Published On: 04/11/2024

Willy Oesterle, die vrijdag 25 oktober op 92-jarige leeftijd overleed, was een pionier van de Duitse motorcross en liet een blijvende indruk achter op de motorsportwereld met zijn innovatieve ontwikkelingen en gepassioneerde inzet.

Willy Oesterle: 11 september 1932-25 oktober 2024

Op zijn 14e in 1946 begon Oesterle als leerling automonteur. In 1951 had hij zijn eerste motorfiets, een DKW R125. In dat zelfde jaar deed hij al mee aan behendigheidswedstrijden en motorcross. Na een aantal jaren DKW en Maico te hebben gereden werd hij in 1957 tweede in de voorloper van het WK 250cc: de zogenaamde Beker van Europa. Zijn landgenoot Fritz Betzelbacher won dat jaar het kampioenschap.

Willy Oesterle in actie.

In 1957 en 1958 werd hij Duits kampioen. Hij kreeg in 1959 een ernstig ongeluk en begon met Ulrich Pohl aan een ultieme crossmotor te bouwen: de Oepo. Waarschijnlijk was de naam een samensmelting van Oesterle en Pohl, al heb ik dat nergens gelezen. Er zijn wel boeken over van Oesterle’s hand. Deze motor bestond oorspronkelijk uit twee 500cc Maico cilinders op een zelf gegoten carter. Het vermogen werd overgebracht door een BSA versnellingsbak. Het geheel had een verbluffend vermogen van 54 pk. In de praktijk bleek het gevaarte veel te zwaar en onhandelbaar. Er werd toen overgestapt op een cilinder met een inhoud van 400cc. Met als uitgangspunt een 250cc Puch.

De Oepo

Deze motor leverde 35 pk, maar had voor die tijd een ongekend licht gewicht van 115 kg. 25 kg lichter als het eerste exemplaar! In feite werd hier de basis voor een 2-takt motor gelegd. Op 1 mei 1960 maakte de machine zijn debuut op Kamp Lintfort. Hetgeen grote opschudding veroorzaakte. In 1962 beeindigde Oesterle zijn competatieve carrière als professioneel privérijder. Willy Oesterle werd een technieklegende, die een belangrijk aandeel had in de strijd tussen 4-takt en 2 takt. Hij had een olie- en brandstoffenhandel in zijn geboorte- en woonplaats Rudersberg, aan de Stationsstraat. Op 92 jarige leeftijd is Willy Oesterle vredig ingeslapen.

Tekst: Mark Faber