X

Harold Lines was een van de eerste Motocross Nomaden op het Europese continent

Harold Lines was één van de beroemdste scramblers/crossers van de late jaren 1940s tot aan de 1950er jaren. Hij bevond zich tussen grootheden als Basil Hall, Fred Rist, Bill Nicholson, Jan Clynk, Hennie Rietman, Frans Baudoin, Marcel Meunier, Auguste Mingels, Fritz Betzelbacher en ga zo maar door…

 

Montreuil 1949. Alleen de A3 is bekend, Harold Lines.

In het kort, hij stond mede aan de basis van wat gelanceerd werd als de “Golden Era of Motocross” door auteur/journalist en organisator Ralph Venables. Omdat hij voornamelijk acteerde op het Europese continent, werd hij pas beroemd in eigen land na deelname aan de Motocross der Naties. Bovendien mocht hij zich daarna (één van de vergeten) Europees Kampioenen noemen. Zoals bijvoorbeeld Basil Hall, stond hij op het punt vergeten te worden en dat zou in mijn ogen schandalig zijn!

Historie

Harold Lines werd geboren in Isleworth, Londen, in 1920. Zijn vader was politieagent en Harold was de jongste van drie kinderen. Zijn moeder stierf aan Tuberculose toen Harold 12 was. Zijn broer emigreerde naar Zwitserland dus hielp zijn zus met hem opvoeden, maar het weerhield Harold er niet van om de school te verlaten toen hij 14 was.

Interesse in Motocross

Zijn interesse in Motocross werd gewekt in1936 toen hij Jack Stocker zag rijden in Tunnel Hill in Pirbright. Binnen een paar maanden had hij het voor elkaar om een motor te kopen en in 1937 toerde hij door Devon en Cornwall met vrienden.

Zware training voor gemotoriseerd officier, Engeland, 1939. foto: collectie Harold Lines.

De Oorlog

Vroeg in 1939 voegde hij zich bij het nationale leger en aan het begin van de oorlog sloot hij zich aan bij een verbindingstroepen-regiment als onderdeel van de 1e gewapende Divisie. Zijn divisie vertrok naar Egypte in 1940 waar hij een gemotoriseerde koerier was, rijdend op motoren door de woestijn. Hij vocht 3 jaar in Egypte, inclusief de ‘Battle of El Alamein’ in 1942. Op een gegeven moment werd de hele divisie gevangengezet door het Duitse leger, maar hij slaagde erin, om samen met verscheidene anderen te ontsnappen naar Torbruk van waar ze werden geëvacueerd per boot. Daarna vocht hij in Italië in 1944 alwaar hij serieus gewond raakte en diverse maanden in het hospitaal lag. In 1945 werd hij gerepatrieerd naar Catterick alwaar hij Geoff Duke en Hugh Viney ontmoette.

Noord Afrika 1940. Foto: collectie Harold Lines.

Trials

Na de Oorlog nam hij deel aan trials in de UK en in 1946 won hij de Exmoor trial en de Streatham Trial.

Carrière neemt een vlucht

In 1947 won hij een Belgische Scramble (Cross) in Grammont en de komende 9 jaren racete hij in Europa. Ieder voorjaar laadde hij zij Motor, een 350 Ariel, achterin zijn Hillman Minx en besteedde hij de komende zes maanden aan racen in Frankrijk, België, Holland, Duitsland, Zwitserland en Italië. De omstandigheden waren hard zonder een huis maar hij had veel geluk om vrienden te worden met Edgar Boelens en Jan Van Cappellon, die dealers van Puch waren in Brussel. Zij stelden hun huizen ter beschikking als zijnde zijn basis in Europa. Deze sterke vriendschap zou voor het leven zijn.

 

Grammont 1947. Foto collectie Harold Lines.

Hij bracht zijn tijd door in Europa vanwege de hoge prijzengelden, deze waren lager in Engeland. Omdat hij op het continent crosste was hij relatief onbekend in England. Racen in Europa pastte bij zijn stijl en al snel verwierf hij een sterrenstatus en het soort van adoratie die in die tijd slechts was weggelegd voor filmsterren.

