X
    Categories: nieuws

De motocross-geschiedenis van West-Duitsland.

Deel 2.  John Arthur Betty, de vader van de West-Duitse motocross. (1946-1951)

Bij het uitbreken van de oorlog in 1940 nam de dan 18-jarige John Betty dienst als commando bij de Special Services van het Britse Leger.  Na de oorlog stapte hij even over naar de politie.  Terug in het leger bracht hij het tot majoor in het Territorial Army. 

In 1948 was hij als lid van de Royal Military Police gestationeerd bij het Rijnleger in Duitsland.  Dat Betty een bekwaam motorijder was blijkt uit het feit dat hij Isle of Mann TT-racer en lid van het Brits Army Scrambling Team was.  Hij stierf in 2011, 89 jaar oud.

Foto: John Betty BSA Goldstar 1952

Geen wonder dus dat Captain Betty de opdracht kreeg jonge Britse soldaten wegwijs te maken in het terreinrijden.  De oefenterreinen lagen in het Aaper Wald, nu natuurpark ten NO van Düsseldorf.  Ook bij de Belgische bezettingstroepen kon men dergelijke opleiding volgen.  De oefeningen verliepen in een losse sfeer maar met de nodige militaire discipline en regelmaat.  Dat viel ook de Duitse jongeren op die zich aan het hek aan die motorkunstjes kwamen vergapen.  Weldra verzamelden zich daar groepjes jongeren uit de buurt van Düsseldorf met alles wat maar enigszins op een motor geleek.  De BSA, Ariel, Matchless of Triumph (en Saroléa en FN van de Belgen) waren voor hen nog verre dromen maar hun geestdrift maakte veel goed. John Betty liet de enthousiaste jongeren dan ook onder zijn leiding mee oefenen.  De financiële middelen voor het ombouwen van de machines was het voornaamste obstakel voor de eergierige jongelui.  De spatborden en verlichting gingen eraf.  De watergevoelige onderdelen werden afgeplakt met leukoplast en/of ingesmeerd met vaseline.  Een breed stuur kon ook nog.  Vering voor en achter waren er niet of waren te kostelijk om te verbouwen.  Na de oefeningen werden de motoren weer klaargemaakt voor dagelijks gebruik zu Hause.

Veranderingen aan de motor zelf zouden de betrouwbaarheid in gevaar kunnen brengen en waren bijgevolg niet aangewezen.  Een kostbaar stuk uitrusting was de verplichte helm.  Oude legerhelmen konden niet dienen.  Wie een afgedankte brandweerhelm met vulling kon vinden zat goed.  Het vergde al vlug menig dagloon om een gepaste Engelse helm te kunnen aanschaffen.  Als nummerbord kon een oud metalen deksel best dienen.  Zo weinig mogelijk geld uitgeven was de boodschap in die eerste jaren.  Dat spaargeld moest dienen om het startgeld te betalen.  Wie won kreeg een vaantje, of schildje of bekertje en keerde dolgelukkig naar huis terug.  Dan was alle leed geleden.

Berichten over buitenlandse wedstrijden als de Motocross der Naties in 1947 en 1948 deden de mx-koorts toenemen en in 1950 werd door de ADAC-Motorsportclub  Düsseldorf het plan opgevat een echte motocross volgens FIM-regels voor te bereiden.  Rondom de Grafenberg in het Aaper Wald werd een omloop van 2 km uitgezet.  De Oberste Motorsport-Kommission (OMK) gaf zijn fiat en de politie zou de organisatie in goede banen moeten leiden.

22 april 1951: John Betty wint de eerste motorcross op Duitse bodem in Aaper Wald.

De eerste Duitse internationale motocrosswedstrijd ging door op 22 april 1951 in het Aaper Wald.  Met de armtierige kassa van de motorsportclub werden 3000 toegangskaartjes gedrukt.  Hopelijk kwamen ze hiermee uit de kosten.  Maar op de wedstrijddag daagden er uit het niets niet minder dan 15000 toeschouwers op voor een sport die nauwelijks iemand in Duitsland kende! (zie filmpje 1)

De rijders gingen in 6 klassen van start: tot 100cc, 125, 200, 250, 350 en boven 350cc.  In de kleinste reeksen traden voornamelijk Duitse merken aan: Hoffman, Bismarck, Bücker, Tornax, DKW en Maico.  In de middengroep waren BMW, NSU, DKW, Tornax, Maico, Puch, Jawa en het Britse Triumph best vertegenwoordigd.

In de hoogste categorieën van de viertakten zaten de vrienden van Betty met speciale fabrieksmachines van BSA, Norton, Matchless en het Engelse Thriumph.  De Duitsers reden mee met seriemachines.  Er zaten ook een Duitse AF, een Horex en een Zündapp bij.  De kleintjes reden 5 ronden, de groten 8 ronden.

Het succes was zo overdonderend dat op 24 juni al een tweede wedstrijd op poten werd gezet.  Het weer was slechter maar het aantal toeschouwers steeg nog.  Organisatoren en rijders waren beter voorbereid.  De 200cc werd geschrapt en meer buitenlanders traden aan, waaronder natuurlijk Betty’s vrienden, een paar Belgen en Fransen.  Die buitenlanders klaagden achteraf over de te gemakkelijke omloop. Voorlopig zag de club af van het verzwaren om het jeugdige enthousiasme van de eigen jongens niet te zeer te temperen.

Foto: classicmotorsport.org

Op 26 augustus volgde Leichlingen bij Düsseldorf en op 30 september was Aaper Wald weer aan zet, zij het op een licht verzwaard en ingekort parcours.  Er daagden 30000 kijkers en 70 piloten op.  De wedstrijd voor echte crossmachines werd gewonnen door onze Nic Jansen wiens volledige officiële Saroléa-team van de partij was. (zie filmpje 2)

Op 7 oktober was het in Brühl bij Keulen te doen.  15000 supporters vuurden 90 piloten aan.  De motocross had vaste voet gezet in Duitsland.  Menige andere sport keek afgunstig naar het succes van de nieuwe spectakelsport die in België inmiddels was opgeklommen tot tweede populairste publiekssport na het wielrennen.

John Betty blijft nog tot 1954 aan Duitse wedstrijden deelnemen.  De namen van de Duitse helden van het eerste uur zeggen ons op vandaag nagenoeg niets meer.  De gebroeders Becker en Krämer,  Düster, Flimm, Fuhrbach, Hallepappe en menig ander rijder hadden de verdienste weg te bereiden.  Maar de weg naar de echte top zal blijken nog zeer lang te zijn.

Auteur: Jan Forier

Film 1. Op 9 min. 37 sec. ziet u hoe John Betty de allereerste motorcross won in Aaper Wald. Dit de link naar de video.

Film 2. Op 7 min. 44 sec. ziet u hoe Charles Molinari de derde cross (tot 350cc) wint in Aaper Wald. Dit is de link naar de video.

Zondag 18 februari lees je deel 3 van deze driedelige serie over De Motorcrossgeschiedenis van West-Duitsland.

admin: