X
    Categories: nieuws

1966. De dood rijdt altijd mee, ook op de cross!

Jerry Scott op een Cheney Gold Star. Foto: Eric Miles

Als schrijver Hendrik Conscience zijn volk leerde lezen, dan leerde René Baeten zijn volk wereldkampioen motorcross worden. Zo ook leerde Brian Stonebridge het volk een 250cc te bouwen en er mee te crossen.  De Belg en de Brit, beiden op het toppunt van hun kunnen, sterven na elkaar  in nog geen 8 maanden tijd (1959-1960). De internationale cross-scene is er helemaal het hart van in. De aartsvaders van onze nationale motorcross in de forties en fifties, Gust Mingels (+1973) en Nic Jansen (+1974), overlijden lang na hun actieve carrière. Op dat ogenblik is dat slechts een kanttekening in de pers waard. Ook het overlijden van aanstormend talent Steven Lenoir afgelopen seizoen vond betrekkelijk weinig weerklank. De cross heeft dan ook erg aan populariteit ingeboet.

Maar in 1966 heerst de algemene verslagenheid opnieuw als de jonge Brit Jerry Scott het leven laat in de mx-arena.

Jeff Smith Foto: ANP

Op dat ogenblik is Jerry Scott de 26-jarige rijzende ster in Groot-Brittannië. Het is een aangename, knap ogende man, met krullend blond haar. Hij staat bekend om zijn sterke fysiek en een pittige rijstijl. Hij stapt in het GP-circus in 1964 en laat zich daar enkele keren opmerken. In 1965 doet hij dat over en in beide jaren levert hem dat telkens een achtste plaats  in het WK op. Als opkomend talent wordt hij ingelijfd bij BSA als teammaat van oude vos Jeff Smith, legende bij het leven.

Daags nadat Engeland op Wembley wereldkampioen voetbal wordt tegen West-Duitsland slaat het noodlot toe in de Britse sportwereld. In Boltby (Thirsk) vindt een onbeduidende race plaats tussen de rijders uit het zuiden en die van het noorden van het land.

Chris Horsfield

Scott heeft pas een nieuwe auto gekocht en zou samen met zijn GP-maatje Chris Horsfield in Yorkshire een goede en welgekomen duit gaan opstrijken. Veel plezier beleeft Scott niet aan zijn nieuwe wagen want die doet het niet. Scott zal pas op het circuit toekomen als de trainingen afgelopen zijn. Horsfield neemt Scott mee langsheen het parcours om hem de beste lijnen aan te geven en waarschuwt hem voor de gevaarlijke baan. Hij adviseert hem  het kalm aan te doen, zeker bij race-aanvang.

In de vijfde ronde gaat het grondig mis. Scott, Smith en Horsfield stormen samen naar de kopgroep in de race. Op een razendsnel stuk bij een springbult komt Scott ten val en rolt van zijn machine, dwars over de baan tot net daar waar Smith van plan is om hem aan te vallen. Het is een blinde schans. Smith kan zijn ploegmaat niet bijtijds zien en rijdt hem aan. Smith wordt met een gebroken pols en sleutelbeen afgevoerd. Nooit voorheen in zijn 18-jarige carrière heeft hij met een breuk te maken gehad! Met Scott loopt het fataal af. Zodra dit bevestigd wordt, wordt de racedag abrupt afgebroken. Jerry Scott is niet meer. De verbijstering is enorm.

De dood van zijn jonge teamgenoot brengt Smith eerder psychologische dan lichamelijke schade. Het fatale accident hakt flink in op zijn gemoed. Met de dood van Jerry Scott begint de neergang van Smiths loopbaan. Jeff zou later verklaren: “Ik won nog wel maar vanaf toen ging alles veel moeizamer”.

Smith moet zijn GP-campagne noodgedwongen afbreken en verliest alzo de kans om voor de derde keer op rij wereldkampioen 500cc te worden. Hij beseft ook wel dat dit slechts een hypothetische kans is gelet op de onbetrouwbaarheid van de nieuwe titanium-BSA. In 1967 wordt hij nog tweede in het WK met één GP-win tegenover 7 voor de oppermachtige Paul Friedrichs. In 1968, tijdens zijn laatste Grand-Prix-campagne, belandt hij op plaats 8, het sein om er toch maar mee op te houden.

Tekst: Jan Forier

admin: