Published On: 24/10/2023

Harry van Hemmen is een voormalig MXGP-journalist en fotograaf van het weekblad MOTOR en enkele buitenlandse bladen. Hij kent alle “oude makkers” uit het WK 500cc en dus ook de Nederlandse hardrijder Kees van der Ven. Harry trok naar de woonplaats van Kees in Portugal om bij een bak koffie flink wat herinneringen op te halen. Hij kwam terug met onderstaand relaas.

 

 

Ik moet beginnen met een bekentenis. Tijdens de voorbereiding op mijn gesprekken met Kees van der Ven verzamelde ik alle successen van deze topper. Hoe lang ik Kees al ken? Ruim veertig jaar dat is wel zeker. Toch was ik verrast toen ik zijn erelijst compleet had. Ik heb Kees van der Ven onbewust ondergewaardeerd. OK dat is stap één.

Stap twee was een afspraak maken met de al jaren in Portugal (omgeving Pombal aan de kust tussen Porto en Lissabon) wonende landgenoot. Tot 1990 maakte ik Kees als journalist mee en mijn oordeel staat nog fier overeind: Kees is altijd Kees net zoals Jan altijd Jan (de Groot) was. Van der Ven is nuchter, eerlijk, bescheiden en altijd zichzelf. En Kees van der Ven is iemand met een interessant verhaal én een eigen mening. Als je maar de juiste vragen stelt!

In de afgelopen jaren liep er steeds een streep door onze ontmoeting maar midden oktober had ik 4 dagen uitgetrokken voor een 761 km lange rit van mijn huis in Spanje naar Portugal. “Kees het is tijd om eens uitgebreid bij te praten,” schreef ik hem. “Dat zou leuk zijn” was zijn reactie. Het werden prachtige gesprekken en die wil ik hier gaarne delen.

 

 

 

De resultaten van Kees heb ik in een aparte erelijst gezet. Kees is de jongste van 6 kinderen uit een boerengezin in Bakel. Zijn broers waren fan van Frans Sigmans en zo raakte de jongste van het gezin ook geïnteresseerd in de motocross. “Met mijn neus tegen de etalage van Frans gedrukt zag ik de prachtige crossmotoren die waren uitgestald. Thuis hadden we allerlei crossbrommers. Van mijn ouders mocht ik niet crossen dus mijn Rond-Sachs die ik bijeen gespaard had moest ik wegstoppen. Een bevriende buurman reed me naar de wedstrijden en het kwam dus al snel uit toen hij in zijn Fiat 600 met aanhanger ons pad opreed. Toen ik korte tijd later mijn eerste wedstrijd won werd mijn vader mijn grootste fan.”

Zijn broers Toon en Jan namen de jongste Van der Ven onder hun hoede. Toon werd de man van de aanpassingen en specialiseerde zich in de vering. Dat bouwde hij uit tot zijn VRS Racing Service, zie de Facebookpagina van Toon van der Ven. Jan was de man die de tijdwaarneming voor zijn rekening nam. Sjef Goossens was een vriend van Kees en hij sloot aan als zijn monteur. En nadat Kees bij zijn grote voorbeeld Frans Sigmans ging werken versnelde de cross carrière van Kees van der Ven. “Bij hem leerde ik sleutelen en op woensdagmiddag als de zaak gesloten was gingen we samen trainen. Zo raakte ik steeds meer bedreven in de sport. Tot ik Frans ging verslaan, dat vond de leermeester minder leuk.”

 

DE ERELIJST VAN KEES VAN DER VEN IS INDRUKWEKKEND.

 

Zijn eerste nationale titel was in 1975 bij de 250cc Junioren. Snel stootte Van der Ven door naar de nationale top en hij reed 250 GP´s vanaf 1977. Elf Nederlandse motocross titels heeft hij op zijn lijstje staan. Zowel in de 250cc (7x) als de 500cc (4x). Kees was de meeste jaren fabrieksrijder voor KTM en op dat merk behaalde hij zijn beste resultaten in het wereldkampioenschap: tweede, vijf keer derde, vierde, twee keer vijfde, zevende en achtste om alleen de top tien klassering te noemen.

Hij won met John Hensen, John van den Berk en Jan Postema de COUPE des NATIONS landenwedstrijd in 1984. Kees van der Ven werd in 1986 als allereerste (voor Eric Geboers) Mister 875cc na het winnen van een GP in alle soloklassen.

 

 

 

Kees werd 18 keer opgenomen in het Nederlandse team voor de Motocross des Nations (500cc), Trophee des Nations (250cc) en Coupe des Nations (125cc) landenwedstrijden motocross. Moet ik verder gaan? Over naar het enduro werk: tijdens de eerste Le Touquet strandrace brak hij een ruggenwervel. Kees over deze race en zijn eerste keer: “Ik reed op een schuine kant maar zag niet dat er een open stuk was om auto´s door te laten. Het werd een harde klap. Voor de Franse importeur was deze 3 uurs wedstrijd op het strand in noord Frankrijk commercieel een zeer belangrijke race. Het jaar erop kwam ik terug en won deze strandrace vervolgens 5 keer op rij.

Wij zijn zandrijders van huis uit en heb vaak stilgestaan maar je knalde door en voor de lage startnummers had men wel respect.” Later zou hij ook op het Scheveningse strand winnen, crashte een jaar later en beschadigde zijn gezicht. “Dat ongeluk kostte 100 gulden inschrijving en tweeduizend gulden voor nieuwe tanden. Daarna de laatste keer droeg ik de tv-camera en reed nog net zo hard als de kopmannen.” Er was in Frankrijk een 24 uurs enduro, Les 24 Heures de Bretagne. Kees maakte gedurende zijn uren op de motor weer goed wat zijn teammaten lieten liggen. Nog een groot evenement in Frankrijk dat hij op zijn naam schreef.

Kees van der Ven Le Touquet 1982
Foto: enduropale-passion.com

Eind 1984 werd de Zesdaagse enduro in Nederland gehouden rondom het circuit van Assen. Kees van der Ven werd ingezet als lid van het Nederlandse Dr. Pepper team. “Ik vond enduro rijden leuk. Sleutelen had ik bij Sigmans geleerd en snel banden wisselen (belangrijk in de Zesdaagse – HvH) ging me makkelijk af. Toch wel tot mijn eigen verbazing (en die van de experts – HvH) had ik mijn klasse de 500cc kunnen winnen. Ik begon echter de eerste dag met een mislukte start. De carburateur had ik met siliconen gedicht in verband met veel water onderweg. Daardoor kon ik niet vlotteren en sloeg de motor de eerste keer niet binnen een minuut aan. De tweede dag liep hij met nog 4 seconden te gaan. Voor de Zesdaagse begonnen was stond ik al op 60 strafpunten. Niettemin werd ik tweede in de eindstand na het winnen van de slotproef in Norg. Ach misschien maar beter zo dan dat ik de wereldtitel had gepakt want dat had wellicht het Nederlands Venko-Honda team de Zesdaagse overwinning gekost.”

 

KEES ALS TEAMBAAS.

 

Zijn we er dan met de erelijst van Kees? Nee dus. Ik herinner me zijn dagen als teammanager van het CHAMP MOTOCROSS Team. In 2000 was ik bij de Finse GP in Heinola en zag er Grant Langston 125cc wereldkampioen worden. De Zuid-Afrikaan lag het hele jaar in de slag met James Dobb maar won met ruime voorsprong. Kees van der Ven was de teammanager van het Champ team. “In 1993 had ik na afloop van mijn eigen carrière een rol bij het Chesterfield Team waarin Pedro Tragter 125cc wereldkampioen werd in Australië maar mijn rol was beperkt. Pedro werkte nauw samen met zijn vader Hans en zij vormden een sterk duo. Grant had eveneens zijn vader aan zijn zijde maar die was bikkelhard voor zijn zoon en zelden tevreden. Altijd ging het om de eerste plaats en ze haalden met ons de titel in 2000 en gingen daarna verder in Amerika.

