X

12 Vragen aan Werner Dewit.

Wij zetten de traditie verder en duwen onze microfoon onder de neus van mensen die motorcross ademen. Deze keer stelden we de bekende vragen aan een Limburger. De motorcrosser uit Neerpelt werd geboren op 12 januari 1972 en reed zich flink in de kijker op een crossmotor. Op zijn Facebookpagina staat geschreven dat hij “holeshots” en zandrijden heeft gestudeerd aan de Hogeschool van de MX en dat hij les kreeg van Stefan Everts en Marnicq Bervoets.

Werner Dewit is een grapjas maar vooral een steengoed motorcrosser. In 1987 werd hij Belgisch kampioen bij de BMB Juniors 125cc en in 1994 deed hij dat kunstje nog eens bij de Inters 125cc. Tijdens zijn topjaren zat hij altijd in de beste teams aan de zijde van wereldtoppers zoals Marnicq Bervoets. Herinnert u hen nog op de Johnson Suzuki van Team Geboers? In 1993 en 1994 zat hij in de Belgische selectie van de Motorcross der Naties. In de eindstand van het wereldkampioenschap 250cc motorcross scoorde hij verschillende keren binnen de top tien met een zesde, zevende, achtste en een negende plaats.

Hij kon een vijftal keren een tweede plaats scoren in een GP. In 2002, 2003 en 2004 werd hij VLM-kampioen bij de Inters en later maakte hij deel uit van het winnende Belgische team tijdens de Vets MXdN in Farleigh Castle.Dat lukte hem trouwens twee keren met winst in 2012 en 2016. Bovendien is hij al jaren een graag geziene gast op de wedstrijden van het Belgisch kampioenschap Oldtimercross. Hij won in de klasse pré 90 in al die jaren talrijke wedstrijden maar moest in 2017 door gezondheidsredenen de handdoek in de ring gooien. Hier zijn de 12 Vragen aan Werner Dewit.

1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? Werner Dewit: De sterkste was gewoon Stefan Everts. Hij was zoveel beter als ons, technisch en fysiek. Marnicq Bervoets was zeker een grote concurrent van Stefan en die twee staken er toch bovenuit in onze generatie.

2) Welk was uw favoriete omloop? WD: Voor mij was dat Lommel natuurlijk. Wij trainde er veel en als er een GP was zo kort bij mijn deur dan kon ik altijd wat meer.

3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? WD: Mijn Suzuki fabrieksmachine van 1995 van de eerste seizoenshelft. Dat was de beste motor waar ik ooit mee reed. De vering en de motor waren perfect en het plaatje klopte gewoon compleet. Halverwege het jaar kregen we een nieuw model ter beschikking gesteld maar dat liep een beetje de verkeerde richting uit. Het frame was anders en dat werkte voor mij niet.

4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? WD: Ik heb nergens spijt van maar ik kreeg ooit de kans om samen met Stefan Everts een team te vormen bij Honda maar ik sloeg het aanbod af. Ik wou bij het team van Sylvain Geboers blijven omdat zij mij altijd gesteund hebben. Achteraf had ik daar wel een beetje spijt van want niet iedereen krijgt zomaar de kans om met een fabrieks Honda te rijden.

5) Tweetakt of viertakt? WD: Ik kies voor de tweetakt. Ik heb in de VLM nog met een viertakt 450 gereden en dat ging me echt niet. Dan schakelde ik over naar de 250cc viertakt (Suzuki) en dat ging wel wat beter.

6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? WD: Ik ben niet echt een fan maar ik denk het wel. Er zijn al veel circuits verdwenen en als je ziet wat we dit jaar meemaken dan denk ik dat we daar stilletjes naar toe moeten. De sport zal een stuk “cleaner” moeten worden, we hebben geen keuze. Ik heb zelf al wel eens met een elektrische motor gereden, niet op een circuit maar het wekt weinig emoties op.

7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? WD: Mijn tweede plaats in 1993 tijdens de GP 250cc van Lommel. Marnicq Bervoets versloeg me toen met één punt voorsprong. Hij kon in de laatste ronde nog iemand voorbij waardoor hij en niet ik de GP won.

