X
    Categories: nieuws

Maico madness! (nl)

Als vijftiger en motorcrossliefhebber heb je al wat gezien door de jaren heen. Je hoeft maar een glimp op te vangen van een motorcrosscircuit ergens uit Europa en je weet perfect de locatie te herinneren. Je herinnert de heldendaden van de piloten waar je naar opkeek en je kan het bouwjaar zeggen van zowat alles met twee wielen op vette noppen. In al die jaren kom je wel eens ergens maar af en toe valt je iets speciaals te beurt. Zo troonde de immer sympathieke Ivan Van Den Broeck ons mee naar een niet nader bepaalde locatie om een vloot authentieke Maico’s te gaan bewonderen. Om maar meteen alle vragen af te blokken, dit is geen museum maar een privécollectie. We mochten wel foto’s maken en vooral luisteren naar de geweldige verhalen van de eigenaar, maar voor de rest bleven we netjes met onze fikken af van deze prachtige collectie.

Neil Hudson’s Maico 250

Vorig jaar tijdens de finale van het Belgisch kampioenschap oldtimercross te Wambeek wist Ivan me te vertellen dat hij nog iets leuks wist om “de kalme momenten” van een motorcrosssite op te vangen. Dat moest ik zeker onthouden. Ondanks dat ik nooit op een Maico zat krijg ik een warm gevoel telkens ik deze prachtige machines zie. De Duitse machine is een legende in de motorcross-wereld dankzij de beheersbare kracht die de dikke Maico’s uitbraakten. De Japanse ingenieurs moesten collectief aan de anti-depressiva toen Maico uitkwam met een motor met een cilinderinhoud van dik boven de 400cc en die nog berijdbaar was ook. We kunnen stellen dat het Duitse merk hun plaats in de geschiedenisboeken verdient heeft en het is des te jammer dat het oorspronkelijke bedrijf ter ziele is gegaan. Later doen we de geschiedenis van het merk nog wel eens uit de doeken maar nu dalen we af naar de kelder vol met lekkers op hoge poten.

De poort zwaait open en meteen staan er twee rijen Maico’s te blinken. Aan het plafond hangt een bordje die me de weg wijst naar Hawkstone Park. Zover van huis zijn we nu ook weer niet maar de eigenaar had destijds dezelfde afwijking als mezelf: wegwijzers uittrekken en meenemen na afloop van een GP. Dat schept meteen een band. Onderweg naar de werkplaats wordt ik op het rooster gelegd wat betreft mijn kennis van de motorcrossgeschiedenis. Aan de muur hangt een foto met twee ex-wereldkampioenen. De rechtse had ik meteen met zijn blonde kop: Graham “Rolls” Noyce, maar de linkse was moeilijker. Na een hint (ik had wel een hulplijn) kwamen we uit op Neil Hudson, de wereldkampioen 250cc van 1981. Beide piloten waren Maico-hardrijders maar werden wereldkampioen op een Japanse machine. Hiermee word perfect het pijnpunt van Maico weergegeven: op de cruciale momenten had het Duitse merk niet de topper in huis om het merk te voorzien van een wereldtitel. Was dat zo geweest dan had de toekomst er wellicht heel anders uitgezien.

Maico 125 1972

Intussen komen de tongen los en bekijken we een net gerestaureerde 125cc op de heftafel. Buiten een stickertje op het achterspatbord is de motor uit 1972 helemaal klaar. De eigenaar meld nog fier dat er van deze maar 389 stuks gebouwd zijn. Alles in detail afgewerkt met originele delen, rekening houdend met de duizenden bladzijden naslagwerk die de eigenaar in zijn bezit heeft. Achter ons zien we rekken vol met uitlaten, cilinders, zuigers, wielen, kaders, benzinetanken, tandwielen, carburators, onderblokken en meer lekker spul. Deze onderdelen zullen de restaurateur nog jarenlang werk en plezier verschaffen. Dat de Maico’s niet altijd even betrouwbaar waren kan de liefde voor het merk niet drukken, de eigenaar had het voor de underdog die tegen het Japans geweld de kop boven water probeerde te houden. Maico’s waren ook mooi om naar te kijken, proportioneel zat alles juist aan deze fietsen. Intussen laveren we tussen de twee lange rijen van gerestaureerde Maico’s en krijg ik gratis bij elke fiets het bijbehorende verhaal. Heerlijk toeven is dat voor mij. Mijn oog valt op een motor met groene borden (dus een kwartliter) met een handtekening op het voorste nummerbord. Dit was dus de fabrieksfiets van Neil Hudson. Plots wordt ik met de schouders gepakt en moet ik naar het andere eind van de kelder en krijg de melding “bekijk dit maar eens goed”. Ik sta oog in oog met een rare creatie maar weet meteen waar de klepel hangt. Een 100cc zelfbouwtwin met monoshock en elk onderdeel is van Maico. Wow, het ding ziet er nog gaaf uit ook. Er is tijd tekort maar wat had ik graag het motortje horen knetteren. Even later word onze aandacht gevestigd op een 250cc fabrieksfiets uit 1977. “Veel magnesium in het blok” zegt de eigenaar, “dit is van de twaalf gebouwde exemplaren nog de enige in complete toestand”. Deze motor stond een aantal jaren geleden op een tentoonstelling en een toenmalige werknemer van Maico moest terplekke haast gereänimeerd worden toen hij naast zijn eigen creatie stond.

Arne Kring

Verderop hangt een hesje met daarop de Zweedse vlag gedrukt. “Origineel hesje van Arne Kring” zegt de verzamelaar. Ik was vergeten dat een jeans-fabrikant ooit sponsor was in de motorcross. Arne Kring had niks met Maico’s maar schitterde in 1970 op een Husqvarna tot hij zijn rug brak in een gewone wedstrijd buiten het WK en zo de titel naar zijn landgenoot en teamgenoot Bengt Aberg zag gaan. Boven de vloot Maico’s hangen nog meer objecten die motorcrossharten sneller doen slaan. Hier gaat hem om kledij van grote kampioenen zoals Smets, Desalle en vele anderen.

Dat je inventief moet zijn om oude crossers te restaureren staat buiten kijf. Uiteraard kan je die inventiviteit ook gebruiken om originele Maico-spullen een andere bestemming te geven. De benzinetank op de foto is gevuld met geestrijke drank en de het tandwiel met remtrommel doet dienst als houder voor champagneglazen. Motoren restaureren met een droge keel doe je niet.

Onderweg naar huis voelde ik me als iemand die net van een geslaagde eerste date kwam. Mijn appreciatie voor Maico is weer wat groter geworden. Mocht ik 35 jaar jonger zijn geweest en weten wat ik nu weet . . . . . . . . . . . .

 

 

 

admin:

View Comments (2)