De komende maanden zal deze site op regelmatige basis tien dezelfde vragen stellen aan ex-GP rijders. Tien vragen over het verleden, het heden en de toekomst van de motorcross. Tien vragen over hun teleurstellingen en hun hoogtepunten. De namen die de revue zullen passeren zijn niet van de minste. Vorige keer vuurde we de intussen bekende tien vragen af op viervoudig wereldkampioen Torsten Hallman en deze keer blijven we in eigen land met niemand minder dan Marnicq Bervoets.
Hem voorstellen is niet echt nodig. Marnicq Bervoets was jarenlang een topper in het wereldkampioenschap motorcross. Marnicq was een hardrijder met een sierlijke stijl en maakte zelden fatale fouten. Hij schopte het vier keer tot vice-wereldkampioen (in 1995, ’96 en ’97 in de 250cc en in 2000 in de 500cc. Driemaal was hij lid van het winnend team voor de Motorcross der Naties (1995, ’97 en ’98) en hij was maar liefst zes keer Belgisch kampioen! Daarbovenop won hij nog 19 GP’s. Bervoets moest al die jaren strijden tegen kleppers als Everts en Smets, dan mag je spreken van een palmares om u tegen te zeggen. Samen met diezelfde Everts en Smets vormde Bervoets een gouden generatie van talentrijke motorcrossers. Motorcross-minnend België kijkt met weemoed terug op deze hemelse periode van wereldwijde successen. Hier zijn de 10 vragen aan Marnicq Bervoets.
1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander? MB: Stefan Everts
2) Welk was uw favoriete omloop? MB: Roggenburg in Zwitserland, Valkenswaard in Nederland en Maggiora in Italië.
3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? MB: Het begin van de nieuwe viertakt-periode met de Yamaha YZ400f compleet factorybike (deze Yamaha luidde een nieuw tijdperk in als eerste viertakt in 1998 na een succesvol seizoen in de USA) en natuurlijk de Suzuki tweetakt van het Team Sylvain Geboers waarmee ik mijn beste jaren had.
4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? MB: Misschien had ik vroeger naar de 500cc klasse moeten gaan om wereldtitel te kunnen binnen halen want daar was het niveau toch lager maar wou absoluut proberen Stefan Everts te kloppen plus financieel was het beter te blijven in de 250cc klasse.
5) Tweetakt of viertakt? MB: Maakt mij niet veel uit, ik pas me aan 🙂
6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? MB: Goede vraag! Ik denk dat dat nog een lange weg af te leggen heeft, maar denk wel dat het een toekomst heeft voor kinderen of om in de bossen te rijden. Maar ik vrees ook vooral in België dat ze dan wel weer een wet uitvinden om dat niet te mogen. Het heeft ook niet dezelfde spanning en sfeer vind ik als ze aan het rijden zijn of bv aan het starthek! De toekomst zal het uitwijzen.
7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? MB: Mijn eerste GP-winst in het Nederlandse Mill en de MXdN winnen voor eigen volk in Nimes. De MXdN in Schwanenstadt (Oostenrijk) toen ik vrijdag voor de wedstrijd te horen kreeg dat mijn vader overleden was, heb de wedstrijd toch gereden en een geweldig gevecht gehad met de Amerikaan Mike Kiedrowski en mijn reeks toen wel gewonnen. De val van Pit Beirer die juist voor mij in de lucht hing, deze beelden zal ik nooit vergeten.
8) MXGP of Supercross? En waarom? MB: Allebei! Ik vind ze alle twee mooi maar het zijn door de jaren heen twee verschillende sporten geworden.
9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? MB: Het zijn er vele maar dan neem ik de GP van Lommel. Ik weet niet meer in welk jaar maar ik was in de eerst reeks te ver gesprongen en door mijn pols gegaan. Ik won de reeks nog maar vreesde voor de tweede reeks. Mijn pols was zeer hard gezwollen en heb met veel pijn gereden en ben in die tweede reeks toch nog vierde geworden waardoor ik de GP nog won. Die avond ben ik naar het ziekenhuis gereden en daar bleek dat ik mijn gewrichtsbanden gescheurd had en dus twee maanden out!
10) Wat moet er volgens u veranderen om de populariteit van de motorcross weer aan te scherpen? MB: Ik vrees dat het in België al te laat is !!! Er zijn geen natuurlijke technische omlopen meer om de jeugd de techniek aan te leren die we nodig hebben in GP gebeuren. Er zijn te weinig omlopen waardoor er minder rijders op jeugdige leeftijd deze sport zullen kiezen waardoor de visvijver van talenten veel kleiner wordt! Als je de MXdN in het Franse Ernée dit jaar ziet (qua omloop volk, sfeer), daar kunnen we alleen nog van dromen. We hebben in ons (KEMEA) Team twee Franse piloten en als je ziet wat een steun deze jongens krijgen van de Franse bond zowel financieel als stages (begeleiding, circuits, enz) dat hebben we niet in België! Het is voor mij moeilijk uit te maken aan wie het ligt maar het begint al dat we te laks geweest zijn als overheid (te veel wereldkampioenen, dus het zal wel ok zijn) er is geen politieke wil meer in Belgie. De sport is ook te klein geworden plus het brengt geen wereldkampioenen meer voort waardoor we geen media krijgen en dus ook geen belangstelling. We moeten dringend iemand hebben die wereldkampioen word en iemand met een persoonlijkheid die onze sport in de media verkoopt.