Published On: 15/05/2019

De Zweedse motorcrossers waren in de beginjaren van de motorcrossgeschiedenis sterke figuren in het wereldkampioenschap. Eentje ervan was Ake Jonsson. Hij was onderdeel van een sterke lichting crossende vikingen en was driemaal erg dicht bij een wereldtitel. Daar is echter wat geluk voor nodig en dat ontbrak telkens toen het om de knikkers ging. Dit is een overzicht van de succesvolle carrière van Ake Jonsson. 

De Zweed werd geboren 5 oktober 1942 in Hammerdal, Zweden. Hij trad voor het eerst in competitie in 1961 aan boord van een Husqvarna. Vanwege zijn geweldig uithoudingsvermogen en bekende behendigheid en efficiënte rijstijl, boekte hij snel vooruitgang. Al in 1964 werd hij een officiële fabriekspiloot voor het Zweedse merk en trad aan in het WK 250cc. Zijn eerste wedstrijd was in Hedemora. Dat zelfde jaar werd hij nationaal kampioen 250cc en klopte niemand minder dan Torsten Hallman. Gelijktijdig met het motorcrossen zou Jonsson ook nog zijn studies afmaken. In 1967 studeerde hij af als ingenieur.

 

 

In 1967 stapte hij over naar de 500cc klasse en zou een jaar later al derde worden in het WK. Door technische problemen kon hij dat jaar niet hoger scoren. In 1969 stapte hij over naar het Duitse Maico en trad er aan om de motor verder te ontwikkelen. Zijn ploegmakker waren toen Adolf Weil en Willy Bauer. Hij viel frequent uit met motorproblemen maar kon in 1970 toch weer derde worden in de eindstand. Nooit was hij dichter bij een wereldtitel dan in 1971 maar alweer stak pech stokken in de wielen. Hij ging als leider naar de laatste wedstrijd van het WK maar viel in de tweede reeks uit met een losgekomen bougie terwijl hij aan de leiding hing. Dat was in het Nederlandse Sint-Anthonis. De tweede plaats in de eindstand smaakte erg bitter, hij kwam in de eindafrekening vier punten te kort. Roger De Coster pakte daar zijn eerste titel.

Ake Jonsson was erg succesvol in 1972 tijdens de Trans-Ama in de US. Hij won negen van de elf wedstrijden en won met overmacht de Trans-Ama titel met een Maico.

 

Ake Jonsson tijdens de Trans Ama van 1972.

 

Vanuit Japan kwam er in de winter van 1972 een aanbod om de Yamaha met monovering verder te ontwikkelen in de 500cc klasse. Dat werd andermaal een moeilijke opdracht. Jonsson kreeg de motor niet betrouwbaar en competitief en eindigde vierde in het WK. Datzelfde jaar lukte het in de 250cc wel voor teamgenoot Hakan Andersson, hij werd wereldkampioen en schonk Yamaha een eerste wereldtitel.

In 1976 besloten de Japanners om hun fabrieksteam op te doeken en zo trok Ake opnieuw naar Maico. Ondanks een gebroken sleutelbeen eindigde hij nog als achtste in het WK. Twee jaar later zou Jonsson aantreden op een Kramer met Rotax-blok en in 1979 trok hij weer naar Husqvarna en was de cirkel rond. Het was zijn laatste jaar als motorcrosser.

De sterke Zweed schreef destijds ook een boek met de titel:  “The Technique of Moto-Cross”.

 

 

Jonsson won drie keer de Trofee des Nations (250cc) in 1964, 1966 en 1967. Hij was ook drie keer winnaar van de Motocross des Nations (500cc) in 1970, 1971 en 1974.

Zeven keren werd hij Zweeds kampioen 1964, 1967, 1968, 1972, 1973, 1975 and 1976.

In de US werd hij Inter Am kampioen in 1970 en Trans Ama kampioen in 1972.

Ake Jonsson won in totaal negen grand-prix.

Bron en foto’s: akejonsson.com en wikipedia