Published On: 23/06/2022

Hoewel Georges Jobé wereldtitels behaalde met Honda en Suzuki staat één beeld op Kawasaki in het collectieve crossgeheugen gegrifd. We hebben het over zijn legendarische sprong over André Malherbe in Hawkstone Park in 1984. Dit is het verhaal van die sprong!

Na het behalen van zijn tweede wereldtitel in de 250 cc-klasse in 1983 stapte Jobé over van Suzuki op Kawa. Maar hij veranderde niet alleen van merk hij veranderde ook van klasse want hij zou in de 500cc, de koningsklasse aantreden.

In de jaren ’80 waren er drie WK’s motorcross, maar dé crème de la crème kwam wel samen bij de halfliters. Dat was zeker in 1984 het geval. Alle drie de kampioenen van het jaar daarvoor – de Zweed Hakan Carlqvist, Jobe en zijn landgenoot Eric Geboers – zouden het tegen elkaar opnamen in 12 GP’s. Na vijf seizoen in het WK bij de kwartliters begon Georges die op dat moment 23 was, aan een nieuw hoofdstuk in zijn carrière op de Kawasaki’s krachtige KX500.

De tandem Georges Jobé – Kawasaki schoot sterk uit de startblokken. In de eerste twee GP’s, in Oostenrijk (Schwanenstadt) en Zwitserland (Payerne), stond de piloot uit Retinne telkens op het hoogste schavot. Zelfs tegenover toppers als Malherbe, David Thorpe, Gerboers, Carlqvist en André Vromans maakte de ambitieuze 500cc rookie duidelijk dat er met hem rekening moest worden gehouden.

De  hele zomer lang vochten Malherbe, Geboers en Jobé een strijd op het scherp van de snee. Na de overzeese combinatie VS – Canada stonden er nog drie GP’s op de kalender: Groot-Brittannië, België en Italië. Vooral Thorpe die geen punten scoorde in Canada stond zwaar onder druk om terug te slagen. Zeker omdat Hawkstone Park zijn thuis GP was. Dat deed Dave ook. De Britse fabrieks Honda piloot won die dag immers beide manches terwijl Jobé telkens op achtervolgen was aangewezen na een vroege val. Dat Georges met een derde plek de schade wist te beperken in de titelstrijd ging echter verloren in de nevelen van de tijd. Wat iedereen zich wel herinnerde was de super vette sprong van Georges over zijn landgenoot Malherbe. Het was die gedurfde inhaalactie aan het einde van de zandsectie die ‘m trouwens het podium opleverde!


Jobé zei hier zelf het volgende over: “Hawkstone Park in 1984 was voor mij een gedenkwaardige race. In 1983, toen ik nog  250cc GP’s reed, hadden we ook al een ronde in Hawkstone Park. Dat jaar dacht ik er ook al aan om die enorme sprong te maken. Maar ik stond aan de leiding van het kampioenschap, en wilde dus geen risico’s nemen. Daarom heb ik die dag maar niet gesprongen… Maar ik wilde het o zo graag ooit eens doen! Uiteindelijk won ik dat jaar de 250 cc wereldtitel en toen ik naar de 500 cc trok en ik hoorde dat we ook in Hawkstone Park zouden rijden, wist ik dat ik die sprong zou maken. Ik heb er het hele jaar over nagedacht, tot de dag dat we op het circuit aankwamen.”

“Hoewel het een grote sprong was, wist ik dat het mogelijk was. Het was geen sprong die je gewoon kon proberen. De afsprong was afgerond en niet zo steil waardoor het niet makkelijk leek, maar ik wist dat het kon. Tijdens de training op zaterdag dacht ik er elke ronde over na.  Met veel snelheid reed ik telkens op de sprong af klaar om de bult te nemen. Toch ging ik altijd op het laatste moment in de remmen en hield ik in. Toen ik in de laatste ronde van de training tot bij dat bewuste stuk van de baan kwam, stopte ik voor de sprong. De toeschouwers wisten dat ik wilde springen. Ze begonnen te klappen, te juichen en schreeuwden “Jobe, Jobe, Jobe”. Ik besloot dat er voor moest gaan, en dat heb ik dan ook gedaan. Het publiek ging uit zijn dak,” legde Georges uit.


