1981 is een goed jaar voor de Belgen in de motorcross. André Malherbe en Harry Everts worden wereldkampioen in respectievelijk de 500 cc en de 125 cc klasse.
In de 250 cc is de Brit Neil Hudson aan het feest. Hij weet Georges Jobé af te houden met een erg klein verschil in punten. Op 21 januari van dat jaar komt er een einde aan de gijzeling van 52 Amerikanen door Iran. Op 12 april wordt er voor het eerst een “space shuttle” gelanceerd op de basis van Cape Canaveral. De Columbia is gebouwd om verscheidene malen opnieuw gebruikt te worden.
In mei is Paus Johannes Paulus II het voorwerp van een moordaanslag op het Sint-Pietersplein. De dader werd onmiddellijk opgepakt. Op 29 juli treedt de Britse kroonprins Charles in het huwelijk met Lady Diana Spencer en een maand later trekt het ruimteschip Voyager 2 zeer heldere foto’s van de ringen rond Saturnus. In Beiroet wordt president Anwar Sadat gedood tijdens een goed georganiseerde moordaanslag en in België gaf de Senaat het vertrouwen aan de regering Martens V.
Op de radio waren de Stars on 45 alom tegenwoordig. Het was een Nederlands concept met leuk in het gehoor liggende hits die aan elkaar werden geregen met een discobeat. Maar de plaat van het jaar was toch wel “How about us” van Champaign. De megahit was ideaal materiaal voor een zwoele plakker op de dansvloer.
125cc
Na twee opeenvolgende wereldtitels werd Harry Everts uiteraard als favoriet naar voor geschoven maar tijdens een voorjaarswedstrijd in Lummen brak hij een pols. Met te weinig wedstrijdritme trok hij naar de eerste GP die dat jaar in Lovolo, Italië werd gereden. Die eerste wedstrijd kon Everts maar weinig punten halen en was het Michele Rinaldi met de snelle Gilera die de wedstrijd won. Daarna raakte de Belg steeds meer in vorm en won zijn eerste GP in Joegoslavië. Intussen raakte ook Eric Geboers onder stoom, hij won dat jaar drie GP’s maar strandde in de eindstand op 14 punten van Harry Everts. Everts won zo zijn derde titel in de lichtste klasse van het WK motorcross.
250cc
Een jaar voordien raakte Neil Hudson verwikkelt in een rechtszaak omdat hij graag door Yamaha werd uitgekocht bij Maico maar de Duitsers zagen dat niet zitten. Dat maakte dat hij moest wachten tot 1981 om het seizoen aan te vatten op een fabrieks Yamaha. De Brit had een gans seizoen de handen vol met Georges Jobé die op een Suzuki een erg degelijke campagne neerzette. Onze landgenoot kwam in de afrekening echter 2 puntjes te kort. Neil Hudson werd zo de wereldkampioen 250 cc van 1981.
500cc
Alle ogen waren gericht op titelvoerend wereldkampioen André Malherbe die tijdens de winter in het gips moest toen een gebroken botje werd ontdekt in zijn pols. Tegen het advies van zijn dokter verwijderde hij het gips en won prompt beide reeksen tijdens de opener van het seizoen in Sittendorf. Achteraf bleek de beslissing om toch te rijden cruciaal want Malherbe zou zijn titel verlengen met een voorsprong van 7 punten. Graham Noyce was gedurende het ganse seizoen erg goed op dreef en sneuvelde op de meet. Ook Hakan Carlqvist bleef tot de laatste reeks in running voor de titel waardoor het WK 500cc in 1981 een fel bevochten seizoen werd in de koningsklasse van de motorcross. De Belgen waren dat jaar erg competitief want maar liefst vier landgenoten wisten in de top tien te finishen. Dat waren dus Malherbe, André Vromans (4de), Jaak Vanvelthoven (8ste) en Ivan Van Den Broeck (9de).
MXoN
In 1981 was de MXoN een drieluik met de Beker Der Naties (Italië), Trofee Der Naties (België) en een Motorcross Der Naties in Duitsland. De Beker werd gereden in Casale Monferrato en werd gewonnen door het thuisland met hun rijders Corrado Maddi, Michele Rinaldi, Mauro Miele en Alberto Barozzi. De Belgen stranden op een tweede plaats op 8 punten van winnaar Italië.
De Trofee der Naties werd dat jaar gereden in Lommel en kreeg na afloop prompt een hoofdstuk toebedeeld in het groot motorcrossboek. De Amerikanen, voor het eerst onder leiding van Roger De Coster, veegden de vloer aan met de Europeanen en wonnen voor het eerst de Chamberlain Trofee. Hoe dat precies ging kan je hier nog eens nalezen. Danny Laporte, Johnny O’Mara, Chuck Sun en Donnie Hansen waren allemaal Honda-rijders en niet eens als het beste team USA afgezakt naar het zand van Lommel. De rest is geschiedenis en het begin van een weergaloos succesverhaal voor de Amerikanen.
Een week nadien deed het viertal dit nog eens dunnetjes over tijdens de Motorcross der Naties in het Duitse Bielstein. Het overwicht was wel minder groot want het verschil met de Britten was maar één luttel puntje in de eindstand.
Belgische kampioenen 1981
- Inters 500cc André Vromans
- Inters 250cc Georges Jobé
- Zijspannen Daniel Van Bellinghen-Raf D’Hollander
- Nationalen 500cc Jan Vanham
- Nationalen 250cc Yvan Meulemeester
- Nationalen 125cc Bernard Robert
- Juniors 500cc Benny Vanden Eynde
- Juniors 250cc Jan Blancquaert
- Juniors 125cc Stephane Collin