Published On: 16/02/2023

De Westhoek was, toen de motorcross populair werd in ons land, één van de plaatsen waar je moest zijn als je hield van motorcrosswedstrijden. Ook was het een voedingsbodem voor jongelui die graag in de voetsporen van hun helden traden. En de Kemmelberg trok toen schoon volk op en naast het circuit. Jacques Depuydt schreef er een artikel over.

De Fifties

Het Hellegat, de Piconcross op de Zwarteberg, de Kemmelberg, ………. Met olifanteoren luisterden we naar de verhalen die tussen pot en pint heen en terug, gingen over Nic Janssen, August Mingels, Victor Leloup, René Baeten, Leslie Archer, David Curtiss ………….die hun AJS  Matchless, BSA, FN, Sarolea de flanken van de heuvels op en neerjoegen.

 

 

Hoe Brian Stonebridge met zijn Greeves de GP van België 250 cc op de Kemmelberg in 1959 won, en later kampioen werd.

De golden Sixties

Kanaalcross Komen, Wielewaalcross, Casinocross op de Zwarteberg, Vlamertinge, Poperinge, Beveren Yzer, Gijverinckhove, Leke, Diksmuide, Fort Napoleon, Wannegem Lede, Tiegem, Cassel, de weelde kon niet op.  We konden er met de fiets naartoe, om onze helden aan het werk te zien.  Joel Robert, Roger De Coster, Sylvain Geboers, Jef Teeuwissen, Gaston Rahier, de Wiertzen, Torsten Hallman, Victor Arbekov, Ole Pettersson en Jeff Smith. Alle hebben ze hun noppen in de westhoekklei geplant, en slag geleverd in Flanders Fields.

Geen wonder dat daardoor talenten als Yves Dumont naar boven kwamen en tal van anderen aan het crossen gingen.

 

 

Apotheose van dit gouden decennium: De grote prijs van België 250 cc in 1966. Ik kan me nog levendig het beeld voor ogen halen toen de Tsjecho-Slovaakse bus vol CZ-motoren, voor Joël, Arbekov etc. die op de Kemmelberg aankwam. De japanners met de eerste Suzuki’s.

In deze dagen kon je een handtekening vragen aan een Zweedse rijder die zijn eieren aan het bakken was in de koffer van zijn Mercedes, met de prachtige afgeronde remorque erachter. Zonder mobilhomes ging het ook lekker in die dagen.

Zelfs de pastoor gaf zijn zegen: met een zondagsmis op de wagen van geluidsversterking …………

De Seventies en Eighties

Geen wonder dat de sixties een enorme voedingsbron waren voor de opkomende liefhebbersbonden. In elke gemeente was er wel iemand die zich geroepen voelde om crosser te worden, en overal werd wel een cross georganiseerd. In onze regio was er de concurrentieslag tussen de Montesa-clan van Dumont en de Maico-clan van Lysy. Uit deze voedingsbron kwamen natuurlijk sterke piloten voort, zoals de gebroeders Claus, Rik Descamps, de Vanhouttes die meestreden voor de amateur titels.

 

 

Trainingsterreinen, zoals Pittes te Moorslede, bij Jan in de buizenfabriek te Mesen, de Wielewaal, de Ponderosa, het industrieterrein in Diksmuide, de tramweg in Zonnebeke, bij Meester Becquart in Wijtschate, Houthulst, het Zwaanhof in Komen…………daar kregen al deze talenten de kans om hun skills te verbeteren en de stiel te leren.

En toen in de winterperiode de crossmotoren op stal gezet werden, gingen West-Vlaamse trials van start. De gebroeders Dejaegere en zelfs Filip Meirhaeghe, de kampioen mountainbike waren de bekendste deelnemers. Activiteit het hele jaar door.

 

 

De actuele realiteit. De Poppies in Flanders fields zijn gebleven, maar de motorsport is verdwenen ……. (oeps ik overdrijf, het Zwaanhof in Komen is nog aan het overleven)

Tekst: Jacques Depuydt
Beelden: archief