MXVintage pikt de draad van 2015 weer op en trekt in de komende tijd aan de mouw van heel wat ex-gp piloten. We stellen telkens exact dezelfde vragen over het verleden, het heden en de toekomst van onze geliefde sport. Deze keer hoeven we maar de taalgrens over te steken en stelden onze beroemde vragen aan een grote meneer uit de motorcrosswereld.
De Waal was een erg verdienstelijk motorcrosser en hij reed in de jaren ’70 en ’80 op verschillende motoren. De jaren op het Italiaanse merk SWM zijn wellicht zijn bekendste. Eerder in 1973 verving hij Raymond Heeren in de Trofee der Naties in Dodington Park en reed hij samen met de andere Belgen naar de overwinning. In 1982 zette hij een ook prima prestatie neer door tweede te worden in de MXoN (Wholen, Zwitserland) samen met zijn teamgenoten Georges Jobé, André Vromans en Harry Everts. Ook in 1984 werd hij tweede met Team Belgium in Vantaa Finland. Hij deed ook verscheidene keren mee aan de ISDT Six Days. En hij won ooit de Trofee van de 9 provincies met een Luiks team samen met Patrice Thioux, Georges Jobé en Gaston Rahier.
De straffe Waal kon altijd iets meer als het circuit er nat bij lag. Zo won hij in 1980 de tweede reeks van de GP250 in het Finse Hyvinkaa. De motorcrosser woont in Huy was meestal actief in de 250cc klasse. In 1973 won hij de Coupe de L’avenir. Zijn hoogste scores in het wereldkampioenschap 250cc waren drie maal een zesde plaats. Die behaalde hij in 1980 (SWM) en in 1982 en 1983 (Honda). Echter zal de motorcrosser in de harten van de motorsportliefhebber altijd blijven leven als de rechterhand van zijn boezemvriend André Malherbe. De vrienden wonen in Huy op slechts 5 minuten van elkaar zodat hij altijd klaar staat voor de onfortuinlijke wereldkampioen. Hier zijn de twaalf vragen aan Jean Claude Laquaye.
1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? JCL: Dat was streekgenoot Georges Jobé. Hij had altijd de betere motoren.
2) Welk was uw favoriete omloop? JCL: De Citadel van Namur.
3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? JCL: Honda omdat deze crossmotor het meest efficiënt was.
4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? JCL: Dat ik destijds een fabriekscontract van de Oostenrijkse fabrikant Puch heb geweigerd.
5) Tweetakt of viertakt? JCL: Tweetakt.
6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? JCL: Alle categorieën in de motorsport zullen in de toekomst met een elektrisch aandrijfsysteem uitgevoerd zijn.
7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? JCL: De reeksoverwinningen in het wereldkampioenschap 250cc en mijn titel als Kampioen van België. (n.v.d.r.: Lacquaye werd in 1979 Belgisch kampioen bij de Inters 250cc. Hij klopte Georges Jobé en Jean-Pierre Mingels.)
8) MXGP of Supercross? En waarom? JCL: MXGP omdat de Supercross niet in de mode was in Europa tijdens mijn carrière.
9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? JCL: Mijn reeksoverwinning in de grand-prix van Spanje 250cc in 1983. (n.v.d.r.: Lacquaye won de tweede reeks voor Jobé, Jo Martens, Danny LaPorte en Jeremy Watley.)
10) In dichtbevolkte landen zoals België is het dramatisch gesteld met het aanbod van trainingsomlopen. Is dit volgens jou een onomkeerbaar proces of zijn er nog oplossingen mogelijk? JCL: Er zijn niet veel oplossingen mogelijk in België.
11) Geprepareerde kunstmatige of oldschool natuurlijke omlopen? JCL: Ik hou van natuurlijke omlopen.
12) Welke gouden raad geef jij aan jong opkomend motorcrosstalent? JCL: Ik kan niet veel goede raad geven want de piloten worden steeds jonger als ze aan de top staan in de motorcross.
Resultaten: Archief BMB Marnix Vanslembrouck.
Foto: Jean Claude Laquaye