“Op zondag tijdens de warm-up volgde Eric Geboers me over de sprong. Hij ging er ook voor, maar hij brak zijn been. Dat gebeurde niet eens in een crash, het was alleen door de impact omdat het zo’n grote sprong was! In beide manches viel ik in de start maar ik passeerde zoveel rijders over die sprong. Ik won niet, maar ik overwon de fameuze sprong van Hawkstone Park. Bovenal herinnert iedereen zich nog dat ik over mijn goede vriend en rivaal Andre Malherbe heen sprong.”

Dave Thorpe, de winnaar van de GP, bewaart ook goede herinneringen aan deze wedstrijd en vooral aan de legendarische sprong van Hawkstone Park. Of liever de bult die niet was bedoeld om te springen. “Als je ooit de foto’s van die race in Hawkstone ziet, waren er letterlijk duizenden mensen op dat deel van het circuit. Niemand verwachtte dat ik die dag zou winnen, vooral omdat Georges, Eric en André allemaal zulke goede zandrijders waren. Toch won ik. Maar wat is bijgebleven van die dag was het iconische beeld van Georges ‘dubbelend’ over André Malherbe. Ik was in elke sessie het snelst, maar in de wedstrijd heb ik de dubbelsprong niet geprobeerd. Toen ik van elke sessie terug kwam in de paddock had iedereen het over Georges die de dubbelsprong maakte. Bij mezelf dacht: “Ik moet ‘m  ook springen”.


Toen ik in de laatste ronde van de training bij de sprong kwam, nam ik ‘m ook. Op dat moment wist ik nog niet dat Geboers letterlijk een minuut eerder daar zijn been had gebroken! Zodra ik de lucht in ging, realiseerde ik me, “Ik heb niet genoeg snelheid”. Ik heb toen geluk gehad, want ik kwam recht op de voorzijde van de landing af. Toen ik neer kwam, kreeg ik een forse klamp en met meer geluk dan wijsheid redde ik het. Eric (Geboers) moet hetzelfde gedacht hebben omdat hij er ook niet helemaal over raakte. Hij landde wel iets verder dan ik; hij verloor de controle in het naar beneden rijden en brak zijn been. Ik was echter drie seconden sneller dan wie dan ook in de kwalificatie. Daardoor wist ik dus dat ik kon winnen. En ik wist dat iedereen die Hawkstone Park kan winnen overal ter wereld de beste kan zijn omdat die baan zo zwaar is. Het komt er echt heel slecht bij te liggen.”

De 21-jarige Thorpe zou ook de twee laatste GP’s in België (Marche-en-Famene) en Italië (Esanatoglia) winnen. Zowel Dave en Georges moesten het kampioenschap in ’84 echter laten aan André Malherbe. Het zou André’s laatste  wereldtitel worden. Na zijn derde plaats in ’84 was het één jaar later wel raak voor Thorpe. In 1985 won hij zijn eerste van drie  500cc wereldtitels.

Georges Jobe, die tragisch overleed na een aanslepende ziekte in 2013, sloot zijn rookieseizoen in de halfliters sterk af met de vicewereldtitel. Met drie GP overwinningen en 8 podia gaf de Belg direct zijn visitekaartje af tussen de grote mannen. Hij moest echter wachten tot 1987, zijn eerste jaar op Honda, vooraleer hij eindelijk de felbegeerde 500cc wereldtitel in de wacht zou slepen. Motorcross in 1984 zal echter voor altijd een beetje synoniem bleven met de waaghalzerij van Georges Jobé op de KX500 in Hawkstone Park! De foto die de sprong toonde aan de wereld werd gemaakt door Nick Haskell.

De Britse kunstenaar Robert Kinsey deed nog een schepje bovenop de legende door de actie van Jobé te vereeuwigen in een schilderij in opdracht van Alan Bott.

Tekst: Pascal Haudiquert/ Tom Jacobs 
Foto’s:
Nick Haskell, Pascal Haudiquert, Robert Kinsey