Iedere winter keerde hij terug naar de Ealing film Studios alwaar hij werkte als technicus. Harold verscheen ook als een extra in een paar films, hij werd zelfs stuntman, rijdende in een auto in in ieder geval één film.

Naam gevestigd

Zijn introductie bij een 500cc cross was simpelweg op de juiste plaats zijn op de juiste tijd. In Augustus 1948 werd de Motocross der Naties gehouden in Spa in België. Het uit 12 rijders bestaande Britse team arriveerde zonder reserve want George Eighteen was uitgevallen met een beenblessure, Harold, aanwezig als toeschouwer in Spa, werd opgesteld in het team en kreeg Eighteen’s 500 AJS om op te rijden. Het Britse team won overtuigend.

 

Zeer fraaie actiefoto van een zichtbaar in zijn nopjes zijnde Lines op de eveneens mooie Ariel Red Hunter. Collectie Harold Lines

Hugh Viney als snelste en Harold als 4e Britse rijder en 7e overall. Niet slecht voor een last minute optreden op een vreemde machine. En nog belangrijker, het overtuigde Harold ervan dat het 350cc motorblok in zijn Ariel plaats moest maken voor een moderne 500cc. De 350cc was verouderd. De motor liep overigens op de nu verboden methanol. Hij liep ook niet zo hard op continental 80-octane brandstof. Zijn optreden op de1948 MXoN editie in Spa bevestigde zijn reputatie thuisblijvend.

Basil hall (l) en Harold Lines bespreken de tactiek tijdens de Italiaanse GP in 1948. Foto: Luciano Costa.

Resultaten en Europees kampioen

Tegen het eind van het 1948 seizoen was de Ariel voorzien van een 500cc blok en Harold plukte meteen de beloning, 2x tweede, in de laatste 2 races van het seizoen, achter zijn goede vriend Basil Hall in Montreuil, Frankrijk; en in Imola 2e achter Nic Jansen, Basil Hall werd 9e.

Een van zijn reguliere reis compagnons was Basil Hall en beide waren vrijwel onverslaanbaar op de circuits in Frankrijk alwaar ze vaak eerste en tweede werden. Ook privé waren ze goede vrienden voor vele jaren.

Montreuil 1949; Harold in favoriet zwart shirt en zonnebril. foto: collectie Harold Lines. foto: met dank aan Dave Gittins

Het 1949 seizoen startte slecht, Harold’s voet bleef haken achter een ijzeren staaf, hj werd van zijn machine geworpen en brak zijn been. Het gebeurde bij een Ooster treffen en de blessure hield hem aan de kant tot juni dat jaar. Hij maakte een grandiose comeback door de Italiaanse GP in Imola en opnieuw in Montreuil te winnen in 1949. Ook won hij verscheidene competities in België, hiermee zijn excellente vorm demonstrerend. Inclusief de selectie voor het 1949 British Motocross des Nations team, dit keer vanwege verdienste in plaats van geluk. Op een erg stoffig, ruig Brands Hatch circuit, nog altijd vol met bomkraters van de Tweede Wereldoorlog.

 

Unieke foto; v.l.n.r.: Basil Hall (in leren 6 daagse kledij van die tijd), Harold Lines en Geoff Duke (de latere wegracer! in zijn legerkloffie) tijdens een internationaal gebeuren in Eupen, België. 1949 (uit BSA De Competitie History van Norman Vanhouse)

De favoriet, België, vond de baan te onmogelijk maar Harold gebruikte al zijn Europese ervaring in lange veeleisende races en voor een grote menigte supporters beëindigde hij de race van zijn leven. Hij werd eerste overall, en Engeland won de Motocross des Naties. Dit was mogelijk zijn ‘finest hour’ met de pers van de dag, zowel Engels als overzee, die hem uitriepen tot Kampioen van Europa. Misschien deels ook omdat zijn grote rolmodel Jack Stocker ook deel uitmaakte van het team.

 

Harold Lines achtervolgd door Basil Hall op Brands Hatch 1949 alwaar hij na afloop van de MXoN tot Europees kampioen gekroond zou worden. Foto: The Motorcycle September 1949 fotograaf onbekend.

