Jaroslav Falta was een begenadigd motorcrosser in zijn actieve dagen en reed meer dan tien jaar aan de top. Hij raakte echter verstrikt in de machtige molens van de wereldpolitiek en verloor zo zijn wereldtitel. Gisteren werd hij 70.
Falta was de grote hoop van motorcross-gekke Tsjechen in de jaren ‘70 en ‘80. Hij won het wereldkampioenschap 1974 in de 250 cc klasse tijdens de finale in het Zwitserse Wohlen, maar na een protest van de Sovjet-federatie en een controversieel jurybesluit werd hem de wereldtitel op de groene tafel ontnomen. De Sovjets kwamen naar deze race met verschillende renners die oneerlijke methodes gebruikten om Falta van zijn motor te krijgen. Zo kregen de twee Sovjets, Viktor Popenko en Evgeny Rybalchenko, twijfelachtige bekendheid in de motorcrosswereld toen zij rondenlang terugvielen om Falta aan te vallen telkens hij hen inhaalde. Toen ze van de wedstrijdleiding de zwarte vlag te zien kregen, trokken ze zich daar aanvankelijk weinig van aan. De toeschouwers waren buiten zichzelf van dit drama en begonnen voorwerpen naar de Russen te gooien.
Het hielp niet. Nadat het plan tegen Falta mislukte en hij toch wereldkampioen werd, kwam plan B in het spel. De Sovjets dienden na de race een protest in wegens een vermeende jumpstart door Falta. De jury heeft het FIM-reglement genegeerd, want in geval van een jumpstart had de race op dat moment met een rode vlag moeten worden stilgelegd. Maar dit is niet gebeurd. In plaats daarvan werden in Wohlen bij wijze van voorzorgsmaatregel “aanvullende verordeningen” ingevoerd, die onder meer een tijdstraf inhielden. Deze kaart werd getrokken en Falta werd bestraft met 60 seconden. In 1974 oordeelde het najaarscongres van de FIM dat deze beslissing onwettig was. Maar tegen die tijd was het al te laat. De Tsjechische Federatie knikte voor de Sovjets en stemde tegen het besluit en dus tegen hun eigen rijder. De resultaten werden bevestigd, Gennady Moiseev werd uitgeroepen tot wereldkampioen van 1974.
Harry Everts, de winnaar van de seizoensfinale in Wohlen, vertelde hoe Falta in 1974 op de baan werd aangevallen door de Rus Popenko en meerdere malen ten val werd gebracht. De valse start waarvan Falta beschuldigd werd in de beslissende tweede race kon nooit bewezen worden. De aanvallen van de Sovjetcoureurs, die Falta verschillende keren ten val brachten, werden live waargenomen door de toeschouwers ter plaatse, maar bleven zonder gevolgen.
Het Tsjechische merk ČZ uit Strakonice zorgde voor een revolutie in de motorcrossracerij met de introductie van tweetaktmotoren in het begin van de jaren zestig. In 1964 werd de onlangs overleden Joël Robert uit België de eerste ČZ-wereldkampioen in de 250 cc-klasse. In 1965 veroverde de Rus Viktor Arbekov de titel op de tweetakt 250 cc. De Duitser Paul Friedrichs werd van 1966-1968 driemaal wereldkampioen in de 500 cc-klasse op de ČZ en Robert pakte nog eens twee wereldtitels in 1968 en 69. Zo pakte ČZ in totaal 7 wereldtitels, maar de droom van een Tsjechische rijder die wereldkampioen werd op de Tsjechische motorfiets bleef onvervuld. Falta was de renner die het had kunnen doen.
Jaroslav Falta had ongelooflijk veel talent. Toen hij zijn sportieve hoogtepunt bereikte, was ČZ al technisch achterop geraakt. Bovenal waren de Japanse motorfietsen stabieler dan de fragiele motorfietsen van Tsjechische makelij, die gebouwd waren onder de economische omstandigheden van de socialistische planeconomie en het daarmee gepaard gaande permanente tekort aan materialen.
Desondanks heeft Falta 10 jaar lang met succes deelgenomen aan het wereldkampioenschap motorcross en eindigde hij acht keer in de top-10. Jaroslav Falta is nooit officieel wereldkampioen geworden, maar hij is een van de beste ambassadeurs van de motorcross sport. Falta is de “wereldkampioen van de harten” gebleven. Falta wordt tot op de dag van vandaag ook in de VS zeer vereerd. Amerikanen hebben de Tsjech in hun hart gesloten sinds zijn overwinning in de ‘Superbowl of Motocross’ in het Los Angeles Coliseum in zijn noodlottige jaar 1974. De roep om eerherstel klinkt nog altijd even luid na zoveel jaar maar in Geneve buigen ze stilzwijgend het hoofd als de naam Falta valt.