Published On: 15/11/2018

MXVintage pikt de draad van 2015 weer op en gaat in de komende maanden aan de mouw trekken van heel wat ex-gp piloten. We stellen telkens exact dezelfde twaalf vragen over het verleden, het heden en de toekomst van onze geliefde sport. Deze keer blijven we in eigen land en sloegen we meteen de grootste van allemaal aan de haak. Achter een glaasje van zijn eigen gin stelden we de bekende vragen aan Stefan Everts en kregen op alles een uitgebreid en openhartig antwoord van The Legend. En die 12+1 slaat op iets wat we al jaren op onze lever hadden liggen. We kregen van Everts prompt een antwoord op de vraag hoe die geheimzinnige Honda 500cc van 1998 was samengesteld speciaal voor zijn eerste wedstrijd op de Citadel van Namur. En dat is een primeur!

Normalerwijze moeten we hier een overzicht geven van de loopbaan van Everts maar die is zo indrukwekkend dat we daar een apart artikel zouden kunnen aan wijden. De zoon van Harry Everts werd geboren op 25 november 1972 in Neeroeteren. Hij won zijn eerste GP op 16-jarige leeftijd en werd in 1991 voor het eerst wereldkampioen. Met 10 wereldtitels en 101 GP-overwinningen staat hij op eenzame hoogte in de ranglijst van de allergrootste kampioenen. De veelzijdigheid van Everts was ongekend want hij was goed op elk soort ondergrond. In 2003 won hij zelfs de overal scratch van de bekende Six Days Enduro in Brazilië en won hij drie GP’s op één dag in het Franse Ernée! Hij organiseerde tien maal het geweldige evenement Everts & Friends en zamelde zo in totaal 500.000€ in voor het goede doel. Stefan Everts is een levende motorcrosslegende en voor ons was hij bijzonder gul in zijn antwoorden. Hier zijn de 12 ….. euh …… 13 vragen aan Stefan Everts.

 

1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? S72: Dat was zonder twijfel Sébastien Tortelli. In 1998 heb ik hard geknokt met hem in de strijd om de titel maar dit is me niet gelukt. Ik ben toen op het bot gegaan maar in Griekenland heb ik het toen laten liggen. We zaten het ganse seizoen op hetzelfde niveau en we pushten elkaar zo tot op de limiet. Zo kwam het dat we dat jaar ver vooruit reden en de rest niet meer kon volgen. Ik herinner me de GP van Polen waar we beiden iedereen dubbelden uitgezonderd de Duitser Pit Beirer.

2) Welk was uw favoriete omloop? S72: Dat is lang Foxhill geweest. Ik reed in 1993 op Suzuki en kon niet zo goed starten met deze motor. Ondanks mijn mindere starts had ik een goed gevoel in Foxhill. Je had daar wel grip maar op sommige plaatsen was die er totaal niet omdat er een krijtachtige onderlaag was. Bij nattigheid was het daar enorm glad maar ik kon daar goed uit de voeten op een crossmotor. In Foxhill voelde ik me altijd top onder alle omstandigheden. Nadien is ook de Citadel van Namur mijn favoriet geworden vanwege zijn moeilijkheidsgraad en techniciteit. Er zijn zoveel obstakels die moeten worden overwonnen zoals, de overgang van licht naar donker, de bomen waar je kort bij komt, boomwortels, de afdalingen, de hellingen, off camber bochten. Het circuit is erg compleet met al die uitdagingen en ik heb me altijd heel erg goed gevoeld op de Citadel. Namur was voor mij iets speciaals en het zette mij op een ander niveau. De zandomlopen van Balen en Lommel vond ik ook altijd wel speciaal.

3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? S72: Ik heb in mijn loopbaan met alle Japanners gereden. Er was natuurlijk een groot verschil tussen mijn tijd op Suzuki en de periode op Yamaha maar ik had altijd al een boontje voor Honda. Zelfs in mijn kindertijd was Honda al mijn favoriet. Vooral de Honda 250 van 1996 vond ik geweldig. Het eerste gevoel bij die motor was alsof ik al honderd jaar op de Honda zat. Alles voelde perfect aan. In 1997 stapte Honda over naar het aluminium frame en was dat geweldige gevoel zowat volledig weg. De andere motor die tot mijn lijstje der favorieten behoort is de Yamaha van 2006. Ook die liep perfect. De Honda van 1996 en de Yamaha van 2006 liepen als een Zwitsers uurwerk en waren perfect voor mij. Dat de ene een tweetakt en de andere een viertakt was maakte mij niks uit.