 

 

 

Erik Eggens zat ook in ons team en hij werd derde in het WK van 2001. Ook Erik was een rijder met een bevlogen vader naast hem. Zijn broer Theo haalde hem over om in diens team te gaan rijden op Yamaha. Niet lang daarbij bood Theo ons Marc de Reuver aan omdat hij meende dat die zich beter bij ons verder kon ontwikkelen. Theo wilde er later nog wel voor betaald worden maar daar ging ik niet op in. Steve Ramon werd in ons team wereldkampioen in 2003. En Ben Townley werd de derde wereldkampioen 125cc in ons CHAMP Team in 2004. Hij wilde op elke baan bij iedere training de snelste zijn maar met hem werkte ik nauw samen.”

Als ik na mijn journalistieke jaren incidenteel een GP bezocht keek ik altijd uit naar een hernieuwd contact met Kees. Er werd in het crosswereldje aangehaald dat Kees van der Ven een afstandelijke teambaas was. Kees legt uit: “Ik was zeker geen teammanager die overal vooraan stond. Die na de wedstrijd het hoogste woord had of elke maand bij KTM op kantoor zat. Die elke race in de picture kwam om zijn waarde naar de sponsors toe te bewijzen. Wij werkten met drie man op de circuits: ik liep overal rond en keek wat goed of beter kon qua lijnen die de rijder koos. En hoe de motorafstelling klonk en of de vering klopte. Daarna overlegde ik mijn naaste teamleden, mijn broer Toon voor de vering en Harrie Nolte die de motor klaar maakte. Samen kwamen we tot de beste motor voor onze rijders. Jocke Karlsson was een rijder die blijkbaar goed om zich heen keek. Als ik tussen het publiek stond en hem een betere lijn aangaf reageerde hij meteen en reed dan bijna over mijn tenen.”

 

 

HOE KOMT EEN BAKELSE JONGEN IN PORTUGAL TERECHT?

 

Iedereen zal instemmen met de geweldige erelijst van Kees van der Ven als coureur in de 3 GP klassen. Met Maico en KTM in de 250cc: met KTM daarna in de 125cc en 500cc; tot slot op een privé Honda de 500c afmakend. Daarmee is hij de meest complete, succesvolle Nederlandse motocrosser … OK zullen fans zeggen, tot Jeffrey Herlings 5 wereldtitels bijeen reed. Maar die is puur crosser en minder allround als coureur en ik zie hem niet als teambaas. Ik noemde niet voor niks dat Kees van der Ven is ondergewaardeerd. Voor wie alle uitslagen van Kees wil weten zou ik zeggen zoek verder op internet. Mij is het interessanter om te weten: hoe kwam hij in Portugal terecht?

“Eind van de vorige eeuw waren we al naar meerdere wedstrijden in midden Portugal geweest. Ja en dan ontmoet je iemand daar in de buurt die zegt waarom zoek je hier niet een huis als het land en de omgeving je wat lijkt. Zo kochten we een appartement in het dorp waar ik nu nog steeds woon. Mijn boekhouder wilde dat later wel overnemen toen ik een groter appartement vond. Weer wat later werd er een perceel naast ons appartement aangeboden waar een huis gebouwd kon worden. Ik heb toen zelf een complete tekening gemaakt met de juiste maten en indeling zoals ik het wilde hebben gemaakt. Een groot huis van drie verdiepingen met onderin een dubbele garage en een groot zwembad want ik hou niet van tuinieren.