8) MXGP of Supercross? En waarom? WD: Ik kies voor MXGP. Ik volg de Supercross wel als ik op zondagvoormiddag niks anders te doen heb. Het is altijd een beetje van het zelfde met springen, draaien, een whoops, weer springen enz …… De MXGP is voor een gedeelte ook wel die richting uit gegaan maar als ik moet kiezen dan toch liever MXGP.

9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? WD: Ik heb niet zoveel gewonnen in mijn carrière maar in 2012 in Farleigh Castle was wel speciaal. De Amerikanen met o.a. Ryan Hughes, Doug Dubach en Jeff Ward waren erg sterk. Wij hadden een team met Johan Boonen, Jan Lauryssen, Jurgen Fleerackers en mezelf. De Amerikanen deden wat minachtend over ons maar op het eind van de dag klopten we ze wel. Daar was ik toch wel fier op. Ook Danny Scheers was erg fier als teammanager. Normaal gezien ging Stefan Everts in ons team zitten maar die brak de week voordien zijn pols.

10) In dichtbevolkte landen zoals België is het dramatisch gesteld met het aanbod van trainingsomlopen. Is dit volgens jou een onomkeerbaar proces of zijn er nog oplossingen mogelijk? WD: Er zijn wel nog oplossingen mogelijk maar de wil is er niet. Kijk nu naar Nederland. Daar is het nagenoeg even druk bevolkt en toch heeft bij wijze van spreken bijna elk dorp er een circuit. Ik was nooit een fan van de aanpak zoals Smets, Bervoets en Everts die hebben ondersteund, dat helpt toch niet. Als de politiek wil kunnen ze er op korte termijn vijf circuits bijmaken maar nu gebeurd echter het omgekeerde en worden er circuits gesloten. Ik ben een paar jaar geleden nog eens gestopt in Neeroeteren. Dat circuit lag er perfect, alles stond er toen nog en toch moet het dicht. Zo ook in Betekom, dat was zo een mooie omloop en er waren altijd geweldige wedstrijden te zien. Nadat het werd gesloten moest ik met de vrachtwagen iets gaan leveren aan de overkant van de omloop. Toen ik de mensen er over aansprak dat ik daar nog had gereden kreeg ik als reactie dat de mensen het fijn vonden als er cross was. Ze vinden het jammer dat er nu geen motorcrossen meer zijn.

11) Geprepareerde kunstmatige of oldschool natuurlijke omlopen? WD: Doe mij maar de natuurlijke omlopen. Gelijk ze nu de circuits prepareren is dat geen motorcross meer. In mijn tijd werd er net voor de reeks gesproeid waardoor het flink schoof tijdens de reeksen. Nu word het circuit bewerkt waardoor je die behendigheid niet echt meer nodig hebt. In de bochten liggen nu verschrikkelijk diepe sporen. Een bocht afsnijden kan nu bijna niet meer omdat je daar verplicht bent om in de sporen te rijden.

12) Welke gouden raad geef jij aan jong opkomend motorcrosstalent? WD: Ik probeer altijd tegen die jongeren te zeggen wat ik fout heb gedaan. Dat ze goed moeten trainen en proberen te weerstaan aan de lokroep om samen met je vrienden uit te gaan en het nachtleven in te duiken. Dat is belangrijk, toch zeker in het seizoen. Ik ben er zeker van dat ik verder was geraakt als ik wat soberder had geleefd op dat vlak. Als je wat meer voor de sport leeft zoals Everts en Bervoets dan kom je gewoon verder. Ik deed ook wel veel voor de cross maar ik was er ook graag eens bij tijdens het uitgaan. Nu snap ik dat wel maar dat is ruim te laat natuurlijk. Als er kermis in het dorp is ben je er graag eens bij en dan bleef ik tot middernacht maar de toppers van toen lagen er dan wel al in om 22u.

Foto’s: Rolly Gee en archief Werner Dewit en MXVintage

admin: