Published On: 22/09/2016

The Wizard of (Motocr)ozz is back: De pijnpunten van onze zieltogende sport bloot gelegd.

Van de week las ik op de sociale netwerksite Facebook een reactie van iemand die beweerde dat er in België en ik citeer: “al verschillende motorcrosscircuits zijn gesloten die jaren van natuurherstel nodig hadden door de schade die de sport heeft toegebracht”. Mensen die mij kennen weten dat ik geen driftkikker ben. Op dat eigenste moment voelde ik echter mijn bloed op kookpunt komen. Was het niet dat er net een telefoontje binnen kwam waarbij ik vriendelijk en beleefd moest blijven dan had ik mijn laptop door het dubbel glas van de living gesmeten.

ramonsteveVorig jaar heb ik hier op deze eigenste site op mijn plechtige communiezieltje belooft dat ik maar één column zou schrijven (omdat ik vind dat anderen dat veel beter kunnen) maar door overmacht moet ik deze belofte breken. Ik moet hier mijn gal spuwen en zeggen wat ik denk en een lijstje maken met datgene wat ik acht nodig te zijn voor de toekomst van onze sport.

Dat motorcross in ons land niet erg hoog meer staat aangeschreven is geen nieuws maar door flagrante leugens te verspreiden lopen we het risico dat de schade nog groter dreigt te worden. Op Facebook komen er bij regelmaat stukjes bij die over dit item gaan. Is het niet Joël Smets (onlangs in De Zondag) of Stefan Everts en Eric Geboers die elke betreffende partij een geweten probeert te schoppen, dan is er wel iemand van een Belgische motorcrosssite die de nagel op de slaat en heel gedetailleerd weet uit te leggen wat er schort en wat er moet gebeuren. Eén van de artikels van de bevriende website motocrossmag.be vatte het recent heel gericht samen (met dank aan auteur Matthias Van Eeckhoven) en kan je hier lezen.

Egoïsme en verzuring in onze maatschappij.

Everts zei een paar jaar geleden dat het voor de motorcross in ons land “vijf na twaalf” is en ik gaf hem gelijk met de opmerking dat dat geen reden is om het op te geven. Vandaag denk ik dat het “kwart na twaalf” is geworden en zie de toekomst voor de sport somber in maar nogmaals: dat is geen gegronde reden om de handdoek in de ring te gooien. En ja, er zijn erger dingen in het leven maar daarom hoeft de cross in ons land niet te verdwijnen. Vandaag was in het nieuws dat onze heren ministers een aantal jaren geleden hebben besloten om groenestroomcertificaten te geven aan afvalverbrandingsovens van 30 jaar oud. Dat is erg, omdat je als minister met een pennentrek geld uit de portefeuille haalt van de brave werkende mens en het laat vloeien naar bedrijven waar diezelfde ministers participeren in de raad van bestuur. Bedrijven die notabene al die jaren winst maakten zonder die verdomde certificaten. Zo word de kloof tussen arm en rijk snel groter. Net nu komt er nog wat extra bagger boven drijven met de Bahamas Leaks waarin alweer de naam Dexia is gevallen. De bank (nu Belfius) die met enorme hoeveelheden staatssteun gered is, blijkt op de Bahamas constructies te hebben opgezet zodat de rijken geen belastingen moesten betalen op hun al exuberante winsten (al dan niet zwart). De Belgische staat heeft Dexia genoeg gesteund en zou nu beter Belfius leegzuigen om de gedupeerde brave burger zijn destijds verloren spaarcentjes terug te geven. Dat de bank dan ophouden moet met bestaan is niet erg. Van mij mag het. Sorry maar dit moest er even uit.

We willen het hebben over wat er nodig is om de cross in België de plaats te geven die het verdient. We willen het hebben over de personen die het voor het zeggen hebben en waar ze voor staan. We willen dat het woord “minister” geen scheldwoord word maar een woord dat staat voor een persoon die klaar staat voor de bevolking en dit zonder zichzelf te verrijken op de kap van diezelfde bevolking. Kortom, we willen het hebben over “8 dingen die de motorcross in België goed kan gebruiken”.