 

 

Die schets ging vervolgens naar de architect en de bouwer en zo kon ik de vorderingen op de bouw goed volgen. Hier is men wel flexibel met bouwen, een groot verschil met Nederland. In het begin woonden we er een deel van het jaar maar later zijn we permanent naar Portugal verhuisd. Ik heb nog wel woonruimte in Brabant als ik bij mijn zoon en kleindochters ben.” We praten als opa´s over hoe het voelt als de kinderen en speciaal de kleinkinderen ver weg wonen. We zijn het eens: eenieder heeft zijn eigen leven en tegenwoordig kun je met een paar uur vliegen terug in Holland zijn.

 

NEGEN JAAR KTM FABRIEKSRIJDER.

 

Er zijn rijders die vaker van merk wisselden. Er zijn genoeg sporters die na hun sportieve successen in een zwart gat vielen en veel inleverden. Kees van der Ven heeft zijn zaakjes goed voor elkaar! Dat merk je aan alles. Geen grootspraak, geen conflicten, geen overdreven eisen. Na de eerste jaren met Sigmans op een Husqvarna van Joop van Wees (die nooit iets gratis gaf) of een Maico van importeur Piet van Dijk kwam er een aanbieding. Niet van Maico of KTM maar van Yamaha. Ik luister geboeid naar zijn verhaal.

“Tijdens de 1980 Trophee des Nations in Maggiora, Italië kreeg ik bezoek van iemand van Yamaha Europa. Een vriendelijke Japanner.” Dat moet Tanakasan geweest zijn die eerder Mikkola binnen hengelde, reageer ik meteen. “Ja kan wel,” vervolgt Kees. “In elk geval hij legde een voorstel neer wat ik kon krijgen als ik naar Yamaha kwam. Contractgeld, bonussen, een monteur en een bus. Het complete pakket. Wat nu vroeg ik me af. Zoiets had ik nog nooit aan de hand gehad. Je hoopt er wel op en nu werd het serieus.”

Die keuze leek mij snel gemaakt Kees!

“Nou het liep iets anders want Gert Brouwer de KTM-importeur kwam erachter en die belde meteen naar Mattighofen. En daarop kreeg ik een uitnodiging van directeur Erich Trunkelpolz (de T in KTM – HvH). Harrie Goossens was de voorzitter van de Cross der Azen in Sint Anthonis. Tevens regelde hij voor veel toppers de wedstrijdcontracten binnen en buiten Nederland. Harrie reisde mee naar Mattighofen.”

 

 

Het zou de eerste en laatste keer worden dat Kees van der Ven zich liet adviseren. “Trunkenpolz opende met “jij gaat helemaal niet naar Yamaha want die nemen Neil Hudson.” Wellicht wist hij meer of blufte de grote baas. Ik legde die Yamaha aanbieding op tafel en zo werd het KTM. Ik werd fabrieksrijder maar was eigenlijk testrijder want ik reed met pre-productie motoren. Helaas ging er wel eens wat stuk maar daar klaagden wij beiden nimmer over. Ik had nooit het speciaal gebouwde spul wat Suzuki en Yamaha inzetten. Maar ik was er tevreden mee. In de 250cc ging ik verder waar ik met Maico was gebleven. En ik bleef KTM trouw al gebeurde er eind 1983 iets dat me onaangenaam verraste. De rechterhand van Trunkenpolz, Kalmann Cseh belde me en zei gefeliciteerd. Ik dacht hoe weet hij nou dat onze Kevin geboren was. Nee hij belde met trots dat ik voor 2 jaar naar de 125cc klasse over ging in 1984 en 1985. Ik vond het helemaal niks.”

 

TYPISCH KEES VAN DER VEN.

 

Hier komt een Van der Ven eigenschap naar voren waarom hij zo gerespecteerd wordt. Hij protesteerde even en ging over tot de orde van de dag al was hij tien jaar ouder dan de jeugd. “Ik had nog nooit GP’s op zo´n 125cc ding gereden. Ik reed tot dan toe in feite met standaard fietsen. In de 250cc was Jobé mijn tegenstander en LaPorte en die hadden mooier spul in de ogen van velen. Anders dan Jobé was Danny een fijne vent en een sportieve rijder. Afijn iets van een week voor het WK 125cc van 1984 begon haalde ik bij Farioli in Italië mijn nieuwe machine op. Kon er kort mee trainen en dat beviel me wel maar had geen idee waar ik stond en hoe sterk de concurrentie was. Er zat een goed blok in met een zware krukas dus je kon hem goed op het gas rijden. We reden de eerste GP-wedstrijd in Vittorio Veneto in noord Italië. Ja en ik won beide manches!”

 

 

Dat niet alleen Kees maar na zes Grand Prix jaren had je een machine die er ook nog es geweldig uitzag. OK belangrijker was dat jouw 125cc KTM supersnel uit de start tevoren kwam. En als ik nu de video’s nog eens terugkijk, je zat er hartstikke goed op. Dat jaar 1984 had je wereldkampioen kunnen worden!

“Daar kan ik het helemaal mee eens zijn.” Na Italië won Kees de openingsmanche in Nederland (Stevensbeek) maar werd in de tweede manche aangetikt door Jeff Nilsson, viel in het losse zand en het noodlot sloeg toe. “Ik ging onderuit bij een sprong, de achterbrug sloeg in mijn gezicht en brak mijn oogkas. Strijbos won die GP. Twee weken later was ik er weer bij en won nogmaals drie manches op rij in België en Oostenrijk maar reed lek in de tweede manche. De vierde GP was in Duitsland en die won ik net voor Michele Rinaldi die terugkwam van een blessure en met slechts 17 WK punten begon die dag. Weer twee weken later was Roggenburg in Zwitserland en brak daar mijn hand. Ik zocht vaak de vlakke kant van de baan want dan ging de motor het best. Maar ja, ik raakte zo wel een dikke paal. Daarmee miste ik San Marino en daarna pakten Rinaldi en Maddii de zeges en bleef ik last houden van pech. Zeven keer viel ik in 1984 uit met een lekke band.”

Met nog 2 GP’s te gaan was de WK stand: 1. Maddii 271 punten; 2. Van der Ven 235; 3. Rinaldi 229. ”In Kuopio, Finland reed ik zelfs in beide manches lek; een dubbele nul. Corrado Maddii zou kampioen worden en Luxemburg wachtte als laatste GP. Maddii werd zaterdags getorpedeerd door Fanton en brak een been. Rinaldi wilde daarop niet rijden omdat hij vond dat Corrado de titel verdiende maar hij werd overgehaald of gedwongen. Michele werd kampioen en ik bleef steken op de derde plaats.”

 

EEN DIKKE BONUS IN LE TOUQUET?

 

Van der Ven had er in zijn KTM jaren meer uit had kunnen halen als het om geld gaat. In een Belgisch intervieuw was de vraag “wat was je slechtste beslissing?” Daarop antwoordde Kees: “Ik heb geen beslssingen hoeven nemen want ik was tevreden met hoe alles liep en hoe ik me kon ontwikkelen. Schijnbaar kreeg KTM van mij de juiste informatie om hun motoren te verbeteren.” Je won 5 keer Le Touquet, je zult wel een dikke bonus afgesproken hebben Kees? “Nee. Ik dacht dat ik net als Carlqvist een zomerhuisje zou krijgen. Niet dus. Ja een gratis start in de Dakar. Wist ik veel …” Jij regelde je eigen zaken zonder veel onderhandelen. “Maar ik was tevreden met wat men bood. Kijk, ik vroeg niks en reed in de Grand Prix met het Camel hesje over mijn KTM-shirt. Vele fabrieksjongens mochten dat niet. Dan pakte ik als eerste Camel rijder de beste bonus.” Kees moet er om lachen, er zit een gelukkig mens tegenover me.

