Published On: 29/01/2025

Iedere oudere fan van de sport kent ongetwijfeld het stukje motorcrossgeschiedenis van de door de Belg Lucien Tilkens uitgevonden monoshockvering. Het is de voorloper van de huidige, op moderne crossmotoren gebruikte, achtervering. Dat ontwerp werd destijds aangeboden aan Suzuki maar kwam uiteindelijk in de handen terecht van concurrent Yamaha. Sylvain Geboers doet het verhaal over die transactie in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Lucien Tilkens

MXVintage: Tijdens jouw Suzuki jaren had je contact met de Japanse Suzuki ingenieurs, waaronder Hirohide Tamaki en je kwam dan op een gegeven moment op de proppen met de bekende monovering ontworpen door Lucien Tilkens. Vele mensen uit de motocross begrepen toen niet dat Suzuki het systeem afwees. Hoe moeilijk was dat om hen te overtuigen van het systeem wat dan naderhand door Yamaha wel is gebruikt geweest.

Sylvain Geboers: “Het was zeer moeilijk om hen te overtuigen want het is mislukt. Het is uiteindelijk naar Yamaha gegaan. Maar het probleem was eigenlijk dat Lucien Tilkens het systeem foutief of niet duidelijk heeft voorgesteld. Het startte allemaal met Lucien, die een persoonlijke vriend van mij was en die deed alle laswerken die wij nodig hadden aan onze frames, uitlaten en zo meer.”

“Op Lucien kon je dag en nacht rekenen en die werd het op een bepaald moment misschien een beetje moe of die bedacht zich: ik ga dat probleem oplossen van die breuken, die cracks in de frames, die cracks in de uitlaten en zo meer en ik ga de frames ontlasten door een andere vering te maken. Door de vering niet aan het frame te bevestigen maar gericht naar het balhoofd, dat was zijn idee,  zodat het frame ontlast was van die impacten. En zo werd dat voorgesteld naar Suzuki.”

“De eerste testen die ik deed, het eerste systeem was gebouwd op een CZ en die waren positief. Er werd gevraagd of dat mocht overgebouwd worden naar een Suzuki. Die toestemming werd door Japan gegeven. De eerste testen waren opnieuw zeer positief. Maar ik was een persoonlijke vriend met Lucien en ik dacht: ‘dat gaat niet goed overkomen’. Ik wou niet de schijn geven dat ik Lucien wou bevoordelen. En dus vroeg ik of Roger de Coster ook mocht mee testen. En dat werd aanvaard door de Lucien en door Suzuki. Roger was ook zeer positief over het resultaat.”

“En dan kwamen we bij de Japanners in Hamamatsu terecht met het ontwerp, onder andere bij meneer Tamaki. En daar werd de uitleg gegeven door de Lucien. Dus het goede resultaat was dat die krachten dus naar het balhoofd gestuurd werden en dat de motor altijd vooruit wou. En Tamaki, ingenieur, ontwerper en tekenaar, die kon dat niet bevestigen en zag af van de aankoop van het project waarna het naar Yamaha is gegaan. Persoonlijk kon ik daar niet echt op ingaan omdat ik te bevriend was met Tilkens.”

Hakan Andersson

“Op dat ogenblik zelf was dat niet zo’n grote teleurstelling vermits Suzuki continu bezig was met ontwikkelingen en vernieuwingen. Maar plots in 1972 had Yamaha het product klaar, race klaar en kwam Hakan Andersson aan de start met die motor en begon die dus duidelijk succes te hebben. Toen was het natuurlijk te laat, maar toen begrepen we wat het voordeel was van die nieuwe ontwikkeling.”

Foto’s: Danny Hermans, Yamaha en archief
Tekst: Danny Hermans