Ariel claimde terecht aandeel in de publiciteit met een hele pagina in ‘Motor Cycling’, al had Harold’s Motor een erg gelimiteerde fabrieks-support die dag. In de Franse GP van 1950 finishten Harold eerste & Basil Hall tweede. In Montreuil werd hij eerste 1ste en Nic Jansen 2e. In 1950 reed Harold 30 races in 6 maanden, werd 20x eerste en 4x tweede.

 

Een typische Continentale Meeting vlak bij Luik, Lines, A3 op kop. Foto met dank aan Dave Gittins.

Harold Lines (l) en Basil Hall; Montreuil 1949. Foto met dank aan Dave Gittins.

 

Het Engelse team in Namen of Spa 1948. Ik herkende m.i. Uiterst links Basil Hall, 6e van rechts Bill Nicholson en 5e van rechts Fred Rist. foto: collectie Harold Lines.

In 1951 was Harold Lines officieel fabrieksrijder voor Ariel. Gedurende de jaren die hij onder contract stond hielp hij met het ontwikkelen van allerlei, en ontwierp hij het ‘over de voetsteun rempedaal’. Dit was een goede en populaire uitvinding omdat het normale rempedaal regelmatig beschadigde in de ruige omstandigheden. De oude Hillman Minx werd vervangen door een Ford Mercury Shooting Brake. (Een kruising tussen een pick-up en een station car. Hij was gesloten, en had maar twee passagiersdeuren.)

Harold nam vijf keer deel aan de Motocross der Naties volgens Matthew, zijn zoon. Waaronder de winst in ’49, ’50 (met een persoonlijke 4e plaats) en in ’52 met het Britse team.

 

Dat ook in 1949 het tempo al hoog lag bewijst deze foto. (uit Motocross The Golden Era van Paul Stephens)

De ‘vergeten’ Europese kampioenen

Voor 1952 en het opduiken van het Europese F.I.M. Motocross kampioenschap, werd men beloond met de titel Europees kampioen op een eervolle basis na persoonlijke overwinningen in de Motocross der Naties.

De lijst:

1947: Auguste Mingels (B – Triumph)
1948: Nic Jansen (B – BSA)
1949: Harold Lines (GB – Ariel)
1950: Johnny Draper (GB-BSA)
1951: Victor Leloup (B-FN)

Als het aan mij lag zou deze lijst toegevoegd moeten worden aan de officiële lijst met Europese en wereldkampioenen!

 

Harold Lines op zijn best, in zwart shirt en met zonnebril op 2 Juli 1950. Foto: collectie Harold Lines.

 

Lines kan zich op grote belangstelling verheugen in Algiers in 1951. foto: collectie Harold Lines.

Helm aan de wilgen

In 1955 beëindigde hij officieel zijn motorsport carrière. In 1954 op de 6e Juni in Imola werd hij als rijder met startnummer 19 zesde en op de 5e Juli in 1955 reed hij onder startnummer 5 in de GP in Imola zijn laatste race.

Harold’s laatste echte motor-excursie was het monteren van een opnieuw opgeboorde 500 bovenliggende nokkenas voor Brian Leask’s 7R AJS. Gelijk aan de 7R AJS welke zo succesvol werd gepromoot door de Zweed Bill Nilssson (de AJS Boyracer, een tot wegracer omgebouwde Crosser). Leask bereed deze machine gedurende het seizoeen 1959. Harold wist zich altijd te herinneren dat de motor een draak van een handling had, maar hij ging als de brandweer!

 

Als Jockey op de voorpagina. Links. collectie Harold Lines

Leven na de cross

Harold startte een business carriere in de verkoop van motoren (en later scooters) met Graham Beamish in Portslade. Ook was hij nog een professionele jockey in het paardenrennen voor een tijdje. Inmiddels getrouwd, opende hij een shop in Horsham werd hoofddealer van Lambretta scooters, motors en driewiel auto’s zoals de Messerschmitt.

