Nee, we hebben echt niks tegen voetballers.
Ondertussen moet je ook nog je plaats zien te verdedigen als je op kop rijdt, de juiste versnellingen selecteren, de beste sporen kiezen, je rempunten in acht houden en zien dat je niet op je knikker gaat. En dan willen we het nog niet hebben over wat je allemaal moet doen indien je slecht weg bent en een inhaalrace uit je mouw moet schudden zoals alleen Tony Cairoli dat kan.
- Crossers worden gehard vanuit de wieg. Of het met opvoeding of met een aangeboren afwijking met de naam “karakter” te maken heeft weet ik niet maar feit is dat een motorcrosser al vroeg de grenzen van zijn kunnen gaat opzoeken. Die jongens hebben al “peper in de reet” vanaf hun eerste stapjes. Het zijn die mannen die als ze 5 jaar zijn hun eerste fietsje aan gort rijden omdat ze de grenzen gaan opzoeken. Ook lichamelijke schade maakt voor hen niks uit. Elke kwetsuur is voor hen een stap dichter naar dat ene doel: Wereldkampioen motorcross worden.
- Motorcrossers doen hun eigen ding. Het maakt niet uit of hun ouders lak hebben aan alles wat met een motor aangedreven word: crossers doen hun eigen ding en vinden altijd de weg om op een crossmotor te kunnen kruipen. Herinner je de vader van Roger De Coster die in de krant moest vernemen dat zijn zoon deelnam aan motorcrosswedstrijden. Sorry lieve ouders voor het aangedane leed maar wij kunnen niet anders. We zijn geboren om op dat hoogpotige marteltuig te rijden en dat het tussendoor heel erg pijn kan doen vinden we niet erg.
- Geldgebrek is geen punt. Crossen kost een hoop geld en de sport is er eentje van de gewone werkmens dus op een budgettair overschot hoef je alvast niet te rekenen. Maar crossers zijn ook hier hardleers en bijten zich vast in het nobele doel om te kunnen crossen, hoe dan ook. Aftandse motorblokken worden opengevezen en weer als nieuw gemaakt. Frames worden vakkundig aangepast en uitgerust met tweedehands schokdempers die door de handen van een specialist gingen. Deze dingen leren crossers al vroeg in hun jeugd. Het is een soort van plantrekkerij die zijn gelijke niet heeft. En trouwens, wat vreet een voetballer eigenlijk uit in zijn jeugd?
- Het lichaam van een motorcrosser is af. Correctie: van een getrainde crosser. Vraag het maar aan begeleiders van topsporters, aan kinesisten en sportdokters: Geen enkele andere sporter heeft een zo compleet getraind lichaam dan een motorcrosser. De uitzondering bevestigd de regel: In het rennersparken zie je geen bierbuiken maar superstrakke lijven waar de koorden er dik op liggen. Sportdokters bevestigen dat motorcross een sport is waarbij elke spier, elke vezel in een lichaam wordt gebruikt om te presteren. Voor de dames: Doe een crosser binnen, hun uithoudingsvermogen is fenomenaal.
- Motorcrossers zijn gefocust, alleen het resultaat telt. De weg naar de top is hard en lang. Trainen, sleutelen, reeksen rijden, kwetsuren laten helen: het maakt hen niet uit. Het doel heiligt de middelen. En welke middelen gebruikt worden om de top te bereiken maakt hen geen zier uit. Het eerste wat een motorcrosser vraagt in het ziekenhuis is: Wanneer kan ik weer op de motor? Orthopedische chirurgen krijgen wellicht een punthoofd van motorcrossers. Die harde kerels deinzen er niet voor terug om zelf de plaaster te verwijderen en dat twee weken eerder dan voorzien.
- Motorcrossers zijn inventief. Die lui maken echt alles met duct tape. Een gebarsten frame houdt het nog een reeks uit met een flinke hoeveelheid tape. Hun vers opengereten wonde word vakkundig ontsmet met een spuitbus remmenreiniger. Hierbij vertoond hun gelaat geen enkele grimas, wat had je gedacht. Tijdens een vreselijke crash denken we maar aan één ding: de motor aan de praat houden en de koppeling inhouden zodat we snel weer verder kunnen. Braaaaaaaaaaap !!!!!!