Het is 1968 en Joël Robert is afgereisd naar Rusland voor de Grand Prix 250cc in Lvov. Robert wordt in het rennerspark door een Rus van middelbare leeftijd benaderd die hem een niet alledaags aanbod doet. De man had in zijn werkplaats met eigen handen een minicrosser gebouwd voor zijn zoon. Deze was tot in detail op schaal gebouwd door de Rus. De man wou de minicrosser ruilen voor de volledige outfit waar Robert die dag de GP mee reed.

Joël wou de deal eerst niet accepteren en stelde voor dat de zoon het motortje mocht houden. Maar de Rus zei dat de zoon nu te groot was voor deze minicrosser. En zo accepteerde Robert de deal. De kleine Russische machine verhuisde dus naar België waar Robert hem testte door rondjes rond het huis te rijden. Dan vroeg hij aan zijn vriend Christian Gouverneur om de kleine machine te bewaren. En zo geschiedde.

De motor stond decennia lang in de garage van Gouverneur die overleed in augustus 2017. Het motortje ging nadien weer naar Joël Robert en die schenkt het speciale kleinood nu aan Terry Good’s International Motocross Museum in Chicago. Samen met enkele trofeeën heeft Sylvain Geboers de motor in een krat gestopt en verzonden naar de VS. Daar wordt op 24 oktober een groot fundraising banket opgezet om het museum te bekostigen. Heel veel grootheden uit de motorcross zullen er aanwezig zijn waaronder ook enkele Belgen. Ook zal er de volledige collectie van Roger De Coster tentoongesteld worden en uiteraard zal “The Man” er ook zijn om tekst en uitleg te geven.

Foto’s: International Motocross Museum