Zijn business was booming – hij verkocht iedere scooter waar hij de hand op kon leggen- dus een tweede winkel vlakbij Crawley volgde in 1954. Toen werd hij hoofddealer van Suzuki, Honda en Fiat, en later voor Renault auto’s in de 70’s. Dit deed hij tot zijn pensioen in 1985.

De MXON van 1951 te Namen. met alleen maar grote namen, v.l.n.r.: Brian Stonebridge, Phil Nex, Eric Cheney, Geoff Ward, , Les Archer, Ted Ogden, Jack Stocker (Harolds grote idiool), Jim Alves, Bill Nicholson, John Avery, Harold Lines, John Draper en teammanager Harold Taylor. (uit Moto-Cross The Golden Era van Paul Stephens)

De persoon Harold Lines

Na alle waarschijnlijkheid, droegen zijn opvoeding en en oorlogsjaren bij aan zijn vastberadenheid en drive bij aan zijn succes in motocross en in de business. Hij had een enorm gevoel voor humor en was erg sociaal. Hij was een bescheiden man die het gelukkigst was als hij betrokken was in activititeiten of projecten. Hij reed het liefst in een zwart shirt en met zonnebril.

 

Het ‘over de voetsteun rempedaal’, een zeer bruikbare uitvinding van Harold Lines.

June Adams verdient een Motocross star

Aan het eind van het seizoen 1951, trouwde Harold met June Adams, zelf een competitieve scrambler/motocrosster op een 350cc Ariel. Ze ontwikkelde haar interesse hierin vanwege haar die lid was van the Worthing Eagles Motorcycling Club. Ze ging naar evenementen kijken en reed met een dameszadel, maar uiteindelijk, vanwege haar competatieve natuur, kocht ze zichzelf een dirt bike en begon aan de competitie. Ze trok een hoop belangstelling van de pers, niet alleen omdat ze een competente rijdster was, die regelmatig mannen versloeg, maar het was in die tijd erg ongewoon dat een vrouw op een motor reed, laat staan dat ze deelnam aan competities.

 

June Adams in actie op een AJS met een kopie van Harolds’ team helm met de Union Jack. Collectie Harold Lines.

Haar trialmotor was gebouwd door haar voormalige vriend Cliff Hoath die eerder een 1939 MOD Red Hunter met Matchless vorken gekocht had en hierbij een AJS-frame aanpaste omdat ze slechts 1.57 mat in lengte. Hoewel June meer aan trials en grasbaan deed, deed ze het ook goed in de motocross in de UK, regelmatig mannen verslaand! Een rugblessure beeindigde haar carrière. Later ging ze oude meubelen restaureren. Haar Ariel 350cc is er nog steeds.

 

Het in stijl verlaten van de bruiloft. collectie Harold Lines.

Harold had twee kinderen, (een zoon; Matthew, geboren in 1960 en een geadopteerde dochter; Emma, geboren in 1962). Na zijn pensionering van de motorbussiness, begon hij een classic car garage business met zijn zoon Matthew. Hij besteedde graag zijn tijd met zijn kleinkinderen en de door hun gekozen activiteiten zoals dansen, paardrijden en rugby. Niemand in de familie volgde hem in de motorsport, maar zijn zoon en kleinzoon mogen graag trials en scrambling/motocross rijden voor het plezier.

 

Zeer fraaie foto van de start in Rouen in Frankrijk, 1951 of 1952. Met kopstart voor Harold. Collectie Harold Lines.

 

Harold stierf op 8 Maart, 2000 en zijn vrouw June op 22 oktober 2010.

Tekst: Mark Faber en Matthew Lines (aan wie ik veel dank verschuldigd ben voor zijn medewerking aan dit verhaal!). Dave Gittins voor het ter beschikking stellen van de tekst en de foto’s van zijn verhaal over Harold Lines; “First ‘King’ of the Continental Circus” in het inmiddels opgeheven Engelse tijdschrift Off Road Review, nummer 20, uit 1995.

Foto’s: Collectie Harold Lines met dank aan Matthew Lines, BSA The Competition History; Norman Vanhouse (met dank aan Graham Vanhouse) Moto-Cross The Golden Era; Paul Stephens Off Road Review/Dave Gittins.

admin: