 

Als je elke keer dat je op een rechte lijn komt de gashendel helemaal open draait en dit zo lang mogelijk volhoudt, zal je sneller gaan. Je zal af en toe een bocht missen en buiten de ideale lijn terechtkomen maar je rondetijden zullen dalen.

Hoe leer je dat?

Kruip op je motor terwijl hij op de standaard staat en ga zitten in je normale rijpositie. Pak de gashendel vast. Overdrijf de beweging niet – draai gewoon aan de gashendel zoals je normaal zou doen. Ging hij helemaal open tot aan de nok zonder dat je elleboog omlaag bewoog? Voelde je de behoefte om de grip te hernemen?

Probeer de gashendel met een lichte en soepele aanraking vast te houden. Leg je hand niet zo hard op de greep dat er druk is aan de basis van je duim. Zodra je je hebt aangepast aan een vriendelijker en zachtere greep op het handvat, oefen dan de plaatsing van je handpalm op de greep zodat je genoeg rotatie van het hendel hebt om de gasschuif/gasklep helemaal open te trekken zonder je elleboog te laten zakken of je pols te knikken. Het kan zijn dat je moet beginnen met het gashendel hoger op de boog van de gashendelbehuizing vast te nemen om deze helemaal te kunnen opendraaien. Vind de juiste positie door te oefenen terwijl je motor stilstaat.

 

 

Na een aantal minuten te oefenen ga je de omloop op en begin je te rijden. Probeer je rechter elleboog omhoog te houden. Concentreer je op het vastnemen van de gashendel op de optimale plaats en oefen het draaien van de gashendel maar verwacht niet dat het natuurlijk aanvoelt. Het belangrijkste van je eerste oefensessie is ervoor te zorgen dat je de gashendel wijd open draait (zelfs als je je elleboog moet laten zakken). Je zult verbaasd zijn hoeveel sneller je motor is als je hem eenmaal helemaal open begint te draaien. Je zult verbaasd zijn te ontdekken dat je niet al het vermogen hebt gebruikt dat eigenlijk beschikbaar was.

De positie en vorm van je stuur

De positie van het stuur speelt ook een rol. Maak de stuurbevestigingen los en draai het stuur. Als je geen volledige rotatie van de gashendel kan bereiken dus je het stuur best een paar millimeter naar voren. Als je arm te ver gestrekt is moet je het stuur naar achteren verplaatsen. Denk ook na over het type stuur dat je gebruikt. Probeer dan de greep van je vingers wat te lossen. Stevig knijpen op het gashendel is contraproductief en zorgt voor arm-pump. Et voila!

 

 

Oefen dit meermaals tijdens de komende trainingen en je zal zien dat je zonder veel moeite je rondetijden flink wat scherper stelt. Zodra je dat bereikt hebt kan je ook nog rekening houden met de motorkarakteristiek. Sommige motoren vallen zowat dood op het maximum toerental terwijl anderen flink blijven duwen als de gaskraam wijd open staat. Zorg dat je op het juiste moment een versnelling hoger schakelt. Oefen ook om deze “sweet spot” te vinden. Trainen doe je per slot van rekening niet alleen om je fysiek aanscherpen maar ook om je gebruikte rijtechniek te verfijnen.

Foto’s: Tim Van Echelpoel, MXVintage, GasGas en Neken