Published On: 19/02/2019

Hij had alles bereikt in het WK Motorcross, stond aan de top in de VS en reed voor American Honda, destijds het belangrijkste team ter wereld. Toch had Jean-Michel Bayle er genoeg van en hij stopte met crossen op zijn 23.

Bayle staat bekend als een eigenzinnige persoonlijkheid, een perfectionist, maar ook iemand die niet vies was van conflicten. In zijn Amerikaanse periode was de Fransman zondermeer de beste crosser ter wereld. Desondanks was hij weinig populair, altijd mysterieus en moeilijk te doorgronden. In de wegrace reed hij voor de grootste teams, hij etaleerde zijn talent in de 250 en de 500cc, maar won nooit een GP.

Op de Yamaha TY50

De verbetenheid waarmee JMB zijn doelen aanpakte, was en is typerend. Je zou het eerder verwachten van de zoon van een ex-kampioen. De jonge Bayle was echter heel toevallig met motorcross en motoren in aanraking gekomen. Om zich te amuseren had de kleine Jean-Michel op zijn zesde een monkey gekregen. Speelterrein vinden in de buurt was een probleem want de familie Bayle woonde in het landelijke Manosque, het zuiden van Frankrijk tussen Avignon en Nice. Aan de ene kant de zee, aan de andere kant de bergen. Met zijn tweede motor, een Yamaha TY50, kan JMB zich perfect uitleven: een beetje enduro, wat trial. Samen met zijn oudere broer Christian verkent hij de omgeving.

Zijn eerste crossmotor krijgt hij op z’n elfde. Niet dat z’n eerste exploten een succes zijn: al na tien minuten breekt hij bij een sprong z’n been. Het weerhoudt Bayle er niet van om enkele maanden later opnieuw te beginnen crossen. Jean-Michel Bayle: Je kunt moeilijk zeggen dat ik een buitenaards talent had. In mijn eerste wedstrijd werd ik twee keer veertiende, ik zat middenin het pak. Maar het beviel me wel, daarom ben ik ook verder gegaan en begon ik steeds meer te trainen.
Een bevriende boer in de buurt helpt hem aan z’n eigen privécircuit. Om te verbeteren in het zand trekt de 13-jarige JMB zelfs naar Lommel.

Als Bayle veertien is, staat zijn besluit vast: dit is wat hij wil doen en hij stort zich vol overgave op de cross. Hij rijdt in weer en wind, eet, drinkt en slaapt MX. Zijn ouders zijn akkoord op één voorwaarde: Jean-Michel moet zich voor 100% toeleggen op zijn sport. Een jaar later stopt hij met school.  Ondertussen wordt hij gesteund door Kawasaki Frankrijk en als hij niet traint, werkt hij aan zijn eigen motoren. Overal waar the kid uit Manosque aan de start staat, maakt hij furore. In de Trophée Kawasaki veegt hij de vloer aan met de concurrentie… op zijn 80cc. De andere rijders vragen om hem uit te sluiten voor verdere deelname.

Roger De Coster

In zijn eerste GP wordt hij al in één reeks vierde, De grote doorbraak forceert hij in 1987, nadat hij is overgestapt op Honda. In het WK wordt hij op zijn CR125 met Mugen-kit derde, na het fabrieksgeweld van Van Den Berk en Strijbos. Van dan af gaat het razend snel. Bayle wordt fabrieksrijder voor Honda en wordt in 1988 wereldkampioen in de lichtste klasse. Zijn stijl is vloeiend, schijnbaar moeiteloos. In het najaar van ’88 trekt hij naar Californië. Nog voor het woord bestaat, leeft hij zich uit als freerider.

 

 

In Amerika kan hij zijn hart ophalen en Bayle ontmoet er Roger De Coster, de motorcrossconsultant van Honda Amerika. De Coster is gecharmeerd door de Fransman en wil hem helpen. Samen smeden ze een ambitieus plan voor het volgende seizoen. In de winter staat een intensieve SX-training op het
programma, daarna de eerste AMA Supercrossen en de eerste Outdoor. Daarna zou hij terug naar Europa komen, wereldkampioen (1989) worden voor HRC in de kwartliters om zich vervolgens definitief in de States te vestigen en een contract te tekenen met American Honda.

JMB is nu waar hij wil zijn. Hij heeft zich geïnstalleerd vlakbij het Honda hoofdkwartier in Torrance, Californië. Tegenover de andere toppers woont hij afgelegen, maar Bayle bouwt een goede verstandhouding op met de ingenieurs. Hij is de perfecte testrijder en stuurt de ontwikkeling. Sportief gezien spreken zijn resultaten voor zich. Na een moeilijke start wordt hij toch nog tweede in het 250cc SX-kampioenschap, op amper vier puntjes van Jeff Stanton. Er had echter veel meer ingezeten. Bayle en teammaat Mike Kiedrowski vechten keiharde duels uit waardoor ze elkaar in de problemen brengen.
Op een gegeven moment rijdt Kiedrowski de Fransman er zelfs uit zodat die 25 punten verliest. Bayle is furieus en beklaagt zich over het gebrek aan management bij Honda.  

