The Great Freeze: Beaulieu, deel 2 – januari 1963
Koning Winter regeert al weken met strenge hand over Europa. Twee andere koningen, die van de motocross namelijk, Torsten Hallman en Rolf Tibblin, hebben beiden goed geboerd in 1962.
“Totte” mag zich de eerste wereldkampioen 250cc noemen, met het maximum der punten trouwens, en Rolf vangt de titel in de 500cc. Beiden zijn ook Zweeds kampioen in hun eigen categorie. Rolf schrijft nog de Motorcoss der Naties op zijn palmares alsook de 3-daagse Novemberkasan, een beestachtig zware en meerdaagse enduroklassieker in Zweden. Hallman heeft zijn motor even aan kant gezet om zijn ingenieursstudie weer op te nemen. Voor medio januari hebben ze een uitnodiging op zak voor de BBC-TV-cross in Beaulieu bij Southampton op de zuidkust van Engeland. Een crossje in het immer groene Albion als voorbereiding op het nieuwe seizoen zien ze best wel zitten.
Chaos in the UK
Eindelijk weg van die Scandinavische koude en sneeuw! Rolfs Mercedes met aanhangwagen wordt aan de Husqvarnafabriek geladen met een 250- en een 500-machine. De ferry vaart hen over naar Felixstowe. Links rijden doen de Zweden thuis ook (nog tot 1967) en de sneeuw stelt eveneens geen probleem; àls ze al kunnen rijden want dit land staat letterlijk stil. Onze Zweden begrijpen niet dat enkele cm sneeuw zulke chaos kan veroorzaken. De sneeuwruimers zijn compleet waardeloos. Gelukkig kunnen onze mannen logeren bij een vriend. Daar zijn de verwarming en het water bevroren. Alle buizen liggen er op de buitenmuur!
De moeizame tocht naar Beaulieu duurt eindeloos. In een hotel niet ver van het parcours vinden ze nog onderdak. Een verwarmde kamer is hun enige wens. Die verwarming is er. Ze bestaat uit een gloeidraad op de muur die elk uur een shilling in een bus nodig heeft om te functioneren. Om het uur is het aan de andere compagnon om op te staan en de machine te voederen. Nooit in hun verdere leven hebben de noorderlingen nog zo’n kou gehad en zijn ze zo gekweld geworden door heimwee naar huis.
Race on ice
Op wedstrijddag zijn ze heel vroeg op. Vlug de auto in, daar is het tenminste warm. De Zweden laveren rustig tussen de sukkelende inlanders door tot in het rennerspark. Daar treffen ze vrienden en deelnemers en prepareren ze hun motoren qua bandenspanning, kabels en luchtfilters voor de sneeuw-en-ijskoers.
Hallman mag de spits afbijten tegen Dave Bickers, de Europese kampioen van het vorige jaar (toen nog geen WK). De race is nog maar net begonnen of Torsten rijdt al moederziel alleen. Hij wint op één been. Dan komt Rolf aan de beurt, zelfde scenario. De Husqvarnamannen begrijpen het niet: “Waar bleven die Engelsen?” Bij Dave Bickers is de vraag omgekeerd: “Waar waren die Zweden plots naar toe?” Hij gaat om uitleg bij zijn tegenstanders.
De verklaring van hun geheim ligt in de bandengrip. De Zweden hebben extra noppen gesneden in hun banden. Dave staat er bij en kijkt er naar. Torsten leent hem zijn noppenzaag om ook zijn banden bij te werken. Het toestelletje wordt in dank aanvaard.
De gemengde 250-500-wedstrijd levert nadien hetzelfde beeld. De Zweuden schaatsen weer vooruit op de bende maar nu blijft Dave Bickers in hun buurt. De 250cc van Torsten wint het tot ieders verbazing, en ook die van Rolf die dat maar niks vindt. In de finale reeks nadien muizen de huskies er weer vandoor. Op sneeuw en ijs zijn de Vikings nog steeds de meesters. Ze fietsen hand in hand over de streep en trekken huiswaarts, trots op hun prestatie en met een beurs vol prijzengeld…
Auteur: Jan Forier