 

 

 

In de 250cc had hij maar 1 jaar een kans(je) op de wereldtitel in 1982. Hij kreeg van KTM een blok van Moisseev in zijn machine. Kees won ermee in Unadilla de USA Grand Prix. Goed voor KTM en hun verkoop in die enorme markt. “Ja heel belangrijk. KTM had een week later posters met de slogan: KTM – Kees the Man.” Maar Van der Ven werd geen kampioen. Oh nog een keer over Unadilla Kees, in 1987 was daar de Motocross des Nations en Nederland had dé kans om te winnen. Dat zou geweldig geweest zijn. Jij reed beresterk met twee tweede plaatsen, John van den Berk vocht als een leeuw maar Strijbos liet jullie in de steek. “Ja die was zo druk met geldzaken en contracten dat hij ver onder zijn kunnen presteerde.”

Die overwinning in de Coupe des Nations 125cc landenwedstrijd pakt niemand je af. “Zeker. Rinaldi won twee keer en ik finishte achter hem. Ook daar reed John van den Berk ijzersterk en we hadden in Jan Postema de ideale stoorzender die een ronde achter lag en de Italianen het leven zuur maakte. Goh wat waren die kwaad. Zo won Nederland met 3 punten verschil.”

 

NOG EVEN OP HONDA.

 

We leunen achterover in de luxe tuinstoelen. KTM maakte een eind aan hun samenwerking en Kees ging in 1990 verder in de 500c op Honda. “Ik wilde het als solo rijder gewoon proberen op een Japanse motor. Of dat een gevoel gaf dat ik gemist zou hebben. Maar dat was niet zo al ging het helemaal niet slecht. KTM heeft het geweldig gedaan tot in de MotoGP aan toe. Maar laat KTM niet zeggen dat ze één grote familie zijn. Als je niet presteert zijn ze keihard en lig je eruit. Dat heb ik zelf zo beleefd nadat we KTM drie wereldkampioenen hadden bezorgd.”

 

Kees van der Ven tijdens de reunië in Oss van 2021.

 

Eén conclusie is makkelijk te trekken na dit verhaal: Kees van der Ven is content met zijn prestaties en heeft het zakelijk goed gedaan. In de CHAMP jaren verkeerde hij onder de vleugels van Jan Tinnemans die Kees veel zaken uit handen nam. Champ was hondenvoer dat Jan aan de man bracht en Kees leerde veel van deze zakenman. Hij deed erna nog wat voor andere teams en liet daarna de cross achter zich en geniet al jaren van de rust en ruimte in midden Portugal. Hij spreekt de taal, wordt er herkend en rijdt nog graag ritten door de wijngaarden en de bossen. “Niet meer als voorrijder. Vorig jaar lag er een boomstam op het pad en ik vloog er hard af. Weer een ruggenwervel gebroken.” Verder ongeschonden uit de cross gekomen? “Nou mijn linkerknie is slecht.” Als Kees zijn blessures opsomt volgt er toch wel een lange lijst.

 

AFRONDING.

 

Tot slot denk ik aan twee gebeurtenissen die me altijd te binnen schieten als ik met respect aan Kees van der Ven denk. Na de Stadioncross van Amsterdam schoten 5 van zijn vaste fans me aan met deze vraag: “Harry, als onze Kees vooroprijdt waarom staat Gerard Rond dan vaak in de krant en op tv?” Ik legde uit dat Gerard slim het beste wiel wist te kiezen. Anders gezegd, hij had contacten op de juiste plek. “Ok dus toen wisten mijn fans hoe het zat,” lachte Kees. Hij wil nog wel iets kwijt. “Er stond soms dat Gerard uitgevallen was. Maar Gerard zette zijn motor juist aan de kant als hij voelde dat hij geklopt zou worden. Dat stond nooit in de krant.”