In 1991 wordt het een onvergetelijk jaar. Bayle wordt 250cc supercross-kampioen en haalt outdoor de dubbelslag 250/500 binnen. Daarmee realiseert hij een levensdroom. Na zijn grote uitdaging in de motorcross, heeft ook zijn SX-ambities waargemaakt. De volgende etappe is een overstap naar asfalt. Het laatste motorcrossseizoen van Jean-Michel Bayle is een beproeving. De sfeer binnen het Honda US team is verzuurd, Bayle kampt met een blessure en zijn motivatie is niet meer wat ze geweest is.

JMB gaat wegracen

Hij is helemaal in de ban van het wegracen. Zodra hij even tijd heeft, gaat hij met zijn CBR600 trainen in Willow Springs. Dat Honda z’n sterrijder niet wil steunen tijdens het volgende hoofdstuk in zijn carrière, zit JMB hoog, heel hoog. Nog maar eens voelt hij zich onheus behandeld door de Big Red. Een trainingsmotor kan er niet af, zodat Jean-Michel dan maar zelf een motor koopt bij een lokale dealer. Tijdens één van zijn zelf georganiseerde trackdays komt Jean-Michel viervoudig wereldkampioen Eddie Lawson tegen die dan voor Cagiva rijdt. De Amerikaan is verbaasd – “Wat doe jij hier?” – maar Bayles antwoord slaat hem pas helemaal met verstomming: “Ik kom hier trainen, want
volgend jaar wil ik GP’s 250 rijden.” Lawson vraagt hem voorzichtig of hij wel beseft hoe hoog het niveau in het WK Wegrace is en JMB repliceert in z’n heel eigen stijl: “Ja, dat weet ik en daar train ik ook voor…”
 .

Bayle met de Honda NSR250

Midden in zijn laatste Amerikaanse seizoen, juli ’92, maakt JMB zijn wegracedebuut met een klantenversie van de NSR250 in Magny Cours. Hij eindigt voorlaatste. Slecht ingelichte lieden zouden hem op basis van dat resultaat kunnen beschuldigen van hoogmoed. Want wie start er in godsnaam in een wegrace-GP als je niet eens een lokale wedstrijd of een race in het Frans kampioenschap hebt gereden? Kenners weten echter genoeg: wie een dergelijke progressie kan voorleggen in géén tijd moet tot meer in staat zijn. Didier de Radiguès, die het ChesterfieldAprilia team leidt, haalt Bayle binnen. In zijn kielzog volgt nog een Belg: Jean-Marie Hacking. Hacking en JMB zijn twee handen op één buik en de Belgische monteur met de gouden handjes leverde eerder reeds prima werk voor Bayle in de motorcross GP’s.

Kenny Roberts

Na een leerjaar in 1993, waarin hij 8ste wordt in Engeland, stapt hij over op een fabrieksmotor. Het Chesterfield satellietteam wordt echter geleid door de familie Guidotti. In die gemoedelijke sfeer maakt Bayle zienderogen progressie. In 1994 bewijst hij zijn gelijk: regelmatig zit hij voorin. Finaal wordt hij
zelfs 8ste, de trein lijkt vertrokken.
Een gebrek aan inzet en wilskracht kun je Bayle niet verwijten. Hij geeft zich helemaal, maar 1995 wordt een tegenvallend seizoen wat betreft zijn eindresultaat. Hij valt te vaak of heeft af te rekenen met mechanische problemen. Qua afstelling en rijstijl leunt hij ondertussen dicht tegen de top aan. Het bewijs: hij vecht voor podiumplaatsen en pakt in Argentinë zelfs de pole. Net zoals De Coster eerder steekt nu Kenny Roberts zijn nek uit voor Bayles talent. In 1996 promoveert hij naar de 500cc met het Marlboro-Yamaha team van King Kenny.

De visionair Roberts doomt van een eigen motor waarmee hij de Japanners het vuur aan de schenen kan leggen en wereldkampioen kan worden. Technische problemen zorgen er 1997 voor dat de Modenas driecilinder nooit zijn ware potentieel kan waarmaken. Zijn overstap naar het Yamaha-team van Rainey kan het tij sportief niet keren. Bayle raakt in een sukkelstraatje van crashes en kwetsuren. In 2002 rijdt hij nog twee GP’s voor Red Bull-Yamaha als vervanger van Garry McCoy. JMB’s beste wegrace-resultaat ooit is een vierde plaats, net geen podium dus. Door een aantal blessures besloot hij eind 2002 te stoppen met racen en hing zijn helm definitief aan de haak.

Het palmares van JMB

  • 1988: Wereldkampioen 125cc
  • 1989: Wereldkampioen 250cc
  • 1990: Winnaar Supercross Bercy
  • 1991: Amerikaans Supercrosskampioen 250cc
  • 1991: Amerikaans outdoor kampioen 250cc
  • 1991: Amerikaans outdoor kampioen 500cc
  • 1991: Winnaar Supercross Bercy
  • 1992: Winnaar Supercross Bercy
  • 2002: Winnaar Bol d’Or
  • 2002: Winnaar 24u van Le Mans voor motoren

Tekst: Tom Jacobs