Ik heb een hoop domme dingen gedaan in mijn leven, de meeste daarvan op het moment dat ik op een crossmotor zat. Waarom dat zo is kan ik je niet vertellen. Het is onwaarschijnlijk dat zo een intelligente kerel zulke domme dingen deed.
Ooit stond ik achter het starthek ergens in Wallonië en was als laatste de eerste bocht doorgekomen. Dat op zich is al redelijk dom. De hele meute reed ver voor mij uit waardoor ik geen last had van “bar to bar” schermutselingen. Echter, bij het aansnijden van bocht vier komt mijn voorwiel in een verkeerd spoor waardoor ik ook nog eens onderuit ga.
Het gashendel graaft zich diep in de grond en blijft met de kraan compleet open hangen waardoor enkele vlaggenmannen een spurtje trekken in mijn richting om mijn vervaarlijk jankende tweetakt het zwijgen op te leggen. Voor ik dat ding recht had gezet, mijn gespen van mijn laarzen weer dicht had gemaakt en de gaskabel weer op zijn plaats had gewrongen kwam de bende alweer voorbij.
Waarom zitten wij überhaupt op een crossmotor? Heel mijn leven kreeg ik de opmerking om dom en onwetend te zijn door mensen die andere studierichtingen kozen in het middelbaar onderwijs. Tijdens mijn jeugd dacht ik daar niet over na en zag ik een crossmotor niet als iets gevaarlijks. Het enige waar ik toen rekening mee hield was dat ik geen korte broek moest dragen op mijn YZ van 1977 want dan ging mijn linker bovenbeen telkens stinken in een bocht naar rechts. Verder kon er weinig mislopen op een crossmotor.
Ik hield van die machines met die hoge veringen en vette vierkanten noppen op de banden. Het was en is mijn favoriete ding om te doen. Met het ouder worden slopen er nuances in mijn kijk op deze sport. Intussen zijn er honderdduizend manieren om je knoken te breken op een crosser en bovendien is een crossmotor voor niks nodig. Een aardappelmesje is nuttig maar een crossmotor is dat niet. Het is niet noodzakelijk om er eentje in bezit te hebben maar toch staat uw en mijn garage vol met die dingen. Waarom willen wij dan met die gevaarlijke dingen rijden?
Het mag duidelijk zijn dat niet iedereen gek is van een crossmotor. Gelukkig maar want stel je voor dat iedereen zo gek was als jij en ik. De meeste mensen lopen hard weg van gevaar en vermijden het als de pest. Dat doen ze omdat ze angst voelen. Motorcrossers daarentegen zoeken altijd dat dun randje op van behouden gecontroleerde snelheid en een crash.
Het is redelijk raar dat slimme mensen zoals wij die gevaarlijke dingen doen. Van de andere kant zou het menselijk ras niet overleven zonder het overwinnen van hun angsten. In de oertijd moesten onze voorouders uit behoud van lijf en leden vechten met wilde dieren. Het lijkt er dus op dat motorcrossers nog wat genen hebben overgehouden van hun voorvaderen om zo hun grenzen te verleggen in een moderne tijd aan boord van een wild beest met de naam Husqvarna of Kawasaki.
Maar de stommiteiten blijven zich opstapelen. Nog maar enkele jaren geleden betrap ik mezelf erop dat ik, ondanks de jarenlange routine van het aankleden, mijn crosslaarzen niet aan heb getrokken terwijl ik al vertoef in het gesloten park. Ik heb mijn volledige crossuitrusting aangetrokken maar sta daar te blinken op mijn sneakers die bovendien zo dun zijn dat ik elk tandje van de voetsteunen kan voelen in mijn voeten.
Of die keer dat ik een ganse reeks hinder ondervond van een flinke kluit aarde in mijn rechterlaars. Ik foeter op mezelf omdat ik de laarzen niet vast genoeg heb dicht gemaakt aan de bovenkant. Mijn boosheid is van die aard dat ik na de finish slecht gezind van de motor stap, die tegen de nadar smijt om de verdomde kluit aarde uit mijn laars te schudden. Toen de bevrijding nabij was stelde ik vast dat het geen kluit aarde was die me parten speelde maar wel mijn fonkelnieuwe iPhone. Ik had tijdens de pauze niet beter gevonden om die in mijn laars te steken omdat in mijn crossuitrusting geen zakken zaten om het ding weg te bergen. De hilariteit onder mijn collega crossers was volgens mij nogal overdreven.
Geen enkel rationeel denkend mens kruipt ooit op een crossmotor. En als hij het al doet zal hij nooit verder raken dan de tweede versnelling om dan te moeten vaststellen dat hij niet gemaakt is om wilde beesten te temmen. Het zit in het DNA van een motorcrosser om zijn grenzen te verleggen met het risico om meerdere keren op de orthopedische afdeling van het ziekenhuis te belanden. Motorcrossers houden van snelheid, de trekkracht van de motor, het één zijn tussen mens en machine. Slechts enkele slimmeriken slagen er op die manier in om wereldkampioen te worden.
Motorcrossers beschikken over goed werkende zintuigen en een brein dat al deze data sneller kan verwerken dan de duurste laptop. Zeg dus nooit dommerik tegen een motorcrosser. Dat diezelfde motorcrosser onderweg naar de eeuwige roem stommiteiten begaat is normaal want hij is bezig met het verleggen van zijn grenzen. En dat is nodig want die Oostenrijkers en Japanners hun “beesten” worden steeds vervaarlijker.
Tekst: Danny Hermans
Foto’s: Lies Libens, Rolly Gee, Yamaha Europe en archief MXV