Published On: 21/03/2020

De sympathieke Waal die geboren werd in Hoei timmerde vanaf de beginjaren ’70 aan de weg om een topcrosser te worden. Iedereen die begaan is om motorcross herinnerd zijn vloeiende stijl, zijn haast foutloze reeksen en zijn doorzettingsvermogen.

Malherbe kon als geen ander om met een 500cc tweetakt en het mag dan ook niet verbazen dat hij zijn topjaren beleefde op een Honda CR500. Tijd om zijn mooie carrière in de schijnwerpers te zetten.

André Malherbe maakte al snel furore aan boord van een Zündapp in het Europees kampioenschap 125cc. In 1973 en 1974 werd hij kampioen aan boord van het Duitse merk. In 1975 werd het EK een WK en moest hij aan de bak tegen zijn Waalse kompaan Gaston Rahier. Dat jaar brak hij echter een been en dat betekende meteen het einde van zijn 125cc carrière.

Honda time!

In 1976 stapt hij over naar de 250cc klasse en kreeg een contract aangeboden van de Belgische toenmalige KTM-importeur Bovel. Hij behaalde een matige 12de plaats in het WK van dat jaar. Een jaar later dook hij echter de top drie binnen en kreeg toen ook de steun van de fabriek uit het Oostenrijkse Mattighofen. Op aandringen van KTM stapte hij in 1978 over naar de 500cc categorie en werd daar netjes zesde. Deze prestatie sprong in het oog van Honda en de Japanners gaven hem een contract om als volwaardige fabrieksrijder deel te nemen aan het wereldkampioenschap 500cc. In zijn eerste jaar op Honda kon Dédé het seizoen afsluiten op een meer dan mooie derde plaats na Graham Noyce en Gerrit Wolsink. In 1980 kon Malherbe voor het eerst wereldkampioen worden en wist het jaar nadien zijn titel zelfs te verlengen. Ook in 1982 liep het lekker voor Malherbe. Hij moest toen opboksen tegen de Suzuki-tandem Lackey-Vromans maar brak zijn been in de Amerikaanse GP en kon een kruis maken over het seizoen.

De Zweedse hardrijder Hakan Carlqvist dwarsboomde in 1983 aan boord van een Yamaha de plannen van Malherbe. Een jaar later viel alles in de juiste plooi voor “Dédé” en kon hij voor een derde maal wereldkampioen worden. Hij moest toen wel voorbij de klasbakken Jobé en Thorpe. Dat jaar pakte hij in ons land ook terecht de nationale trofee voor sportverdienste. De volgende twee jaren was er geen kruid gewassen tegen de Brit Dave Thorpe. In 1986 was het nog altijd Thorpe die de dienst uitmaakte bij Honda maar de Japanners haalden ene Eric Geboers binnen. Malherbe kon nog tweede worden in het WK 500cc.

Parijs-Dakar

In de winter van 1986/1987 moest hij na moeilijke contractbesprekingen met KTM en Honda zijn loopbaan een andere wending zien te geven en stapte geheel verrassend over naar de autosport. Hij nam dat jaar deel aan het Franse F3-kampioenschap en kon zijn prestaties stelselmatig verbeteren in de loop van het seizoen. Ook nam hij dat jaar deel aan de 24 uren van Francorchamps aan boord van een Ford Sierra Cosworth. In de laatste maanden van dat jaar werd Malherbe gecontacteerd door de Franse Yamaha-importeur Sonauto. Jean-Claude Olivier wist hem te overtuigen om deel te nemen aan de komende rally Parijs-Dakar. Op 6 januari 1988 komt André Malherbe zwaar ten val en loopt ernstige letsels op aan de ruggegraat waardoor hij voor het leven verlamd raakt. Hij moet voortaan verder in een rolstoel en is tot aan de nek verlamd. Deze dramatische wending staat in het geheugen gegrift van elke motorcrossliefhebber. Malherbe blijft echter niet bij de pakken zitten en blijft een positieve kijk op het leven hebben aan de zijde van zijn boezemvriend Jean-Claude Laquaye.

Eerder dit jaar verscheen er een interview met Malherbe in de Standaard. Je leest het prachtige artikel via deze link.

In 1984 sprong Georges Jobé over André Malherbe tijdens de GP500cc in het Engelse Hawkstone Park. De foto die ervan werd genomen zou later de meest beroemde motorcrossfoto aller tijden worden. Jobé sprong tijdens de tweede reeks regelmatig “de dubbel” en vloog zo over de verbouwereerde Malherbe. Zo staan de twee Walen onverwacht op de meest iconische motorcrossfoto ooit. De foto werd genomen door de Brit Nick Haskell.