Extra vraag) Wat was er speciaal aan de Honda die je liet bouwen voor je deelname met een wildcard op de Citadel van Namen in 1998? S72: Die Honda was inderdaad erg speciaal. We maakten toen gebruik van het alu-frame van een 250cc en daar werd een blok van de 500 ingebouwd. De machine is gebouwd door Cliff White uit Amerika. White was destijds de technische rechterhand van Roger De Coster in de periode dat de Belg teammanager was bij het merk. De motor is vanuit de U.S. in een krat opgestuurd naar België in de week net voor de GP van België in Namur. Ik heb er één keer kunnen mee testen op het voormalige Motoland-circuit van Tielt-Winge. Er was een extra uitlaat bij van ik denk het merk SPES, maar we hebben op de Citadel de standaard-uitlaat gebruikt omdat er zoveel vermogen beschikbaar was met het 500cc blok. Ik weet niet zeker of er veel was bijgewerkt aan het blok, mijn vermoeden is dat hij vrij standaard is gelaten. De rest van de motor was uitgerust met fabrieksvering van Showa, fabrieksremmen en de specifieke afwerking zoals ik dat gewend was bij Honda. De machine was wellicht niet het beste concept om mee te starten in Namur omdat een 250 chassis niet echt gemaakt is om een 500 in te bouwen. Daardoor was het voor mij wel aanpassen aan de motor. In die tijd waren er nog veel trainingen en kwalificaties op zaterdag en die had ik wel nodig om mij aan te passen aan het circuit en de motor. 

4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? S72:  Dat was ongetwijfeld mijn overstap naar Husqvarna. Ik was toen close met Dave Grant, mijn toenmalige manager en ik had het volste vertrouwen in die man. Hij had veel invloed op mij. Wij hadden goede jaren met Honda maar in 1999 raakte ik dan geblesseerd aan mijn knie in Beaucaire. Ik heb toen een half seizoen niet kunnen rijden en raakte de verhouding met Honda een beetje verzuurd. Ik had geen problemen met Honda maar de verhouding tussen Dave Grant en Honda had een flinke deuk gekregen. Hij kwam toen met een voorstel van Husqvarna op de proppen, een groots aanbod voor drie jaar met het merk. Ik ben doen gaan testen in Italië en had er wel vertrouwen in. Geef me eender welke motor, ik kan er mee winnen dacht ik toen maar daar heb ik me toch in vergist. Dat is wellicht mijn grootste flater uit mijn loopbaan geweest. Had ik toen een jaar eerder gekapt met Grant dan had alles er anders kunnen uitzien als ik met Honda had kunnen verder doen. Achteraf is alles toch nog goed gekomen toen ik binnengehaald werd in het Yamaha-team van Michele Rinaldi. 

5) Tweetakt of viertakt? S72: Het blijft mij eigenlijk gelijk, ik heb goede tijden beleefd op de tweetakt en de viertakt. De beginperiode met de viertakt was misschien niet gemakkelijk maar de ontwikkeling stond ook niet stil waardoor ik de laatste jaren een echt goed gevoel op viertaktmotor had. De Yamaha van 2006 was wat dat betreft de kroon op het werk. Die motor was meer dan perfect en lag me uitstekend. Mij maakt het dus niet uit of het een tweetakt of viertakt was, als de machine goed was kon ik met beide winnen. 

6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? S72: Ik vrees van wel. We zien allemaal welke richting het uitgaat. De evolutie met elektrische auto’s is er en ik denk dat dit niet meer te stoppen is en de motoren zullen volgen. We zullen vroeg of laat ook die richting moeten uitgaan maar wanneer dit gaan komen kan niemand voorspellen. Het zou in een stroomversnelling kunnen komen, misschien ook weer niet. De ontwikkeling van de elektrische motoren staat volgens mij nog in de kinderschoenen. Ik vond dat Alta Motors het verst stond met de ontwikkeling van elektrische crossers maar recent is het bedrijf in faling gegaan. Ik vond het indrukwekkend wat Alta tot nu toe gepresteerd had. De toekomst van deze machines zal ook afhangen van wat de politiek en de G7 in deze materie gaat beslissen. Deze beslissingen zullen een grote invloed hebben op de richting die de motorfabrikanten zullen varen in de toekomst. Honda heeft destijds niet voor niks de beslissing genomen om nog alleen maar viertakten te produceren. En misschien moeten ze ooit nog de beslissing nemen om alleen maar elektrische motoren te produceren, wie weet? Recent werd op de EICMA in Milaan een nieuwe elektrische kindercrosser voorgesteld. Liam heeft vijf jaar geleden deze motor nog getest voor KTM.

7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? S72: Dat was toch zeker de geboorte van Liam. Dat was toch een beetje schokkend als je nog nooit een baby hebt zien geboren worden. Voor mij was dat een enorme beleving. Sportief gezien was dat de dag dat ik drie GP’s op één dag won in 2003 in Ernée. En natuurlijk mijn tiende wereldtitel die ik won op de Citadel.