  1. Alle motorcrossfederaties van ons land moeten aan tafel. En niet om samen een portie mosselen te verorberen (alhoewel het één het ander niet uitsluit) maar om alle federaties aan Waalse en Vlaamse kant onder te brengen onder de FMB/BMB. De hoofdreden voor dit alles is dat de FMB/BMB de spreekbuis moet zijn voor iedereen die in België aan motorsport doet. Zij zijn het die naar onze beleidsmakers moeten stappen en met de vuist op tafel moeten slaan dat het zo niet verder kan. Philippe Muyters heeft gelijk: met een versplintert systeem van amateurfederaties in ons land ben je niks.
  2. Amateurfederaties moeten het grote geheel zien. En ja, dat is niet gemakkelijk. Vlaamse en Waalse motorcrossfederaties moeten durven verder kijken dan hun eigen achtertuin en snel geldgewin aan de kant schuiven voor het grote(re) plaatje. De federaties vissen in een steeds kleiner wordende vijver en moeten inzien dat ze op termijn winnaar zijn door onder de vleugels van de FMB/BMB te opereren. Het kan niet bevorderlijk zijn voor de motorcross dat rijders met allerlei voordelen worden overgeheveld van de ene naar de andere federatie. Zo voeg je niks opbouwends toe aan de sport in het algemeen.
  3. De FMB/BMB moet niet te hoog van de toren blazen. Ik wrijf het de “grote bond” aan dat ze de amateurmotorcross in ons land decennia lang genegeerd en aan hun lot hebben overgelaten met de bekende versplintering tot gevolg. Zelfs hun eigen organisaties zoals “The Belgian Nationals” trekken minder piloten dan een wedstrijd voor het Belgisch kampioenschap Oldtimercross. Dat zegt niks over de Oldtimercross maar alles over de toestand van ons Nationaal motorsportbeleid. Dat is een beleid dat de FMB/BMB moet uittekenen maar al die jaren heeft laten verkommeren met halfslachtige beslissingen. Die wereldtitels bleven toch maar komen niet? De Side-cars buiten beschouwing gelaten (schitterend dat Hendrickx – van den Bogaart dit jaar eindelijk wereldkampioen werden) is het van 2007 (met Steve Ramon) geleden dat we nog een titel konden vieren.
  4. De heren ministers moet wat minder zeveren en wat meer doen. We hebben al een paar legislaturen “versleten” maar buiten veel gepalaver en holle beloftes is er niks gebeurd. In het bijzijn van Everts en Smets zijn er beloftes gemaakt maar die verdwenen al snel in het door de ministers zelf verklaarde “gebrek aan maatschappelijk draagvlak”. Daarom doe ik bij deze een nieuw wetsvoorstel: Ministers moeten kunnen afgerekend worden op hun prestaties of op het gebrek ervan. Een slecht rapport zou direct een negatieve invloed hebben op hun pensioenuitkering en de startdatum van de pensioengerechtigde leeftijd.
  5. Natuurverenigingen moeten niet overdrijven. Zonder namen te noemen kan gesteld worden dat natuurverenigingen niet altijd realistisch zijn als het gaat om natuurbehoud. Zelf ben ik een groot natuurliefhebber maar het stuit me tegen de borst als een natuurvereniging plots “tabula rasa” maakt van een voormalig crossterrein om er godbetert “verdwaalde” populieren te rooien en het volledige terrein aan gort te rijden met zware machines. De konijntjes gaan blij geweest zijn. Dat dit alles dan nog gesteund word door de Europese Unie doormiddel van een wetgeving die dateert van toen de konijnen nog konden spreken. Van konijnen gesproken: Als motorcrossen toch zo een slechte invloed heeft op de wildpopulatie, waarom moet er dan nog altijd op wild gejaagd worden?
  6. Jago en Liam moeten wereldkampioen worden. Het is niet anders. Als de heren ministers klagen over een gebrek aan maatschappelijk draagvlak dan zullen een paar wereldtitels dat draagvlak wel creëren. Jago Geerts en Liam Everts zijn onze stille hoop en zorgen ervoor dat onze beleidsmakers weer op TV komen om de nieuwe kampioenen van een blinkende beker te voorzien. Dat ze de VIP-tent moeten betreden met een paar botten tot op kniehoogte zullen ze erbij moeten nemen. Wij vinden dat alvast beter dan zat thuiskomen van lintjes doorknippen. 
  7. Vlaanderen en Wallonië subsidiëren een indoor trainingscircuit (of twee). Geluidsoverlast blijft een heikel punt in de cross. Vermits dat ik denk dat elektrisch crossen een aparte sport gaat worden naast de traditionele motorcross moeten er oplossingen worden gezocht. Mensen zijn nu éénmaal minder verdraagzaam ten opzichte van lawaai dan 50 jaar geleden. Joël Smets noemt het terecht de verzuring van de maatschappij. De industrie (lees motor- en uitlaatfabrikanten) moeten tegen een versneld tempo minder storende uitlaten maken. De F.I.M. moet de motor zijn van een nieuwe wetgeving die als streefdoel zou moeten hebben: max. 88dB(a). Indoortrainingsfaciliteiten kunnen betaald worden met overheidsgeld via BLOSO. Zeker als de federaties onder de FMB/BMB werken en zich als één sportfederatie kan aanmelden voor financiële steun.
  8. Motorcrossers (met een te luide uitlaat) moeten eerst voor eigen deur vegen. Ja heren, ik heb het tegen jullie. Op Facebook van leer trekken tegen de teloorgang van de motorsport in België en op zondag gas geven met 110 dB(a) gaan echt niet samen. Jullie zijn deels verantwoordelijk voor die teloorgang. Ja, het staat stoer om een dikke 450 zoveel decibels te laten spuwen maar je zou beter wat harder trainen en wat minder pinten drinken in de tent achteraf. Zo compenseer je die 2 armzalige verloren pk’s vermogen na het monteren van een gereglementeerde demper.

The Wizard of (motocr)ozz

bmb2