De komende maanden zal deze site op regelmatige basis tien dezelfde vragen stellen aan ex-GP rijders. Tien vragen over het verleden, het heden en de toekomst van de motorcross. Tien vragen over hun teleurstellingen en hun hoogtepunten. De namen die de revue zullen passeren zijn niet van de minste. Vorige week was onze landgenoot Marnicq Bervoets aan de beurt en deze keer verlaten we het vasteland om de bekende vragen af te vuren richting Dave Thorpe.
David Thorpe was in zijn jeugd een begenadigd voetballer die zelfs een aanbieding kreeg om bij Queens Park Rangers te gaan shotten. Gelukkig koos hij voor motorcross op het hoogste niveau. Thorpe was jarenlang aan de slag in het wereldkampioenschap 500cc en kwam vooral Belgen tegen op zijn jacht naar titels. Tegenstand kwam er vooral van ploegmaat André Malherbe en Eric “The Kid” Geboers. Dave Thorpe kwam in 1983 terecht bij het Honda HRC fabrieksteam en dat was ook het moment van zijn eerste successen. In 1984 won hij zijn eerste GP en kon een jaar later voor de eerste keer wereldkampioen worden. In 1986 kon hij voor een tweede keer de titel pakken na een intense strijd met Honda teammaat Dédé Malherbe. De twee komende jaren deed hij niet mee voor de titel door blessures. In 1989 werd Thorpe voor een derde maal wereldkampioen 500cc door een verbeten strijd te voeren met Eric Geboers. In 1990 maakte hij de overstap naar Kawasaki maar kon nooit meer het vroegere niveau behalen en kapte met motorcross aan het einde van het seizoen 1993. Hier zijn de tien vragen aan Dave Thorpe.
1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? DT: Dit is altijd een moeilijke vraag omdat er zoveel sterke rijders waren. Hakan Carlqvist, André Malherbe, Eric Geboers en Georges Jobé waren allemaal straffe mannen maar als ik er eentje moet kiezen neem ik André Malherbe vanwege zijn natuurlijk talent op de crossmotor. Hij was slim, zijn rijstijl was “smooth” en uiteraard bloedsnel.
2) Welk was uw favoriete omloop? DT: Farleigh Castle UK.
3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? DT: De HRC Honda’s van 1985, 1986, 1988 en 1989. Deze motoren waren enorm snel.
4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? DT: Mijn vertrek bij HRC Honda op het einde van 1989.
5) Tweetakt of viertakt? DT: Viertakt! Heel erg plezierig om mee te rijden.
6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? DT: Natuurlijk is er een plaats voor elektrische crossmotoren maar ik hoop dat ze de ontwikkeling van de huidige viertakten niet in de weg staan.
7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? DT: De Britse GP 500cc in Farleigh Castle. Ik vertrok als laatste na een valpartij in de start en kwam terug naar de tweede plaats aangevuurd door 40.000 uitzinnige fans.
8) MXGP of Supercross? En waarom? DT: Beiden, ze zijn allebei even leuk om naar te kijken. Talent, durf en vastberadenheid op zijn best in twee verschillende disciplines.
9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? DT: De prestaties uit 1989 omdat ik de twee voorgaande seizoenen (’87 en ’88) af te rekenen kreeg met blessures.
10) Wat moet er volgens u veranderen om de populariteit van de motorcross weer aan te scherpen? DT: Motorcross is populair maar tegenwoordig hebben gezinnen meer keuze om hun weekends te vullen. Word het Motorcross, F1 of MotoGP? Voor de motorcross hier in het Verenigd Koninkrijk zou het goed zijn als de sport wat meer op TV zou komen.