In 1981 werd de Maico 490 Mega 2 beschouwd als de beste crossmotor van allemaal. In de daaropvolgende jaren kreeg diezelfde Mega 2 de status van één van de strafste crossmotoren aller tijden. Zelfs 40 jaar later geldt deze stelling nog altijd. Ondanks dat succes stond tegen 1983 de firma Maico op instorten.
Een familiebedrijf met 40 jaar ervaring viel uit elkaar. Het grootste probleem was de onenigheid tussen de familieleden. De bittere vete zette de toon voor een spectaculaire crash. De Maico’s hadden door de jaren heen een goede reputatie opgebouwd en waren zeer competitieve machines. In Japan moesten de ingenieurs alle zeilen bij zetten om de bloedsnelle Duitse machines bij te benen. Maar het Duits bedrijf uit Pfäffingen verloor de controle door de twisten tussen twee families die de ondergang zouden inluiden.
De overgang van de dubbele schokdempers van de Mega-2 uit 1981 naar de enkele schokdemper die nodig was om competitief te blijven in 1982, zorgde voor een ongekend aantal breuken in de as van de goedkope Corte Corso mono-schokdempers van Italiaanse makelij. Trouwe Maico rijders zochten naar een vervangende schokbreker, de meesten gingen over op een Öhlins met een sterkere schokbreker as. Zo werd 1982 een rampzalig jaar voor Maico. Van het allerbeste wat de fabriek ooit afleverde in 1981 schakelde ze naadloos over op een regelrechte draak in 1982. Van al het goede van de Mega 2 bleef niks meer overeind op het model van 1982.
In 1983 bracht Maico drie modellen uit van de 490, een crosser, woestijnmachine en enduro versie. De motorcross versie, die de Spider werd genoemd, had een vierversnellingsbak en een geheel nieuwe motor. Toen de gloednieuwe Maico modellen werden onthuld, zwermden de mensen niet naar de dealers om ze te kopen. Het probleem was dat het merk zijn sterk imago verloren had. De bittere ruzies in de familie Maisch hielpen niet en de motorfietsen begonnen nog meer mechanische storingen te vertonen.
Maico had altijd al problemen met de wielen, maar doorwinterde Maico-rijders deden hun wielen naar een specialist die het spaakpatroon wijzigde. In 1983 vlogen de achternaven aan flarden en viel de versnellingsbak uit elkaar. Mensen waren woedend toen hun dure Maico’s het begaven.
Hoewel Maico probeerde garantie te geven op de onderdelen, was de imagoschade onherstelbaar. In 1983 werd Maico voor het eerst geconfronteerd met een faillissement sinds Otto en Wilhelm Maisch begonnen met het bouwen van motorfietsen na de Tweede Wereldoorlog. Door alle technische problemen daalden de verkoopcijfers in de VS en Europa dramatisch. Die twee regio’s waren voor Maico het belangrijkste afzetgebied. Deze tegenslagen dwongen het merk Maico tot een curatele door de Duitse regering. Die stond hen niet toe om in te krimpen waardoor ze hetzelfde personeelsbestand behielden ondanks de sterk verlaagde verkoopcijfers.
Terwijl de familie bleef vechten op de ruïnes van het bedrijf, probeerde de Amerikaanse distributeur zijn bedrijf te redden door de krachten te bundelen met de zonen van de Maico oprichter Wilhelm Maisch, Peter en Hans. Het idee was om de motoren de naam M-Stars te geven en dit om de juridische complicaties te vermijden. De goed bedoelde ingreep kwam echter te laat want door het snel veranderende motorcrosslandschap konden de Japanse fabrikanten snel oprukken en het marktaandeel van Maico innemen. De Japanners waren meesters in het snel ontwikkelen en verbeteren van Europese technologie. Graham Noyce was ooit eens op bezoek bij de Honda in Japan toen hij fabrieksrijder was. De eerste motor die hij toen zag staan in de afdeling R&D was geen Honda maar wel een Maico.
M-Star spartelde nog even door tot 1986, maar Maico was ten dode opgeschreven. Sinds de ondergang van het originele bedrijf, heeft het merk op een erg kleinschalige manier omzwervingen gemaakt van Duitsland naar Nederland en naar Engeland. Door geldgebrek kwam er nooit een degelijke ontwikkeling van het bestaand materiaal. Het eens zo sterke merk ging ten onder aan een slecht beleid en foute keuzes in de ontwikkeling van nieuwe technologieën.
Misschien had Maico ook het ongeluk dat, op de momenten dat de motoren goed waren, ze niet de juiste piloten onder contract hadden. Het resultaat was dat de Duitsers nooit een wereldtitel konden pakken in de motorcross. Willy Bauer kwam erg dicht bij een wereldtitel in 1973 toen hij op slechtst 2 puntjes strandde van Roger De Coster. Gelukkig heeft het bedrijf destijds grote aantallen gebouwd en kunnen we nog altijd genieten van de geweldige machines op de vintage motorcrosswedstrijden wereldwijd.