MXVintage pikt de draad van 2015 weer op en trekt in de komende maanden aan de mouw van heel wat ex-gp piloten. We stellen telkens exact dezelfde vragen over het verleden, het heden en de toekomst van onze geliefde sport. Deze keer trekken we grote plas over richting Californië. De man die we deze keer onze bekende vragen stelden heeft heel wat watertjes doorzwommen in de motocross.
Hij won vijf wereldtitels in de 500cc en liet na zijn loopbaan als crosser zien dat hij een uitmuntend manager was. Bij Honda, Suzuki en KTM reeg hij een enorme lijst van successen aan elkaar. Ook is hij de regerende teamcoach van het Amerikaans team voor de jaarlijkse MXoN en ook daar was hij outstanding. In de U.S. noemen ze hem “The Man” en die bijnaam is op zijn lijf geschreven want in de geschiedenis van de motocross is zijn naam wellicht de bekendste van allemaal. Roger De Coster wist als geen ander de sport populair te maken hier in Europa maar ook op het Amerikaanse continent en de rest van de wereld.
De Coster werd in Ukkel geboren op 28 augustus 1944. Hij startte zijn carrière op een 50cc Flandria. Bang voor de reactie van zijn ouders stak hij de crossmotor weg in de garage van een vriend. Zijn vader vond echter een artikel in de krant waarin zoonlief als winnaar werd afgevlagd. De reactie was positiever dan Roger had kunnen vermoeden. Vader trommelde zijn werkmakkers van de staalfabriek op om voor zijn zoon te gaan supporteren tijdens de volgende wedstrijd. De Coster was iemand die veel opstak door naar anderen te kijken. Hij was ook technisch aangelegd en zo leerde hij snel bij in de diverse categorieën waaraan hij meedeed. Halverwege de jaren ’60 tekende hij een contract bij de firma CZ. De eerste Belgische titel (Juniors 500cc) won hij in 1964. In 1968 won hij zijn eerste GP en een jaar nadien maakte hij deel uit van het winnend team voor de MXoN.
In 1971 stapte hij over naar het Japanse merk Suzuki. De Japanners wilden na de 250cc (met Robert en Geboers) ook een topper in de 500cc klasse om een gooi te doen naar de titel. De Coster was meteen succesrijk en won zijn eerste titel in het Nederlandse Sint-Anthonis dat jaar. Er zouden nog vier wereldtitels volgens op de gele machine. In 1980 stapte hij over op Honda en nam na twee klinkende reeksoverwinningen in Ettelbruck afscheid als actieve crosser. Hij verkaste naar de U.S. om er als teammanager enorme successen te boeken voor vervolgens Honda, Suzuki en KTM. Greg Albertyn, Ricky Carmichael en Ryan Dungey zijn slechts enkele succesrijke piloten die groot werden onder de vleugels van De Coster. De lijst met wat hij allemaal deed in de motorcross is zo lang dat we daar gerust een apart artikel kunnen aan wijden. Hier zijn de 12 vragen aan niemand minder dan Roger De Coster.
1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? RDC: In het wereldkampioenschap was dat zonder twijfel de Fin Heikki Mikkola. Zeker als je het over een langere periode bekijkt. In de USA was dat Bob Hannah.
2) Welk was uw favoriete omloop? RDC: De Citadel van Namen voor Europa en in de USA was dat het circuit van Unadilla in New Berlin, New York.
3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? RDC: Toen ik als kind opgroeide was ik verzot op de Lito en Monark van Sten Lundin. Mijn beste motor was de Suzuki RN72. Die machine was gewoon geweldig.
4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? RDC: Ik zou wellicht betere resultaten gehaald hebben in ’78 en ’79 als ik was ingegaan op het aanbod van Honda op het einde van het seizoen 1977.
5) Tweetakt of viertakt? RDC: De prestaties van de moderne viertakten zijn extreem hoog geworden, maar ze zijn duur om te onderhouden. Omdat ze op een korte tijd snelheid kunnen opbouwen vanwege een betere tractie is er ook een grotere kans op blessures.
6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? RDC: Ik denk dat deze motoren geschikt zijn voor de beginnerscategorieën en in gebieden waar geluidsoverlast een probleem is. Ik ben niet zeker dat ze de conventionele crossmotoren met een verbrandingsmotor kunnen vervangen voor de competitie, het geluid is nu eenmaal een deel van de aantrekkingskracht.
7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? RDC: De Grand-Prix op de Citadel van Namur was geweldig maar het aanhoren van het Belgisch volkslied op een podium in Rusland was dat ook. Dat was een schitterende ervaring zeker omdat in die periode (de jaren ’70) weinig westerlingen naar de voormalige USSR afreisden om daar aan wedstrijden deel te nemen.
8) MXGP of Supercross? En waarom? RDC: Ik hou van beide. Supercross bereikt de fans die niet naar een outdoor-wedstrijd gaan kijken. Maar ik hou ook van de traditionele omlopen, zeker de natuurlijke circuits met veel hoogteverschillen. De omlopen die gebouwd zijn op een parkeerplaats of een vlak veld vind ik minder.
9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? RDC: Misschien mijn eerste GP-overwinning in 1968 op het MV Agusta circuit in het Italiaanse Gallarate. N.v.d.r.: De Coster won op 12 mei 1968 zijn eerste GP in Gallarate. De omloop was na bakken regen omgeschapen tot een modderpoel en dat was een kolfje naar de hand van onze landgenoot. Hij won beide reeksen op een CZ voor Petr Dobry en Alan Clough. De omstandigheden waren zo zwaar dat er maar vijf piloten werden gerangschikt in de eindstand. Paul Friedrichs en Bengt Aberg moesten opgeven. Later dat jaar werd De Coster vijfde in de eindstand van het wereldkampioenschap 500cc.
10) In dichtbevolkte landen zoals België is het dramatisch gesteld met het aanbod van trainingsomlopen. Is dit volgens jou een onomkeerbaar proces of zijn er nog oplossingen mogelijk? RDC: Het is een extreem moeilijke oefening maar als er genoeg mensen zijn om hun behoeften te uiten, in samenwerking met een politieke beweging, moet er toch enkele extra circuits kunnen worden aangeduid. Elektrische crossmotoren zouden hier uitkomst kunnen bieden.
11) Geprepareerde kunstmatige of oldschool natuurlijke omlopen? RDC: Zie vraag nummer 8.
12) Welke gouden raad geef jij aan jong opkomend motorcrosstalent? RDC: Streef je dromen na maar geef uw studies niet op. Werk aan uw fysiek en schaaf uw techniek bij.