Dat motorcrossers een ras apart zijn staat buiten kijf. Ze zijn keihard, fysiek tip top in orde, kunnen goed multitasken en zijn van geen kleintje vervaart. Maar deze eigenschappen zijn niet genoeg om een topcrosser te worden. Je zal je grenzen moeten verleggen, en dan wel heel echt ver weg van het normale. U zal tot het uiterste moeten gaan en diep in uw reserves tasten.
Je zal pijn moeten verbijten, voor, na en tijdens de wedstrijden. Uw leven draait nog rond één ding, een winnaar zijn en daar zal je alles maar dan ook alles voor over hebben. Je let op je voeding, leeft als een monnik, geen drank, geen vrouwen en dus ook geen seks. U zal uzelf kwaliteiten moeten aanmeten specifiek bedoeld voor motorcrossers. Omdat u ergens een begin moet maken sommen wij er alvast negen voor u op!
1. Verpleegkunde. De ronde voordien ging het nog lekker maar deze keer kom je de bocht niet om. Je vliegt door de afrastering en raakt een paaltje met je linkerhand. Uw mecanicien staat toevallig in de buurt en die snelt naar jou toe om de motor te repareren zodat je snel weer de baan op kunt. De stekende pijn in je handschoen voelt niet goed en je trekt de handschoen uit. Een flinke jaap van een vleeswonde maar geen nood, je hebt alle attributen bij de …. euh ….. hand. De gereedschapskist vliegt open en je ontsmet de wonde met een spuitbus remmenreiniger, neemt de isolatietape en draait de snee netjes dicht. De handschoen gaat weer aan en go go go. Pijn? Welke pijn?
2. Noodreparaties. Tijdens de trainingen scheurt je aluminium tank bij een lasnaad. De motor loopt plots slecht en ondanks de zomerse temperatuur voelt je scrotum plots abnormaal koud. Terug in het rennerspark zoek je inderhaast naar kneedbaar metaal maar voor je die gevonden hebt is een collega al in de weer met je lekkende tank. Hij schuurt met een blok lekker ouderwetse Sunlight zeep over de gescheurde naad tot deze helemaal is opgevuld. Het resultaat: je rijdt twee reeksen uit zonder een druppel benzine te verliezen. Wel achteraf definitief laten repareren. En het prikkelend gevoel “down under” gaat vanzelf weg na een paar dagen.
3. Uitvluchten. Je hebt zo van die dagen dat het zonder enige valabele verklaring voor geen meter draait op de cross. Je bent fit, hebt geen blessures en je bent met een goed gevoel opgestaan. Tijdens de eerste reeks rij je rond als een schotelvod, iedereen vliegt je voorbij. In de tweede reeks lukt het ook niet waardoor je achteraf in de tent de schuld steekt op de carburator …….. of de ontsteking. Zonder verpinken voeg je er aan toe dat het flink zoeken wordt om het probleem op te lossen. Voor elke onverklaarbaar falen tijdens de wedstrijd is er altijd wel een technische uitleg. Daar trappen wij niet meer in hoor.
4. In bed. Geen enkele motorcrosser geeft het toe, ook de toppers niet maar een motorcross win je in bed. Motortraining, fitnessen, gezond eten, voedingssupplementen en een “do or die” mentaliteit is prima voor een motorcrosser maar een echte winnaar wordt je in bed. Om alle verwarring uit te sluiten: wij hebben het over voldoende slaapuren. Echte toppers liggen op tijd in bed en blijven niet in de sofa hangen tot de late uurtjes. Twee uur voordien leg je ook best je smartphone weg want net voor het slapen gaan “whatsappen” is niet bevorderlijk voor uw nachtrust. En ……. uw techniek schaaf je echt niet bij door video’s te bekijken tot na middernacht.
5. Op café. Het is een cliché maar aan de toog worden straffe verhalen verteld. En het aantal overwinningen staat recht evenredig met het aantal biertjes. Ergens om de hoek loert er een eventuele wereldtitel na een nachtje doorzakken met een industriële hoeveelheid Trappist. Uiteraard zit er naast u een brave mens die geen ene moer af weet van motorcross. Goed bezig jongens!
6. Shoppen. Hierin zijn motorcrossers evengoed dan hun vrouwelijke soortgenoten maar er is een nuance. Als vrouwen schoenen kopen is dat omdat ze schoenen willen. Als crossers accessoires kopen in de shop is dat vooral om bij te praten. Die rood geänodiseerde spaaknippels zijn maar een uitvlucht om even bij te chatten over de cross. Je motor loopt geen meter harder met die nippels maar even bij praten over de cross gaat nu éénmaal gepaard met de aanschaf van onnodige toeters en bellen. Wat wel is: Door de aankoop geef je je lokale dealer het gevoel dat hij niet voor niks twee uur heeft staan lullen over de cross.
7. Niet gaan trainen. Hier zijn jullie grootmeesters in, echt bij de allerbesten. En bovendien komen jullie weg met een erg valabele uitleg want niet gaan trainen is “supercompensatie”. Echter, mensen die dicht bij je staan doorzien jullie uitleg erg snel. Een supercompensatie van zes maanden is geen supercompensatie maar pure luiheid. Iemand?
8. Voetbalsport bashen. Ook hierin zijn jullie gedreven. Niks zo lekker als kleinzerige voetballers vergelijken met heldhaftige en nooit versagende motorcrossers. Op je smartphone doe je niks liever dan filmpjes delen over Neymar die na een lichte tik toe is aan de laatste sacramenten en Chad Reed die na een horrorcrash (Millville 2011) fluitend weer op zijn Honda stapt. Bovendien durf je haast niemand van je motorcrossvrienden zeggen hoezeer je genoten hebt van de Rode Duivels tijdens het WK vorig jaar. Waar is da feestje?
9. Zuinig leven. We willen niemand aanzetten om massa’s geld over de balk te smijten maar bij momenten zien we toch een lichtjes overdreven zuinigheid in de aanschaf van elementaire uitrusting. Lang leve Tec-7 om je dertig jaar oude crosslaarzen te behoeden van loskomende delen. En die gaten in je oude Husqvarna raceshirt van 1974 heb je er echt niet in geknipt op een warme zomerdag op de cross. No way.