De “moerascross” in de tuinen van het kasteelpark.
In de Gouden Era van de cross verdiende de gewone man in Limburg zijn brood veelal bij grote werkgevers als de Philips in Hasselt, Ford-Genk, “het spoor” of “in de put”. Door de week zag het volk zwart van het kolenstof maar in het weekend zag de cross zwart van het volk.
In westelijk Limburg kwam de motorcross vrij laat op gang. Na enkele schuchtere pogingen kwam er stilaan schot in de zaak. Het publiek kwam weldra naar buiten om de nieuwe motorsport te omarmen. In 1948 kwam de Motor Vrienden Club van Lummen van de grond. Zij richtten een provinciale cross in voor Juniores. De “Witte Mannekens” waren geboren. In 1949 volgde een proef met Juniores, gewonnen door René Baeten, en een seniorenproef gewonnen door Leon Liekens. De volgende Witte Mannekens zal doorgaan in augustus 1950.
Ondertussen aan kasteel Meylandt te Boekt-Zolder. Het kasteel is eigenlijk gelegen in Heusden (-Zolder) langs de weg Hasselt–Beringen. (Voor de fietsnetwerkgebruikers: halfweg tussen knooppunten 304 en 311 aan kruising met de N72 700m richting Hasselt). Het landhuis, oorspronkelijk Hof van Boeckt genaamd (1385), wordt vanaf 1603 Milandt. In 1715 komt het goed in handen van de familie de Theux die het verbouwt tot een kasteel.
Ridder Barthelémy de Theux de Meylandt werd lid van het Nationaal Congres in 1830 en was actief betrokken bij de oprichting van de Belgische Staat en bij de koningskeuze van Leopold I. Hij was minister onder Leopold I en Leopold II. Aan graaf de Theux hebben wij de Belgische grondwet, de gemeentewet en de provinciewet te danken. Verder pleitte hij voor het gebruik van het Nederlands in de rechtspraak. Koning Leopold I verleende hem de erftitel van graaf. Van de Paus ontving hij de titel van Romeinse graaf. Onze Bart stond letterlijk aan de wieg van België.
Na WO II is de glorietijd van de adel voorbij en in 1949 wordt de kasteelinboedel openbaar verkocht. In de periode 1950-1955 wordt Meylandt een hotel-kursaal met restaurant. Hierin organiseren de huurders feesten en dansavonden. Bij gebrek aan nieuwe huurders treedt na 1956 de verkrotting snel in. De gemeente Heusden koopt het kasteel in 1959. De kunstacademie vindt er een onderkomen en achter de vijver komt een vissers-blokhut.
En die motocross dan?
We zijn aanbeland in 1950. De zaakvoerders van het pas ingerichte café-restaurant-kursaal zien wel brood in een motorcross – daar komt volk op af – om hun gloednieuwe zaak te promoten en ze contacteren de MVC Lummen. Die vinden in het kasteelpark een gevarieerd terrein en stippelen er een prachtig parcours op uit met grillige, natuurlijke hindernissen en een lang recht stuk. De deal wordt gesloten. Lummen organiseert zijn derde cross dus op Meylandt. Het Belang van Limburg schrijft: “Zowel de natuurvriend, als de kunstenaar en de historicus houden van dit schilderachtig en rustig plekje. Maar op Paasmaandag betreedt de sportman en de volksmens dit afgezonderd domein. De durvende techniekers van de razende snelheid, de moderne gladiatoren van de alles tartende doodsverachting komen hier in kamp, en zullen tonen dat motocross een behendigheid en een kunde, dus een sport is, waardoor deze piloten artiesten worden in plaats van roekeloze halsbrekers, lijk zij dat nog schijnen in de ogen van oningewijden.” Als dat niet gesproken is!
De BMB-juniorencross omvat 5 reeksen van ieder 10 ronden, een herkansingsreeks en een finale over 10 ronden.
De opening van het kursaal zal met de nodige allure geschieden. Het wordt een feestdriedaagse. Op paaszaterdag 8 april wordt een publieke opening voorzien om 14 u. gevolgd door een grote private dansavond om 20 u. met medewerking van het bekende Hollandse ensemble «THE PRAIRIE RAMBLERS». Uitnodiging strikt vereist en iedereen in stadskledij!
Op zondag, Paasdag, 9 april is er een tweede groot bal om 17 u. met dezelfde medewerkers.
En dan is het paasmaandag 10 april. De motorcross kan eindelijk van start. Er is ruim parking voorzien voor auto’s, moto’s en vélo’s. Het weer is aanhoudend slecht maar de opgekomen massa maakt dat goed. De moerascross is een succes over de hele lijn. Na de cross volgt nog het derde bal, nu voor iedereen.
Op Pinksterdag 1951 krijgen we de Tweede Grote Moerascross voor junioren, een verbeterde uitgave door weiland en moeras, doorheen de vijver, over heuvels en smalle beekbruggetjes. De toppers uit Antwerpen en Luik melden zich. Het is zaak het talrijke publiek op veilige afstand te houden en voor de piloten om niet van de glibberige bruggetjes in de Maalbeek te belanden. Tegenwoordig is de beek zuiver maar destijds werd hierin het spoelwater van de steenkool geloosd. Op den duur raakte de beek door de dikke zwarte blubber verstopt en diende ze dieper uitgegraven en voorzien van een zuiveringsstation. Er was dus volop mankracht nodig om ongelukkige rijders en machines uit het gitzwarte moeras te bevrijden.
In 1952 ondersteunt MC Mol de nationale proef voor junioren en sidecars. De omloop wordt weer hertekend. Bomen en struiken worden gekapt en de vijver wordt deels gedempt.
Er volgt dan een onderbreking tot 26 juni 1955. MC Motorkracht Zonhoven neemt over met een BLB-cross voor senioren en junioren. Duizenden mensen genieten in een mooi weertje. Commentaar van de verslaggever: “De omloop is te vlak voor spektakel en enorme stofwolken hinderen het zicht. Er wordt vervaarlijk snel gereden. Echt huiveringwekkend te zien hoe vooral de seniors zich onvervaard en onbevreesd in razend tempo tussen de bomen en rond de vijvers door de kortste bochten slierden. In al dat geweld reed de Waal Hubeaut zijn machine op een boom te pletter met een dubbele dijbeenbreuk tot gevolg en de Brabander Vervoort brak zich in volle rit een been zonder te vallen doch door in grote snelheid een of andere hindernis te raken. Die keiharde kerel reed zowaar nog een volle kilometer met gebroken been verder. Zij werden beiden slachtoffers van de snelheid, die dank zij de steeds sneller wordende machines, ook in de crossen steeds maar wordt opgedreven.” De cross is de pubertijd ontgroeit.
De volgende twee jaren wordt er door de nieuwe AMC Heusden BMB-gecrost 2 km verderop naar Beringen op “de Veenderheide” (in de buurt van het atletiekstadion Het Veentje, bekend van De Nacht van Heusden).
Tot slot verhuist die omloop in 1960 naar de Bokshoeverheide (Geenrijt) vlakbij. Het is de eerste PROLIM-wedstrijd op een zwaar en spectaculair parcours en gewonnen door Walter Baeten. Buiten de junioren en senioren rijden er ook de Kleine Cilinders. Onder de deelnemers daar de 16-jarige Joël Robert die er zijn allereerste officiële cross rijdt op een Zündapp 250cc met een zwarte nummerplaat en de witte cijfers 112. Hij wordt 9de. ’s Anderendaags staat het rennerspark op de Citadel in Namen waar Bill Nilsson primus wordt bij de inters. Joel wordt 6de bij de Kleine Cilinders. Vier jaar later is hij wereldkampioen. In de jaren die volgen voegt Joël, zoals Barthelémy de Theux voordien, zelf een eigen hoofdstuk toe aan de Belgische geschiedenis, zij het dan op een heel ander vlak.
Tot zover Heusden. Ook in Zolder zit men niet stil. Eveneens in 1955 startten Fiel Jaemers en Piet Sermeus AMC Bolderberg. De energieke club zal in de komende jaren crossen op De Kluis, snelheidsraces houden in de dorpskom, aan speedway doen en ten slotte mede de omloop van Terlaemen stichten.
Meylandt blijft een pittoreske herinnering aan de rijke tijden van het Hof van Boeckt. Het is een mooi vertrekpunt voor een wandeling of een fietstocht die je dan fijn afsluit met een drankje op het budgetvriendelijke terras achteraan. Leun er achterover, sluit je ogen en voel hoe eens de zware viertakten de bodem deden daveren, door de vijver scheurden en verderop het moeras indoken…
Auteur: Jan Forier