Een tweede gebeurtenis was zaterdag 18 juni 2011. Ik liep het rennerskwartier binnen van de Spaanse GP in Baneza. Ik zag Harrie Nolte op me af rennen. “Heb je het al gehoord, Mariëtte is overleden.” Als ik bij Kees thuis aankom zie ik dat zijn snor er af is. “Hij groeide niet langer aan de zijkanten.” Het maakt hem jonger; hij is nu 66 jaar oud (van 18 juni 1957) en ziet er goed uit. Hij laat ons binnen en we kijken naar de foto´s van zijn kleindochters op de schoorsteenmantel. Daarnaast een oude zwart/wit foto van een echtpaar met een klein kind op de arm. “Dat is Mariëtte.” Ik voel net als die zaterdag in 2011 de emoties opwellen. Kees en Mariëtte waren altijd samen. “Ja ze werd ziek, moest zelfs snel terug naar Holland gevlogen worden maar binnen twee weken was ze overleden.”

 

 

 

Voor Kees blijft het gemis van zijn vrouw maar hij kan er goed over praten. Samen hadden ze voor Portugal gekozen en totaal onverwacht viel ze weg. Na geruime tijd vond hij terplekke een nieuwe partner en voelt zich helemaal thuis in Portugal. We hadden vorige week lange gesprekken die zo veel indruk maakten dat ik dit verhaal schreef zonder de opnames van twee dagen terug te luisteren. Dit Kees van der Ven verhaal is voor mij een mooie afronding van zoveel interviews die ik mocht schrijven. Destijds als journalist en nu als pensionado. Altijd pas tevreden als er een verhaal uitrolde dat ik zelf graag zou willen lezen. Dan is het goed en vrijwel altijd dacht degene die mij te woord stond er ook zo over. Juist die combinatie maakt dat ik met dankbaarheid op mijn verhalen terugkijk.

KEES VAN DER VEN ERELIJST

NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP:
NK 250: 7 titels 1975 t/m 1983.
NK 500: 4 titels 1985, 1986, 1988, 1990.
WERELDKAMPIOENSCHAP:
WK 250: Maico 27e in 1978 (één GP, Schwanenstadt , Oostenrijk).
WK 250: Maico 5e in 1979 (eerste GP zege Hyvinkää, Finland).
WK 250: Maico 2e in 1980.
WK 250: KTM 3E IN 1981.
WK 250: KTM 3E IN 1982.
WK 250: KTM 3E IN 1983.
WK 125: KTM 3e in 1984.
WK 125: KTM 4e in 1985.
WK 500: KTM 5e in 1986 (eerste GP 500 zege Vimmerby, Zweden).
WK 500: KTM 3e in 1987.
WK 500: KTM 4e in 1988.
WK 500: KTM 8e in 1989 (laatste GP overwinning Huskvarna, Zweden).
WK 500: Honda 7e in 1990.
WK 500: Honda 13e in 1991.
WK 500: Honda 32e in 1992.
GRAND PRIX winnaar: 18 keer.
GRAND PRIX manche winnaar: 33 keer.
18 keer lid van Nederlandse Landenteam in de Motocross des Nations 500cc, Trophee des Nations 250cc en Coupe des Nations 125cc.
COUPE des NATIONS winnaar 1984 met Hensen, van den Berk, Postema.
LE TOUQUET 3 uurs Strandrace: Winnaar 1982, Winnaar 1983, Winnaar 1984, Winnaar 1985, Winnaar 1986.
ENDURO WK 1984 – 2e in de 500cc, winnaar slotproef Norg.
Eerste MISTER 875cc: winnaar in 125, 250 en 500cc sinds 4 mei 1986. Eric Geboers was de 2e een jaar later.
TEAMMANAGER van het CHAMP MOTOCROSS Team met 3 wereldkampioenen: Grant Langston in 2000, Steve Ramon in 2003 en Ben Townley in 2004.
Tekst: Harry van Hemmen
Foto’s: Harry van Hemmen, Enduropale Passion, archief MXV en MXMag