8) MXGP of Supercross? En waarom? S72: Ik vind dat ze er alle twee moeten zijn. Laat de supercross maar blijven bij de Amerikanen aan de andere kant van de oceaan. Zij zijn de beste in die sport en dat moet dus bij hen blijven. En zo moet de motorcross in Europa blijven want dat is waar wij goed in zijn. Ik heb mijn belevingen allemaal in de motorcross liggen en daar ligt mijn voorkeur omdat ik er als kind ben in opgegroeid.  In het begin van mijn carrière deed ik veel aan supercross en droomde ik ervan om die stap richting Amerika te zetten maar door omstandigheden kwam er dat nooit van. Maar iets heeft me dan toch in Europa gehouden en daar heb ik geen seconde spijt van gehad. Ik volg de supercross wel nog, er zijn mooie wedstrijden en ik vind het geweldig wat ze doen. Weet je, als motorcrossfanaat hou je van spektakel en dan maakt het niet uit of dit supercross of motorcross is. Het blijft altijd passioneren. 

9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? S72: Buiten de eerder vernoemde overwinningen van Ernée en de 10de titel in Namen was het ook die wedstrijd op de Citadel waar ik niet direct de reeks heb gewonnen maar waar ik wel telkens iemand kon inhalen op de moeilijke afdaling net voor het café Chalet du Monument. Het is eigenlijk bijna identiek als want Antonio Cairoli mij nadeed vorig jaar in Arco di Trento. Het gaat om een plaats vinden om iemand voorbij te rijden en dat was toch wel een magisch moment. Zo was er ook die wedstrijd in Oostenrijk in 2001 (Kärntenring) waar ik de GP kon winnen door twintig meter voor de finish Yves Demaria nog voorbij te rijden. 

10) In dichtbevolkte landen zoals België is het dramatisch gesteld met het aanbod van trainingsomlopen. Is dit volgens jou een onomkeerbaar proces of zijn er nog oplossingen mogelijk? S72: Langs de ene kant zijn er altijd oplossingen mogelijk maar het probleem is dat de politiek altijd zit te vragen naar een draagvlak. Wat is de definitie van een draagvlak en over hoeveel mensen spreek je dan? Waar een wil is, is een weg, daar geloof ik nog altijd in maar in ons land is de bevolking helemaal verzuurd op dat vlak. Mensen kunnen niks meer verdragen en voor het minste wordt er gebeld om een klacht in te dienen. Ik denk dat het op dit moment nog moeilijk om te draaien is. Mensen hebben ook individueel teveel macht gekregen om dingen stil te leggen. In de tijd zijn we met “Red de Motorcross” daar intensief mee bezig geweest maar en het lijkt me dat er altijd wel mogelijkheden zijn maar telkens bots je op iemand die er op tegen is. Als de politiek krachtig genoeg was dan drukte ze een voor de motorcross positieve beslissing door maar dat doen ze niet. 

11) Geprepareerde kunstmatige of oldschool natuurlijke omlopen? S72: Dat is heel simpel voor mij, mijn voorkeur ligt bij de natuurlijke omlopen. Een aantal van de GP’s zoals we ze tegenwoordig zien zijn van die gemaakte omlopen. Een voorbeeld is de GP van Turkije dit jaar, dat was zo een zwakke GP. Als Youthstream naar een nieuwe locatie gaat zie je telkens dezelfde aangelegde omlopen verschijnen. Er niks meer speciaal aan zulke circuits. Voor mij blijven de natuurlijke omlopen nog altijd de mooiste. Gelukkig zijn er nog enkele uitzonderingen zoals bv Argentinië. 

12) Welke gouden raad geef jij aan jong opkomend motorcrosstalent? S72: Je moet natuurlijk de ambitie kennen van elke rijder. Voor mij is ambitie heel erg belangrijk. Daar begint het toch allemaal mee. Als je ambitie en grote dromen hebt dan ben je al een hele stap vooruit. Natuurlijk moet je talent en doorzettingsvermogen hebben maar als je voldoende ambitie hebt kan je ook sneller over lijken gaan. Je gaat ook sneller uw grenzen kunnen verleggen. Ik zou bij wijze van spreken mijn hand elke dag in het vuur kunnen leggen om maar wereldkampioen te kunnen worden. Ik had er gewoonweg alles voor over om toch maar mijn droom in vervulling te laten gaan. Niet iedereen heeft van nature evenveel ambitie. Ik heb de laatste jaren met zoveel rijders gewerkt en daar heb ik gemerkt dat ik soms nog meer ambitie had als begeleider dan de rijders zelf. Dan loopt het natuurlijk fout. Het is een cliché maar er moet heel hard gewerkt worden en de definitie van hard werken is niet bij elke piloot hetzelfde. Probeer ook te leren van uw vijanden. Zoek de zwakke punten bij de concurrentie en probeer ze zo te verslaan. Veel piloten moeten ook leren geduld oefenen en niet te snel willen gaan. Hunter Lawrence bv wou zo snel vooruit gaan en dan worden er snel fouten gemaakt. Vroeger ben ik ook zo geweest maar tegenwoordig is het voor mij evident om zulke dingen te zien bij de opkomende piloten. Ik zeg altijd: probeer niet sneller te tikken dan de klok tikt. Dus geduld hebben is belangrijk, samen met het doorzettingsvermogen en de ambitie. Je moet ook wat geluk hebben, zeker met de financiële kant van de sport. 

Het interview met Stefan Everts is ook integraal te beluisteren via onderstaande podcast.