X

12 vragen aan Peter Herlings!

MXVintage pikt de draad van 2015 weer op en gaat in de komende maanden aan de mouw trekken van heel wat ex-gp piloten. We stellen telkens exact dezelfde twaalf vragen over het verleden, het heden en de toekomst van onze geliefde sport. Deze keer verhuizen we naar Nederland en stellen we onze vragen aan een Peter Herlings wiens zoon Jeffrey dit jaar voor het eerst wereldkampioen MXGP werd. 

Peter Herlings was een erg verdienstelijk motorcrosser uit de gemeente Gemert. Hij kon tal van wedstrijden winnen in binnen- en buitenland maar in Sint-Anthonis kon hij altijd nog wat meer. Na enkele ereplaatsen kon hij in 1978 de legendarische Motorcross der Azen winnen. In natte omstandigheden klopte hij niemand minder dan de vliegende Fin Heikki Mikkola. Twee jaar eerder maakte Herlings deel uit van het Nederlands team voor de Motocross des Nations. Ook deze wedstrijd vond plaats op het circuit “De Hoef” in Sint-Anthonis waar het Nederlands team favoriet was. Zijn teammaatjes waren toen Toon Karsmakers, Frans Sigmans en Gerard Rond. Nederland werd tweede achter de Belgen, Herlings scoorde een geweldige vierde en derde plaats in de reeksen.

Er is zelfs een boek over hem geschreven met de titel “Vallen en opstaan”. Ondanks dat hij algemeen werd aanzien als een zandrijder won Peter ook internationale wedstrijden op harde ondergrond zoals in Frankrijk. Hier zijn de twaalf vragen aan Peter Herlings.

1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? PH: Internationaal gezien waren dat Graham Noyce en Brad Lackey. Vooral op zandbanen kon ik die mannen tegenstand bieden en soms ook verslaan. Ik was ook blij dat ik Heikki Mikkola een keer kon kloppen, ook al omdat hij eveneens een goede zandrijder was.

2) Welk was uw favoriete omloop? PH: Het klinkt misschien gek maar dat de omloop in Norg. Het was een mooie omloop, misschien was er voor het publiek wat minder te zien maar er was veel afwisseling voor de piloten. Er zaten harde stukken in maar ook gras, zand, wat omhoog en omlaag en het circuit was erg lang. Een rondje duurde om en bij de drie minuten.

3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? PH: In mijn tijd (de jaren ’70) vond ik de Maico de fijnste motorfiets. Ik ben gestart op Yamaha in de 500cc klasse. Maar mijn broer reed ook motorcross en zo kwam het dat ik eens met zijn Maico reed. De motor had meteen mijn hart gestolen. De Maico had zo een fijn karakter en had heel mooie stuureigenschappen. Ik reed ook nog met Suzuki, dat was ook een fijne motor. Nadien reed ik nog op een Yamaha, die motor reed ook fijn maar dat was dan al tien jaar verder in de ontwikkeling.

4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? PH: Ik had één keer een aanbod gehad van KTM. Dat liet ik links liggen omdat ik zo verliefd was op Maico. Nadien had ik er spijt van dat ik deze gelegenheid liet schieten. Kees van der Ven ging er wel op in en hij scoorde er goede resultaten mee. Ik zeg niet dat ik het even goed ging doen als Kees maar ik dacht toen dat ik het beste af was met een Maico. Dat is dus achteraf gezien wel een foute beslissing geweest.

5) Tweetakt of viertakt? PH: Ik heb altijd tweetakt gereden en die vind ik enorm fijn rijden. Voor mijn hobby rij ik nog wel af en toe op een crosser en een viertakt is gewoon veel beter op hardere circuits. Ik vind de viertakten toch wel een stap vooruit voor de motorcross.

6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? PH: Dat is een goeie vraag. Persoonlijk ben ik er niet zo content over. Via Jeffrey heb ik eens op zo een elektrische crosser kunnen rijden. Deze machines zijn zonder meer snel maar je mist toch als echte crossliefhebber de agressie, de felheid van de motor. Ik weet niet of dit de toekomst gaat worden maar dan moet er in ieder geval nog veel aan de weg getimmerd worden. Er zal toch nog wel een paar jaar duren voor deze crossers klaar zijn voor de competitie.

7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? PH: Als kleine jongen ging ik met de fiets naar de geweldige Motorcross der Azen in Sint-Anthonis. Van Gemert uit was het zo een 17 km fietsen. Ik stond dan op het startveld en dacht ik bij mezelf dat ik hier zo graag een keer wou winnen. Ik ben blij dat dat één keer gelukt is. Als het een beetje had meegezeten had ik de wedstrijd twee keer kunnen winnen. In 1977 won ik de eerste reeks met 59 seconden voorsprong op Frans Sigmans. Na tien minuten racen in de tweede reeks had ik alweer een voorsprong van 29 seconden toen mijn achterschokdemper afbrak. Ik viel uit en de overwinning was weg. Ik was blij dat het een jaar later wel lukte en daarboven op Heikki Mikkola kon kloppen. Hij was toen de snelste man in de 500cc klasse.

8) MXGP of Supercross? En waarom? PH: Mijn voorkeur gaat uit naar MXGP. Ik zeg dat niet omdat Jeffrey daar rijdt. De omlopen worden wel steeds meer supercross-achtig. Er wordt meer gesprongen en de putten die wij er vroeger in reden worden nu aangelegd met de machine. Maar persoonlijk hou ik toch meer van de MXGP dan van Supercross.

9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? PH: Dan mag zeker ook mijn overwinning in Markelo genoemd worden. Ik kon daar Brad Lackey kloppen net voor de streep.

10) In dichtbevolkte landen zoals België is het dramatisch gesteld met het aanbod van trainingsomlopen. Is dit volgens jou een onomkeerbaar proces of zijn er nog oplossingen mogelijk? PH: Ik denk dat dit moeilijk wordt want hier in Nederland hebben we nu nog het geluk dat we veel circuits hebben maar ik ben bang dat het niet zo gaat blijven. Ik hoop dat ik ongelijk heb maar ik ben zo bang omdat ik zie dat de circuits die de laatste jaren verdwijnen nooit meer terug komen. In België vindt ik het al helemaal dramatisch want jullie zijn het land die altijd de beste motorcrossers hadden. Nederland heeft België intussen ingehaald met de jonge talenten en omdat we nog heel veel circuits hebben. In Nederland wordt het helaas ook elk jaar krapper en worden de regeltjes strenger.

11) Geprepareerde kunstmatige of oldschool natuurlijke omlopen? PH: Als ik eerlijk mag zijn hou ik meer van old school circuits. De moderne motorcross is een beetje handmatig gemaakt en het jongere publiek wil vandaag hoge, dubbele en verre sprongen en wasborden. Het hoort er waarschijnlijk bij voor het publiek dat nu naar de cross komt kijken. 

12) Welke gouden raad geef jij aan jong opkomend motorcrosstalent? PH: Dat als je het talent hebt er alles voor wilt doen. Je hebt maar één kans in je leven als je jong bent. Als je liefhebber bent van de sport en het talent hebt en mensen om je heen die in je geloven dan moet je er alles voordoen zodat je later geen spijt krijgt. 

admin: