X

Brad Lackey, de groene pionier!

Vier decennia geleden was American Brad Lackey diep betrokken bij de ontwikkeling van de Unitrak vering, waarmee Kawasaki de strijd aanging met als inzet de titel in het FIM 500cc wereldkampioenschap motorcross. Nadat hij in 1972 met Kawasaki op negentienjarige leeftijd de eerste 500cc AMA motorcrosstitel in de wacht had gesleept, zag de jonge Californiër zijn toekomst in Europa, waar hij het jaar voordien voor het eerst had genoten van het racen.

De motivatie voor mij was om een betere racer van wereldklasse te worden. In 1972 won ik elke race in de VS met gemak en behaalde de eerste MX-titel op Kawasaki. Nadat ik de Europeanen hier bij de Trans-AMA- en Inter-Am-evenementen had gezien en ze niet kon verslaan, kwam ik tot de conclusie dat wat ze in Europa ook deden, me betere resultaten zou opleveren. Of het nu gaat om de circuits, de conditionering of de uitrusting, ze hadden een enorm voordeel ten opzichte van ons“, legt Brad uit die zijn carrière in Europa is begonnen met minimale ondersteuning, maar met een extreem hoge motivatie.

Het kostte hem twee seizoenen om door te stoten naar de top tien van het 500cc-wereldkampioenschap en in 1975 registreerde hij zijn eerste manche-overwinning tijdens de laatste GP in Luxemburg. Door zijn resultaten elk seizoen te verbeteren, eindigde hij uiteindelijk als tweede in 1978 en sloot hij zich aan bij Kawasaki voor hun officiële betrokkenheid in de koninginnenklasse. “Ik gaf Kawasaki hun eerste MX-kampioenschap in de VS, dus ik had veel vrienden in het bedrijf. Ze hebben me benaderd over de nieuwe Unitrak-vering die ze aan het ontwikkelen waren; ze hebben misschien overdreven in hoe ver de ontwikkeling stond, maar ik was niet helemaal happy bij Honda met hun beperkingen op de ontwikkeling van de motor. Ik wist dat Kawasaki alles in het werk zou stellen om de motor te verbeteren dus ik tekende bij hen voor ’79.”

Aan het einde van de jaren zeventig waren alle fabrieken op zoek naar nieuwe veringtechnologie omdat de motoren steeds krachtiger werden. Toen Kawasaki officieel betrokken raakte bij de 500cc-klasse introduceerden ze het Unitrak-systeem en na veel testen zette Brad een geweldige prestatie neer toen hij een reeks won tijdens de allereerste GP in Oostenrijk. “Net voor de eerste GP in 1979 in Sittendorf was de motor nog niet helemaal klaar voor de competitie, dus mijn monteur en ik vlogen naar Japan voor wat last-minute wijzigingen.  Na verschillende aanpassingen aan de motor en de vering werd de motor naar Oostenrijk gevlogen en kwam de zaterdag voor de GP aan“, herinnert Brad zich, die de wereld verbaasde met zijn resultaten. “Die dag haalde ik het podium met een 5-1 finish, ik voelde dat het een enorme overwinning was voor het Unitrak-systeem, Kawasaki en mijzelf. De grootste verandering ten opzichte van de traditionele vering was de noodzaak om heel precies te zijn met veerspanning en kleppen voor grote sprongen en kleine hobbels“, vervolgt hij.

De volgende race in Frankrijk won Brad met een derde en een eerste plaats in de reeksen. Brad won dat jaar zes manches en claimde vijf GP-podiums. “Het seizoen begon vrij goed met reeksoverwinningen in de eerste drie GP’s van het seizoen, maar toen hadden we een paar DNF’s door verschillende oorzaken. Over het geheel genomen wonnen we dat jaar meer reeksen dan wie ook, maar we hadden ook meer DNF’s” voegde hij eraan toe. Maar de ervaring die tijdens het seizoen werd opgedaan, was een belangrijke stap voor het Unitrak systeem. “Brad deed een groot deel van de ontwikkeling van het Unitrak systeem toen hij met het eerste versie op de fabrieksmotor reed in de GP’s. Het was full-factory met KHI-technici die de races bijwoonden. Hier in de VS waren onze motoren een beetje anders dan die van Brad, omdat hij toen de beste GP-fabrieksrijder was” herinnert Norm Bigelow van Kawasaki Motors Corporation zich.

Brad’s tweede seizoen met Kawasaki was nog beter, want hij stond zowat het hele seizoen aan de leiding in de tussenstand. Echter verloor het duel voor de titel tegen André Malherbe tijdens de laatste GP in Luxemburg. “Ik moet zeggen dat mijn beste herinnering zou zijn dat het management van Kawasaki volledig vertrouwen had in mijn vermogen om die motor te ontwikkelen; het maakte de relatie met hen veel leuker dan ik in het verleden had meegemaakt. In 1980 was de motor net zo goed of beter dan de Honda’s, die drie tot vijf rijders in het team had en veel ingenieurs die de motor ontwikkelden terwijl Kawasaki en ik het alleen deden” zei Brad, die dat jaar als tweede eindigde voordat hij twee jaar later eindelijk de wereldtitel won.

Op dat moment trok hij zich terug uit de professionele racewereld na tien jaar van opoffering en inspanning, ver weg van vrienden en familie, maar hij heeft nog veel goede herinneringen aan die periode van zijn leven: “Het beste was alle steun die ik kreeg van Roger De Coster, het leren kennen van toppers zoals als Roger, Heikki Mikkola en Bengt Aberg en het bevriend raken met hen. Ik heb nog steeds veel vrienden uit die tijd. Het moeilijkste voor mij was waarschijnlijk het racen in de wintermaanden in Europa bij internationale wedstrijden in België, Nederland of Frankrijk, en het weg zijn van huis“.

Als erkenning voor zijn carrière, waarbij hij in de 500cc klasse meer reeksen en GP’s won dan elke andere Amerikaanse rijder werd Brad in 1999 opgenomen in de Motorcycle Hall of Fame en in 2013 in de Motorsports Hall of Fame of America. En in 2020 zal hij nog in een andere Hall of Fame terecht komen. “Toegevoegd worden aan de Trailblazers Hall of Fame was zeer onverwacht omdat ze een Zuid-Californië Club zijn die zich vooral toelegt op Dirt Track racing.  Zoals je weet kom ik uit Noord-Californië, dus het was een grote verrassing. Ik ben ook trots om samen met Bruce Penhall, een andere wereldkampioen uit 1982, te worden geïntroduceerd. Het is een grote eer. Het banket en de ceremonie zijn nu gepland voor 7 november, nadat ze werden uitgesteld vanwege het Covid-virus. Ik hoop dat ik iedereen daar kan ontmoeten en dat dit vervelende virus weg is.”

admin: