Published On: 08/10/2017

In de eerste helft van de jaren ’80 waren de dikke 500cc -motoren de populairste van de klas. In het wereldkampioenschap was de 500cc de klasse met aanzien, met talentrijke piloten, kortom de koninginnenklasse van de motorcross.

Een 500cc met een moordtempo over een GrandPrix-circuit jagen was weggelegd voor niet al teveel gegadigden. Kortom, een vette 500 besturen was voor “echte” mannen met een buitensporig testosterongehalte. De fabrikanten hadden in die periode een vette kluif aan het berijdbaar maken van deze fietsen. De 500’s waren nogal “wild” in hun vermogensafgifte en in Japan deden de ingenieurs daarom overuren aan de tekentafel. Dat had uiteraard veel te maken met Maico 490 Mega 2 van 1981. De gebroeders Otto en Wilhem Maisch slaagden in hun opzet om de Maico 490 van dat jaar een ongelooflijk smeuïg karakter te geven. De motor had koppel op de juiste toerentallen en bleef uitermate goed berijdbaar. In het land van de rijzende zon hadden ze het even niet meer maar bij Honda kwam er twee jaren later wel een klinkend antwoord op deze Maico.

Foto:pulpmx.com

De CR480R was in elk opzicht alles wat de Maico was. En met als surplus wellicht een hogere betrouwbaarheidsgraad. Ook was de Honda een lichtgewicht ten opzichte van de concurrentie. Hij was bijvoorbeeld 11,3 kg lichter dan de Husqvarna 500cc uit hetzelfde jaar. De grootste verdienste van de ingenieurs was wellicht dat de 480R reed als een 250cc. Het ranke design, het gebruik van magnesium om gewicht te besparen en de uitmuntende stuureigenschappen maakten van deze “rode rakker” een regelrechte hoogvlieger. Hij stuurde vlijmscherp in bochten en had een zeer goede rechtuitstabiliteit.

Maico’s in Japan!

Foto: pulpmx.com

Honda had dan ook wat goed te maken want het was al stevig laat in de halfliterklasse gestapt. Terwijl Suzuki, Yamaha en Kawasaki 500cc productiemodellen verkochten  waren ze bij Honda vooral gefocust op de 125 en 250cc modellen. In 1981 liep er bij Honda de CR450R van de band. Dit was het eerste productiemodel voor het grote publiek en de machine bleek een complete ramp te zijn. De 450 was te zwaar, moeilijk te berijden en onbetrouwbaar. Bij Honda moesten ze terug naar de tekentafel om hun huiswerk beter te maken. Onbevestigde geruchten deden de ronde dat er bij Honda toen enkele Maico’s met geopende motorblokken naast de tekentafel lagen. (Graham Noyce was ooit op bezoek in de Honda-fabriek. De eerste motor die hij daar tegenkwam was volgens hem een Maico.)

Roger De Coster op Honda

In ieder geval hadden de ingenieurs deze keer hun zaakjes wel voor mekaar en werd de Honda CR480R uit 1983 een icoon uit de motorcrossgeschiedenis. Het was niemand minder dan Roger De Coster die zijn ervaring gebruikte om van deze Honda een topper te maken. De Coster was in de nadagen van zijn carrière overgestapt naar Honda om hen te helpen met hun motorcrossprogramma. Nadien werd hij terug ingelijfd bij Suzuki. De Honda werd ontworpen met oog voor detail. Vele onderdelen van de fabrieksfietsen (RC500) werden overgenomen op de 480R.

Terwijl de Amerikanen zich meer en meer zouden richten op supercross bleef de 500cc-klasse uitermate populair in Europa. De lichtere machines waren natuurlijk handiger in de Supercross waardoor de CR480R vooral populair werd in onze contreien. De betrouwbaarheid van deze Honda is zo groot dat hij wereldwijd één van de populaire machines is in de vintage motocrosscompetitie. Ook in onze oldtimerwedstrijden kom je hem regelmatig tegen. Deze crossmotor is een topmodel uit de geschiedenis en verdient daarom een plaatsje in onze lijst van iconische crossmotoren. De Honda is wellicht één van de strafste realisaties van het merk in de motorcross-sport.